
Bewijs van tijdig verzenden bezwaarschrift of beroepschrift met de ontvangsttheorie en de verzendtheorie
- Publicatiedatum 15 dec 2024
- Aanpassingsdatum 15 dec 2024
- Leestijd 4 min
Een bezwaarschrift of een beroepschrift moet tijdig worden ingediend. Van tijdige indiening is sprake als het bezwaarschrift of beroepschrift voor het einde van de termijn is ontvangen. Een te laat ingediend of ontvangen bezwaarschrift of beroepschrift kan leiden tot niet-ontvankelijkheid. Belastingplichtigen hebben dan nog wel de mogelijkheid om te betogen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Dit artikel behandelt de regels bij het leveren van voldoende bewijs dat het verzenden van een bezwaarschrift of beroepschrift tijdig is gebeurd. Aan de orde komen zowel de ontvangsttheorie (hoofdregel) als de verzendtheorie bij verzending per post (uitzondering).
De ontvangsttheorie bij bewijs van verzenden bezwaarschrift of beroepschrift
Als hoofdregel geldt de zogenaamde ontvangsttheorie. Het bezwaarschrift of beroepschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de geldende termijn (meestal zes weken) is ontvangen. Deze hoofdregel is van toepassing op alle vormen van indiening. Er geldt een uitzondering (in de vorm van de verzendtheorie) voor verzending per post. Dat betekent dat alle andere vormen van verzending, zoals afgifte door de belastingplichtige, verzending per fax of verzending per koerier, leiden tot toepassing van de ontvangsttheorie.
De verzendtheorie bij bewijs van verzenden bezwaarschrift of beroepschrift
Er geldt een uitzondering op de hiervoor beschreven hoofdregel. Die uitzondering geldt bij verzending per post. Daarvan is sprake als verzending plaatsvindt via een geregistreerd postvervoersbedrijf. De uitzondering houdt in dat een bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend, als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd en niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Voor het bepalen van de datum van terpostbezorging geldt in principe het tijdstip waarop het stuk op een postkantoor is aangeboden of in de brievenbus is gedaan. In de praktijk wordt vaak aangesloten bij de datumstempel van het postvervoersbedrijf. Als er geen leesbaar poststempel aanwezig is, wordt aangenomen dat het bezwaar- of beroepschrift tijdig ter post is bezorgd als het is ontvangen op de eerste of tweede werkdag na het einde van de termijn.
Geen ambtshalve toetsing tijdigheid bezwaar- en beroepschriften
De Belastingdienst moet in de bezwaarfase beoordelen of een ingediend bezwaarschrift tijdig is. In een eventuele beroepsfase is het aan de rechtbank om te beoordelen of het beroepschrift tijdig is ingediend. In het verleden kwam het voor dat de rechtbank ook nog eens beoordeelde of het bezwaarschrift wel tijdig was ingediend, ook als partijen daar niet om vroegen. De Hoge Raad heeft hier in 2021 nadere regels voor neergelegd. Als uitgangspunt geldt dat de rechter de tijdigheid van een bezwaar of beroep in de vorige fase niet ambtshalve beoordeelt. Een dergelijke toetsing komt dus nog slechts aan de orde als partijen daar zelf een punt van maken.
De verzendtheorie in internationale situaties
Ook bij verzending per post vanuit het buitenland gelden deze regels. Belastingplichtigen in het buitenland moeten er dus voor zorgen dat zij een stuk tijdig ter post aanbieden en zorgen dat het tijdig (binnen de termijn van een week) wordt bezorgd. Als officiële buitenlandse postbedrijven gelden die bedrijven waar Nederlandse postvervoersbedrijven (zoals PostNL) bij de verzorging van internationaal postverkeer mee samenwerken. Van in het buitenland woonachtige belastingplichtigen wordt verwacht dat zij zorgdragen dat een poststuk tijdig wordt bezorgd, ook als dat bijzondere handelingen vereist.
Bewijslastverdeling bij ontvangst van stukken
Het komt voor dat de Belastingdienst of de rechtbank aangeeft dat een stuk niet is ontvangen, ondanks dat de belastingplichtige aangeeft het wel te hebben verzonden. Het is dan onvoldoende om slechts met de stelling dat sprake is geweest van een tijdige terpostbezorging aan te komen. De belastingplichtige dient aannemelijk te maken dat en wanneer het stuk ter post is bezorgd. Een correcte verzending is echter nog geen bewijs voor ontvangst door de geadresseerde. Er ontstaat wel een bewijsvermoeden van ontvangst op het adres van de geadresseerde. Het is dan aan de geadresseerde (zoals de Belastingdienst) om dit vermoeden te ontzenuwen. Vervolgens krijgt de belastingplichtige weer de kans aannemelijk te maken dat het stuk is ontvangen.
Bijstand in fiscale procedures
Het is van cruciaal belang om bezwaarschriften en beroepschriften tijdig in te dienen. Ontijdige indiening kan leiden tot niet-ontvankelijkverklaring met alle gevolgen van dien. Bij het voeren van een fiscale bezwaar- of beroepsprocedure is het mede daarom van belang om een ter zake deskundige partij in te schakelen, mits de belangen daarvoor voldoende groot zijn uiteraard. Hebt u daar vragen over? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met een van onze fiscaal juristen.
Bronnen:
- Hoge Raad 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1423 (Bewijslast bij betwisting ontvangst door rechtbank).
- Hoge Raad 14 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1153 (Tijdigheid in vorige instantie wordt niet langer ambtshalve beoordeeld).
- Hoge Raad 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7470 (Tijdigheid terpostbezorging bij geen of onleesbare datumstempel).
- Hoge Raad 28 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2138 (Datumstempel postvervoersbedrijf is uitgangspunt bij terpostbezorging).
- Kamerstukken II 1988/89, 21221, nr. 3 (Memorie van toelichting bij de invoering van de Algemene wet bestuursrecht).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan