Stel een vraag
Hoge Raad biedt meer ruimte voor maatwerk bij de verschoonbare termijnoverschrijding
Formeel belastingrecht en procederenJurisprudentie kopieer en deel Naar kennisbank

Hoge Raad biedt meer ruimte voor maatwerk bij de verschoonbare termijnoverschrijding

  • Publicatiedatum 04 mei 2025
  • Aanpassingsdatum 04 mei 2025
  • Leestijd 4 min

‘De wet is hard, maar het is de wet’ is een gezegde dat juristen regelmatig aanhalen. Dit heeft jarenlang gegolden voor de zogenaamde verschoonbare termijnoverschrijding. Als hoofdregel geldt dat een te laat ingediend bezwaar- of beroepschrift niet-ontvankelijk is, tenzij sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De afgelopen jaren zijn er tal van voorbeelden geweest waarin sprake was van schrijnende omstandigheden, die niet het label ‘verschoonbare termijnoverschrijding’ meekregen. Een bezwaar of beroep wordt dan niet in behandeling genomen. Recent ging het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) al om en formuleerde zij een nieuw (ruimhartiger) kader voor het toetsen of een termijnoverschrijding verschoonbaar is. Sindsdien hangt de vraag boven de markt of de Hoge Raad dat nieuwe toetsingskader voor de verschoonbare termijnoverschrijding ook in het belastingrecht van toepassing acht. Op 5 april 2024 is het bevestigende antwoord op die vraag gegeven. Dit artikel behandelt dit arrest van de Hoge Raad.

Hoge Raad krijgt overzichtelijke zaak voorgelegd

De zaak die bij de Hoge Raad voorligt, kent een duidelijk en overzichtelijk feitencomplex. Aan een belastingplichtige zijn naheffingsaanslagen opgelegd. De termijn om beroep in te dienen verliep op 13 december 2021. De belastingplichtige diende zijn beroep in op 9 maart 2022, dus ruimschoots te laat. Op grond van de wettekst vindt niet-ontvankelijkverklaring van het te laat ingediende beroepschrift dan plaats, tenzij sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Of van dit laatste sprake is, is hier de voorliggende vraag. De belastingplichtige voert allerlei verzachtende omstandigheden aan, zoals ernstige hinder, ziekte en een gedwongen verhuizing. De rechtbank meende echter dat van een verschoonbare termijnoverschrijding geen sprake was, ondanks dat zij wel ‘begrip’ kon opbrengen voor de situatie van de belastingplichtige. Kortom: de wet is hard, maar het is de wet.

CBb (2024): De verschoonbare termijnoverschrijding

Voor een goed begrip van de uitspraak van de Hoge Raad, is het van belang om eerst op een recente uitspraak van het CBb in te gaan. Het CBb deed begin 2024 namelijk een uitspraak over de verschoonbare termijnoverschrijding. Zij oordeelde dat het beoordelen van de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding vraagt om maatwerk en dat er rekening moet worden gehouden met bijzondere omstandigheden. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om ziekte of overlijden. Daarbij geldt wel dat het bezwaar- of beroepsschrift alsnog zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk moet worden ingediend. In situaties waarin een professional in de arm is genomen, geldt dat diens handelen voor rekening en risico van de belanghebbende komt. Een termijnoverschrijding zal in dit soort situaties dan ook niet snel verschoonbaar zijn. De vraag die na deze uitspraak boven de markt hing, was of de Hoge Raad ook voor het belastingrecht aansluiting zou zoeken bij deze norm.

Hoge Raad (2025): Aansluiten bij CBb inzake de verschoonbare termijnoverschrijding

De Hoge Raad hanteert bij het beoordelen of een termijnoverschrijding verschoonbaar is, hetzelfde toetsingskader als het CBb. Hij geeft aan dat een verschoonbare termijnoverschrijding aanwezig is indien:

  • De belastingplichtige pas na het verstrijken van de termijn het bezwaar- of beroepsschrift indient als gevolg van een hem niet toe te rekenen omstandigheid; en
  • Hij, nadat die omstandigheid zich niet langer voordeed, het bezwaar- of beroepsschrift zo spoedig als redelijkerwijs van hem kon worden verlangd, heeft ingediend.

Bovenstaande betreft steeds een toetsing naar de feiten en omstandigheden van een specifiek geval. Het gaat dan vooral om de vraag wat van de specifieke belastingplichtige onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid kan worden verlangd. Bij de tweede ‘stap’ – het zo spoedig als redelijkerwijs indienen – geldt als uitgangspunt een termijn van zes weken nadat de belemmerende omstandigheid zich niet langer voordoet.

Hoge Raad (2025): Directe werking nieuwe uitgangspunten verschoonbare termijnoverschrijding

De Hoge Raad gaat tot slot nog in op de reikwijdte van deze ‘nieuwe’ uitgangspunten bij het beoordelen van een termijnoverschrijding. Hij geeft aan dat deze uitgangspunten gelden voor alle zaken en in elk stadium van de behandeling. Deze regels gelden dus ook in zaken waarin in een eerdere fase reeds is beslist dat van een verschoonbare termijnoverschrijding geen sprake is.

Meer ruimte voor maatwerk bij de verschoonbare termijnoverschrijding

Deze nieuwe regels met betrekking tot het beoordelen van de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding, bieden meer ruimte voor maatwerk in het bestuursrecht (waaronder het belastingrecht). In het verleden werd als vuistregel wel aangehouden dat slechts als het echt onmogelijk was om tijdig een stuk in te dienen, sprake was van verschoonbaarheid. De nieuwe benadering lijkt ruimhartiger te zijn. Voortaan geldt dat gekeken moet worden wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs verwacht mocht worden. Dat biedt ruimte voor maatwerk en kan – mits daadwerkelijk ruimhartig toegepast – het vertrouwen in de overheid en de rechtspraak vergroten. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: