
Hoge Raad formuleert nieuwe regels over financieel belang bij immateriële schadevergoeding (ISV) wegens overschrijding redelijke termijn
- Publicatiedatum 27 jan 2025
- Aanpassingsdatum 27 jan 2025
- Leestijd 4 min
Een belastingzaak moet binnen een redelijke termijn worden behandeld. Dat recht heeft iedere belastingplichtige op grond van het EVRM. Dit is een van de regels die ziet op een eerlijk proces. Het doel is om te voorkomen dat belastingplichtigen onredelijk lang met onduidelijkheid over hun rechtspositie moeten leven. Als de redelijke termijn wordt overschreden, dan wordt aangenomen dat de belastingplichtige spanning en frustratie ervaart die voor vergoeding in aanmerking komt. Op verzoek krijgt de belastingplichtige dan een immateriële schadevergoeding toegekend, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Een van de bijzondere omstandigheden is een zeer gering financieel belang. In een arrest van 14 juni 2024 heeft de Hoge Raad nieuwe regels geformuleerd met betrekking tot het vereiste financieel belang voor de toekenning van een immateriële schadevergoeding (ISV).
Afwijzing verzoek om immateriële schadevergoeding (ISV) in procedure over € 0,80
Het gaat in deze zaak om een belastingplichtige die procedeert om een financieel belang van € 0,80. De redelijke termijn voor de beslechting van het geschil is overschreden. Het gerechtshof kent echter geen immateriële schadevergoeding toe. Dat komt omdat er sprake is van een zeer gering financieel belang. Er is dan geen aanleiding om aan te nemen dat de (te) lange duur van de procedure spanning en frustratie bij de belastingplichtige heeft veroorzaakt. De belastingplichtige is het hier niet mee eens en de zaak komt bij de Hoge Raad terecht. De Hoge Raad grijpt deze procedure aan voor een koerswijziging. Hij besluit eerst de huidige werkwijze te beschrijven, daarna een wijziging aan te kondigen en tot slot overgangsrecht vorm te geven. Deze drie elementen komen hierna aan de orde.
Hoge Raad beschrijft huidige kaders redelijke termijn en financieel belang voor toekenning ISV
De huidige koers is uitgezet in een arrest uit 2016. Daarin is bepaald dat als de redelijke termijn is overschreden, er als regel sprake is van immateriële schade in de vorm van spanning en frustratie, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Een van die bijzondere omstandigheden is een zeer gering financieel belang (behalve in boetezaken). Op basis van de huidige rechtspraak wordt voor het zeer geringe financiële belang een grens van € 15 aangehouden. Daarbij tellen nevenbeslissingen, zoals over proceskosten en wettelijke rente, niet mee. Dat geldt ook als in een hogere instantie uitsluitend een nevenbeslissing in geschil is. Bij gelijktijdig behandelde zaken is het van belang of het over hetzelfde onderwerp gaat. De omvang van het financiële voordeel wordt gesteld op het voordeel dat de belastingplichtige zou behalen als hij in het gelijk wordt gesteld, tenzij standpunten tegen beter weten in zijn ingenomen.
Hoge Raad (2024) verhoogt vereist financieel belang voor immateriële schadevergoeding (ISV)
De Hoge Raad merkt op dat in sterk toenemende mate procedures worden gevoerd over een belang van meer dan € 15, met als doel het krijgen van een schadevergoeding en proceskostenvergoeding. Hij ziet daarin aanleiding om de grens op een aanzienlijk hoger bedrag dan € 15 te stellen. Voortaan doet zich een bijzondere omstandigheid voor als het financiële belang minder dan € 1.000 bedraagt en de redelijke termijn met niet meer dan twaalf maanden is overschreden. Bij een lager belang met een lagere behandeltermijn, heeft de rechter de vrijheid om op basis van de feiten en omstandigheden te bepalen of een schadevergoeding is gerechtvaardigd. Met het verhogen van de grens naar € 1.000 is aansluiting gezocht bij de grens in boetezaken.
Overgangsrecht financieel belang en toekenning immateriële schadevergoeding
De Hoge Raad formuleert tot slot overgangsrecht met betrekking tot deze nieuwe regels. Deze gelden niet als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Voorafgaand aan de datum van het arrest (14 juni 2024), is door de belastingplichtige verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn; en
- De redelijke termijn voor de fase waarin die procedure zich bevindt, is op de datum van het arrest (14 juni 2024) overschreden.
Als aan beide voorwaarden is voldaan, wordt de vergoeding berekend op basis van de ‘oude systematiek’.
Fiscale procedures en formele spelregels
Een belastingzaak (fiscale procedure) kan soms lang duren. Als dat het geval is, dan is het aan de belastingplichtige om te verzoeken om toekenning van een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Dat is slechts een van de formele aangelegenheden waar rekening mee moet worden gehouden. Bij een fiscale procedure zijn er echter veel meer formele spelregels, zowel voor de belastingplichtige als voor de Belastingdienst. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 14 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:853 (Verhoging van het vereiste financieel belang voor toekenning van een ISV wegens overschrijding redelijke termijn).
- Parket bij de Hoge Raad 17 november 2023, ECLI:NL:PHR:2023:1042 (Conclusie A-G over overschrijding redelijke termijn en gering financieel belang).
- Gerechtshof 26 oktober 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3789 (Hof kent geen ISV toe wegens gering financieel belang).
- Rechtbank Oost-Brabant 15 april 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:1714 (Rechtbank kent geen ISV toe wegens overschrijding redelijke termijn).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan