Aanpassingen forfait overige bezittingen en heffingsvrij vermogen box 3 per 2026

In het Belastingplan 2026 zijn twee belangrijke maatregelen opgenomen die zien op de belastingheffing in box 3. Het gaat om aanpassingen in het forfaitaire rendement op overige bezittingen en om een verlaging van het heffingsvrije vermogen. Het forfait voor overige bezittingen gaat fors omhoog. Daarnaast vindt een verlaging van het heffingsvrije vermogen plaats. In dit artikel behandel ik deze beide maatregelen. Het box 3-tarief blijft in 2026 vooralsnog ongewijzigd.

Verhoging forfait overige bezittingen box 3 per 2026

De wetgever verhoogt het forfait op overige bezittingen (zoals een vakantiewoning of een aandelenportefeuille). De verhoging bedraagt 1,78% en daarmee komt het forfait uit op 7,78%. In een eerdere Kamerbrief voerde de wetgever hiervoor vooral budgettaire overwegingen aan (lees ons artikel over die Kamerbrief hier). In het Belastingplan 2026 doet de wetgever een poging om een sterkere onderbouwing neer te leggen. Hij geeft aan dat het verhoogde forfait beter rekening houdt met huuropbrengsten en voordelen uit eigen gebruik. Ook wijst hij erop dat belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire rendement gebruik kunnen maken van de tegenbewijsregeling. Tot slot merkt de wetgever op dat hij met de verhoging van het forfait de eventuele overcompensatie die in de overgangsjaren naar het nieuwe stelsel kan ontstaan, wil inperken.

Verlaging heffingsvrij vermogen in box 3 per 2026

De tweede maatregel is het verlagen van het heffingsvrije vermogen in box 3. In 2025 bedraagt het heffingsvrije vermogen € 57.684 (€ 115.368 voor partners). Per 2026 bedraagt het heffingsvrije vermogen in box 3 € 51.396 (€ 102.792 voor partners). Deze verlaging zal ertoe leiden dat meer belastingplichtigen belasting in box 3 gaan betalen. Deze maatregel is louter ingegeven door budgettaire aspecten. Het ophalen van meer geld binnen box 3 leidt er volgens de wetgever toe dat de box 3-rekening minder bij werkenden (box 1) komt te liggen.

Wetgever zoekt naar hogere box 3-inkomsten

Het is duidelijk dat de wetgever op zoek is naar hogere inkomsten in box 3. De verhoging van het forfait en de verlaging van het heffingsvrije vermogen hebben in de meeste gevallen beide dit resultaat, maar economische ontwikkelingen kunnen daarbij wel roet in het eten gooien. Een interessante vraag is waarom de wetgever niet ‘gewoon’ een tariefsverhoging doorvoert. Dat kan tot hetzelfde resultaat leiden en is in elk geval juridisch minder riskant. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.