
Gerechtshof mocht immateriële schadevergoeding niet verminderen
- Publicatiedatum 28 sep 2025
- Aanpassingsdatum 28 sep 2025
- Leestijd 3 min
Een procedure moet binnen een redelijke termijn zijn beslecht. Lukt dat niet, dan heeft de belanghebbende recht op een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van deze redelijke termijn. In 2024 heeft de Hoge Raad zijn rechtspraak over de immateriële schadevergoeding geactualiseerd. Zo is van een gering financieel belang, wat leidt tot het niet toekennen van een schadevergoeding, pas sprake als het belang ten minste € 1.000 bedraagt. Die grens lag in het verleden op € 15. Op 8 augustus 2025 heeft de Hoge Raad beslist in een zaak die dateert uit de periode dat de grens op € 15 lag. Het gerechtshof stelde in deze zaak de schadevergoeding lager vast, onder andere vanwege een gering belang. Ten onrechte, zo oordeelt de Hoge Raad. In dit artikel behandel ik deze zaak over het ten onrechte verminderen van de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Gerechtshof ziet aanleiding voor verminderen immateriële schadevergoeding tot € 50.
De belanghebbende in deze zaak gaat in bezwaar tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Volgens hem is onvoldoende rekening gehouden met de staat van het onderhoud. Ook heeft de heffingsambtenaar ongeschikte vergelijkingsobjecten gebruikt. Hij wil ook een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank in 2023 oordeelt dat de WOZ-waarde correct is, maar dat er wel recht bestaat op een immateriële schadevergoeding van € 500. Het gerechtshof oordeelt in 2024 dat de WOZ-waarde correct is, maar de immateriële schadevergoeding te hoog. Hij stelt deze vast op € 50. Het hof wijst op de volgende omstandigheden:
- Het is een inhoudelijk eenvoudige zaak.
- Het belang is relatief gering en puur financieel.
- De zaak gaat over een gebruikelijke beschikking met een korte geldingsduur.
- Een procedure zonder risico voor de belanghebbende (no-cure, no-pay).
Hoge Raad (2025): Hof mocht immateriële schadevergoeding niet verminderen
De Hoge Raad overweegt dat het maken van een uitzondering op de ‘normale’ vergoeding van € 500 alleen mogelijk is in bijzondere gevallen. Daarbij is de werkelijke mate van genoten spanning en frustratie aan de zijde van de belanghebbende alleen in uitzonderingsgevallen van belang. De rechter kan volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden als de zaak een gering financieel belang heeft. Op deze zaak is nog het ‘oude’ recht van toepassing, waardoor de drempel op € 15 ligt. Die drempel is gehaald. In de omvang van het belang van de zaak kon het hof daarom geen aanleiding vinden om de immateriële schadevergoeding te matigen. Ook de andere door het hof benoemde punten rechtvaardigen niet het oordeel dat er sprake is van een bijzonder geval. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het gerechtshof en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Het speelveld van de redelijke termijn en de immateriële schadevergoeding
In 2024 en 2025 zijn de nodige procedures gevoerd over de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het onderwerp leeft onder andere omdat in zaken met een beperkt belang, maar toch hoger dan € 15, hoge vergoedingen worden geïncasseerd. De Hoge Raad heeft deze drempel van € 15 reeds verhoogd naar € 1.000. Dat zal een hoop discussies al wegnemen, maar de komende jaren komen er ongetwijfeld nog diverse zaken voorbij die nog onder het oude recht vallen. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 8 augustus 2025, ECLI:NL:HR:2025:1122 (Hoge Raad zet streep door verminderen van immateriële schadevergoeding).
- Gerechtshof Amsterdam 5 november 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3238 (Hof vermindert immateriële schadevergoeding in WOZ-zaak).
Meer over dit thema:
- De redelijke termijn in belastingzaken en de immateriële schadevergoeding.
- Hof woog nevenvordering ten onrechte bij bepalen financieel belang voor schadevergoeding overschrijding redelijke termijn.
- Hoge Raad: no cure no pay overeenkomst staat niet in de weg aan schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.
- Hoge Raad formuleert nieuwe regels over financieel belang bij immateriële schadevergoeding (ISV) wegens overschrijding redelijke termijn.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan