
Hoge Raad over datum van ontvangst van stukken bij digitaal procederen
- Publicatiedatum 03 feb 2025
- Aanpassingsdatum 03 feb 2025
- Leestijd 3 min
Een van de onderwerpen die al jarenlang op de agenda staat is digitaal procederen. Naast dat het een hoop papier scheelt, maakt het het ook eenvoudiger om aan te tonen dat stukken tijdig zijn verzonden. De afhankelijkheid van postbezorgingsdiensten vervalt immers. Het tijdig indienen van stukken (en het kunnen bewijzen daarvan) is van cruciaal belang, omdat te late indiening van processtukken verregaande gevolgen kan hebben. Digitaal procederen in belastingzaken is al enige tijd mogelijk. De wet bevat daarover diverse bijzondere bepalingen. Een van die bepalingen ziet op de ontvangstbevestiging en het ontvangstmoment van stukken. Over deze bepaling heeft de Hoge Raad zich op 31 januari 2025 in twee zaken uitgelaten. Dit artikel behandelt het arrest van de Hoge Raad over digitaal procederen en het moment van ontvangst van processtukken.
Digitaal ingediend hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard
In beide zaken gaat het om een belanghebbende die digitaal hoger beroep instelt in een WOZ-zaak. Hij dient eerst een pro forma beroepschrift in. De griffier plaatst vervolgens in het digitale systeem een bericht voor de belanghebbende waarin hij een nadere termijn verleent om met een motivering te komen. Die motivering volgt niet op tijd. Het hoger beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Hiermee is de belanghebbende het niet eens. Hij gaat daarom in verzet. Hij voert aan dat hij het bericht niet heeft ontvangen en dat hij ook geen notificatiebericht heeft ontvangen. Het hof wijst het verzet af. Volgens het hof is digitaal hoger beroep ingesteld, heeft de belanghebbende toegang tot het digitale systeem en stond het bericht ook in het digitale systeem. Volgens het hof is het bericht daarmee ontvangen.
Hoge Raad (2025) over ontvangst van stukken bij elektronisch procederen
De Hoge Raad buigt zich over het verweer van de belanghebbende. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat als een partij een stuk indient in het digitale systeem, er een elektronisch notificatiebericht naar de partijen gaat. Als de bestuursrechter een notificatiebericht stuurt, dan is dat het tijdstip van ontvangst door de geadresseerde. Betrokkenen kunnen afzien van het ontvangen van notificatieberichten. Dan geldt het moment waarop het bericht toegankelijk is in het digitale systeem als het ontvangstmoment. Het hof oordeelde dat de belanghebbende het bericht ontving toen het voor hem toegankelijk werd. Dat is te kort door de bocht. Het gaat om het moment waarop het notificatiebericht is verzonden, tenzij is afgezien van de ontvangst van notificatieberichten. Het hof is daar echter niet op ingegaan. De klacht van belanghebbende slaagt en verwijzing van de zaak moet volgen.
Adviseur fiscale procedures en bewijslast verzend- en ontvangsttheorie
Digitaal procederen kan leiden tot een stuk minder discussies over de tijdigheid van ingediende stukken. Dat digitaal procederen niet helemaal zonder risico is, blijkt wel uit dit arrest van de Hoge Raad. Toch verdient digitaal procederen naar mijn mening nog altijd de voorkeur boven het verzenden van papieren stukken. Daar hebben belastingplichtigen en hun adviseurs immers te maken met de ontvangsttheorie en (als uitzondering daarop) de verzendtheorie. Nog daargelaten dat de kwaliteit van postbezorging door traditionele postbezorgers niet altijd even hoog is. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan