
Box 3 en peildatumarbitrage
- Publicatiedatum 11 dec 2024
- Aanpassingsdatum 14 dec 2024
- Leestijd 5 min
In de periode tussen het Kerstarrest van de Hoge Raad en de invoering van een nieuw box 3-stelsel, geldt overbruggingswetgeving. De wetgever geeft aan naar een systeem van heffing over werkelijk rendement te willen, maar meent dit pas per 2027 (op zijn vroegst) te kunnen realiseren. Daarom geldt voor de tussenliggende jaren (2023 tot en met 2026) de Overbruggingswet box 3. Deze wet is voor een groot deel gebaseerd op het rechtsherstel. Deze overbruggingswetgeving kan het schuiven met bepaalde vermogensbestanddelen rondom de peildatum uitlokken, om zo de belastingdruk aanzienlijk (en eenvoudig) te verminderen. Om dit minder aantrekkelijk te maken, heeft de wetgever regels gemaakt met betrekking tot ‘Peildatumarbitrage’ in box 3. In dit artikel behandel ik dit fenomeen. Ik beschrijf wat peildatumarbitrage precies is, hoe de wetgever dit tegen wil gaan en op welke manier belastingplichtigen hiermee te maken krijgen bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting.
Huidig box 3-stelsel nodigt uit tot omzetten bezittingen in banktegoeden
De wetgever heeft als gevolg van het arrest van de Hoge Raad een tijdelijke oplossing voor box 3 bedacht. Die oplossing bestaat (kort samengevat) uit het werken met meer nauwkeurige ficties dan onder het oude stelsel. Dat leidt tot drie categorieën van vermogensbestanddelen in box 3:
- Bank- en spaartegoeden met een relatief laag fictief rendement;
- Overige bezittingen met een relatief hoog fictief rendement;
- Schulden die aftrekbaar zijn tegen een fictief percentage.
De samenstelling van het vermogen wordt op één peildatum in het jaar getoetst. Dat is de zogenaamde peildatum voor box 3. Die peildatum is 1 januari. De wetgever ziet hier een risico in. Voor belastingplichtigen met bijvoorbeeld een omvangrijke aandelenportefeuille (een overige bezitting) is het aantrekkelijk deze half december om te zetten in banktegoeden (lager belast) en begin januari weer in aandelen. Om dit tegen te gaan is de wetgever met de regels omtrent peildatumarbitrage gekomen.
Wat is peildatumarbitrage in box 3?
De wetgever ziet in in dat het eenvoudig mogelijk is om rondom de peildatum van 1 januari te spelen met de samenstelling van het vermogen. Dat kan op twee manieren:
- Het tijdelijk omzetten van hoog belast vermogen naar laag belast vermogen;
- Het tijdelijk ophogen van de schuldpositie.
Deze omzettingen kwalificeren als peildatumarbitrage. Als peildatumarbitrage plaatsvindt om de belastingheffing in box 3 tegen te gaan, vindt de wetgever dat ongewenst. Hij laat dus de mogelijkheid open dat dit om zakelijke redenen gebeurt. In een nota heeft de staatssecretaris aangegeven dat gekeken moet worden of de handelingen voornamelijk gericht zijn geweest op een fiscaal voordeel. De term ‘tijdelijk’ is door de wetgever eveneens gedefinieerd. Het gaat om een periode van drie maanden waarin een peildatum is gelegen.
Voorkomen van peildatumarbitrage in box 3
De wetgever wil peildatumarbitrage voorkomen. Overwogen is om dit via fraus legis te doen, maar gekozen is voor een optie waarbij de bewijslast niet te zwaar op de Belastingdienst komt te rusten. Van verdachte peildatumarbitrage is sprake als de twee transacties (de omzetting en het terugomzetten) plaatsvinden binnen drie maanden na elkaar. In deze periode van drie maanden moet de peildatum zijn gelegen. In de aangifte inkomstenbelasting zijn hierover twee vragen opgenomen:
- Hebben er handelingen plaatsgevonden die onder peildatumarbitrage vallen?
- Als sprake is van peildatumarbitrage, zijn er dan voldoende zakelijke redenen aanwezig?
De Belastingdienst gaat vermoedelijk controleren door middel van vragenbrieven. Het is aan de belastingplichtige om aannemelijk te maken dat een handeling die onder peildatumarbitrage valt, voldoende zakelijk is geweest. Van zakelijke overwegingen is sprake als er niet-fiscale motieven aanwezig zijn.
Driemaandenperiode bij peildatumarbitrage in box 3
De periode van drie maanden die als uitgangspunt geldt bij peildatumarbitrage leidde aanvankelijk tot veel vragen. Deze driemaandenperiode werkt als volgt. Zodra de belastingplichtige een handeling verricht waarmee hij vermogensbestanddelen omzet, gaat de periode lopen. Als voor de afloop van de periode van drie maanden de peildatum wordt gepasseerd en daarna de tweede handeling plaatsvindt, is sprake van peildatumarbitrage. Van peildatumarbitrage is dus geen sprake als de eerste handeling plaatsvindt op 1 september 2023 en de tweede handeling op 4 januari 2024. Er is dan immers een periode van meer dan drie maanden verstreken.
Voorbeeld peildatumarbitrage in box 3
Het onderstaande voorbeeld is ontleend aan de parlementaire geschiedenis.
Peter heeft op 10 december 2023 het volgende vermogen in box 3:
- Bank- en spaartegoeden: € 100.000;
- Overige bezittingen: € 900.000 (aandelenportefeuille);
- Schulden: € 0.
Op 20 december 2023 verkoopt Peter zijn aandelen voor € 900.000. Hij heeft op de peildatum (1 januari 2024) geen overige bezittingen, maar slechts bank- en spaartegoeden met een waarde van € 1.000.000.
Op 10 januari 2024 koopt Peter voor € 800.000 weer een aandelenportefeuille.
De tijdelijke omzetting heeft plaatsgevonden binnen drie maanden (verkoop en aankoop) en in deze periode is een peildatum gelegen. Peter krijgt te maken met de regels over peildatumarbitrage en zal aannemelijk moeten maken dat sprake is van zakelijke overwegingen. Als Peter dat niet kan bewijzen, moet worden uitgegaan van een post Overige bezittingen van € 800.000 (en niet € 900.000).
Geen tegemoetkoming voor peildatumarbitrage in de inkomstenbelasting over 2023
De SGP wees erop dat een deel van de driemaandenperiode rondom de peildatum voor de inkomstenbelasting 2023, in 2022 is gelegen. Hiervoor is geen tegemoetkoming opgenomen in de wet of een besluit. Als sprake is geweest van arbitragehandelingen, moet de belastingplichtige de zakelijke overwegingen dus kunnen onderbouwen.
Peildatumarbitrage box 3 en advisering
Bij de aangifte inkomstenbelasting 2023 gaan belastingplichtigen voor het eerst te maken krijgen met vragen over peildatumarbitrage. Daarna zal duidelijk worden hoe scherp de Belastingdienst hierop controleert. Dat er discussies zullen gaan ontstaan is echter vrijwel zeker. Zit u in een dergelijke discussie of hebt u advies nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan