
Reparatie box 3 heffingslek voor obligaties en andere vermogensbestanddelen met kortlopende termijnen
- Publicatiedatum 28 sep 2025
- Aanpassingsdatum 28 sep 2025
- Leestijd 4 min
In juli 2025 verschenen in de media diverse berichtgeving over een heffingslek in box 3. In deze publicaties is gewezen op de mogelijkheid om via de aankoop van obligaties met aangegroeide rente, de box 3-heffing te ontwijken. Volgens de wetgever is dit een ongewenste uitwerking van de tegenbewijsregeling in box 3. Daarom bevat het Belastingplan 2026 een maatregel met als doel de reparatie van dit heffingslek in box 3. In dit artikel bespreek ik het heffingslek en de maatregel die de wetgever invoert. De maatregel kent terugwerkende kracht naar 25 augustus 2025, 16.00 uur.
Een voorbeeld ter illustratie van het heffingslek (ontleend aan de wetsgeschiedenis)
Piet koopt op 1 november 2025 een obligatie met een nominale waarde van € 100.000. Hij koopt tegen de tot 1 november 2025 aangegroeide rente met een waarde van € 4.500. In totaal betaalt Piet dus € 104.500. De rente is 6% en wordt steeds in februari uitgekeerd. Op 1 november 2027 besluit Piet de obligatie te verkopen. Bij het waarderen van de obligatie is een bijzondere waarderingsregel in box 3 van toepassing. Op grond van die regel geldt een vrijstelling voor kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen. Dat leidt ertoe dat Piet bij het waarderen van de obligatie in box 3, geen rekening hoeft te houden met de aangegroeide rente.
Voorbeeld 1. Uitwerking van de belastingheffing over de obligatie
2025
Eindwaarde | 100.000 |
-/- Aankoopwaarde | 104.500 |
Vermogensaanwas | -/- 4.500 |
Uitbetaalde rente | 0 |
Rendement | -/- 4.500 |
2026
Eindwaarde | 100.000 |
-/- Beginwaarde | 100.000 |
Vermogensaanwas | 0 |
Uitbetaalde rente | 6.000 |
Rendement | 6.000 |
2027
Verkoopwaarde | 104.500 |
-/- Beginwaarde | 100.000 |
Vermogensaanwas | 4.500 |
Uitbetaalde rente | 6.000 |
Rendement | 10.500 |
Het probleem zit voor de wetgever in het enigszins vrijblijvende karakter van de tegenbewijsregeling. Belastingplichtigen kunnen tot de invoering van het nieuwe box 3-stelsel ervoor kiezen om belast te worden tegen het forfait of tegen het werkelijke rendement. Die keuze mag per jaar worden gemaakt. Het gevolg is dat Piet in de ‘slechte’ jaren de tegenbewijsregeling zal toepassen en in de goede jaren het ‘forfait’.
Maatregel ter reparatie van het heffingslek in box 3
De wetgever komt met een maatregel om bovenstaande structuren tegen te gaan. Die maatregel ziet er als volgt uit:
- De hiervoor beschreven waarderingsregel komt voor obligaties en met obligaties vergelijkbare effecten te vervallen als de belastingplichtige de tegenbewijsregeling toepast. Deze moeten dan worden gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer. Dat is inclusief de aangegroeide rente.
- De vrijstelling voor kortlopende termijnen komt bij het gebruik van de tegenbewijsregeling te vervallen. De vrijstelling blijft alleen gelden voor banktegoeden.
De waarderingsregel en de vrijstelling blijven wel gelden als de belastingplichtige het forfaitaire systeem toepast. De wetgever wil met deze maatregel de bepaling van het werkelijke rendement minder fiscaal gestuurd maken. Een voorbeeld ter verduidelijking.
Een voorbeeld ter illustratie van de reparatiemaatregel (ontleend aan de wetsgeschiedenis)
Piet koopt op 1 november 2025 een obligatie met een nominale waarde van € 100.000. Hij koopt tegens de tot 1 november 2025 aangegroeide rente met een waarde van € 4.500. In totaal betaalt Piet dus € 104.500. De rente is 6% en wordt steeds in februari uitgekeerd. Aan het einde van het jaar is dan steeds 11/12e deel van € 6.000 aangegroeid. Dat is € 5.500. Op 1 november 2027 besluit Piet de obligatie te verkopen. De maatregel ter reparatie van het box 3-heffingslek bij onder andere obligaties werkt als volgt uit.
Voorbeeld 1. Uitwerking van de belastingheffing over de obligatie
2025
Eindwaarde | 105.500 |
-/- Aankoopwaarde | 104.500 |
Vermogensaanwas | 1.000 |
Uitbetaalde rente | 0 |
Rendement | 1.000 |
2026
Eindwaarde | 105.500 |
-/- Beginwaarde | 105.500 |
Vermogensaanwas | 0 |
Uitbetaalde rente | 6.000 |
Rendement | 6.000 |
2027
Verkoopwaarde | 104.500 |
-/- Beginwaarde | 105.500 |
Vermogensaanwas | -/- 1.000 |
Uitbetaalde rente | 6.000 |
Rendement | 5.000 |
Uit het voorbeeld komt naar voren dat de maatregel ertoe leidt dat het rendement evenwichtiger over de jaren is verspreid.
Overgangsrecht en terugwerkende kracht bij reparatie heffingslek box 3
De wetgever kent aan deze maatregelen terugwerkende kracht toe tot 25 augustus 2025, 16.00 uur. Er geldt overgangsrecht voor bezittingen en schulden die op dat moment al tot het box 3-vermogen van een belastingplichtige behoren. Voor die vermogensbestanddelen blijven de oorspronkelijke regels gelden. Dat overgangsrecht geldt tot het moment dat de vermogensbestanddelen worden vervreemd en vervalt uiterlijk bij het ingaan van de Wet werkelijk rendement box 3. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Wetsvoorstel Belastingplan 2026.
- FD 9 juli 2025, ‘Belasting box 3 eenvoudig te omzeilen met tegenbewijsregeling’.
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan