Stel een vraag
De positie van de holding en de verkoop van aandelen in de btw
ArtikelenHerstructurering en overnameOmzetbelasting kopieer en deel Naar kennisbank

De positie van de holding en de verkoop van aandelen in de btw

  • Publicatiedatum 06 aug 2025
  • Aanpassingsdatum 06 aug 2025
  • Leestijd 7 min

De positie van een holding in de btw is complex. Lastige vraagstukken ontstaan met name op het gebied van de kwalificatie als btw-ondernemer, het vormen van een fiscale eenheid en de verkoop van aandelen. De positie van de holding in de btw is voor een groot deel geregeld in twee besluiten. Dit artikel behandelt de positie van de holding in de btw, het vormen van een fiscale eenheid en de gevolgen van transacties met aandelen voor het recht op btw-aftrek. Onderaan dit artikel staat een link naar de relevante besluiten.

De holding als btw-ondernemer en niet-btw-ondernemer

Binnen de btw is een onderscheid te maken in twee soorten holdings: de ondernemer en de niet-ondernemer. Indien een holding uitsluitend aandelen houdt of passief belegt, is geen sprake van een holding die als ondernemer kwalificeert. In drie situaties kwalificeert een (tussen)holding als btw-ondernemer:

  • De holding houdt zich duurzaam bezig met het beheer van haar deelnemingen en daarvoor een vergoeding ontvangt.
  • Het betreft een holding die bedrijfsmatig handelt in effecten.
  • De handelingen van de holding met betrekking tot de aandelen zijn een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de eigen economische activiteit. Een voorbeeld is een handeling die dient ter uitbreiding of wijziging van de operationele activiteiten.

De beoordeling of een holding voor bepaalde activiteiten kwalificeert als ondernemer vindt in principe per deelneming plaats. Het kan dus zo zijn dat een holding voor bepaalde activiteiten wel en voor andere activiteiten niet kwalificeert als btw-ondernemer.

Het opnemen van een holding in de fiscale eenheid btw

Om tot een fiscale eenheid btw te mogen behoren, moet sprake zijn van een ondernemer. Niet elke holding voldoet aan dat vereiste. Het is mogelijk om een topholding of tussenholding die niet kwalificeert als btw-ondernemer, toch op te nemen in de fiscale eenheid. De holding dient dan wel op te treden ten opzichte van de dochtervennootschappen. Het gaat dan om het hebben van een sturende en beleidsbepalende functie in het concern. Een dergelijke holding houdt zich in sterke mate bezig met de besluitvorming binnen het concern en is een belangrijke factor voor de instandhouding ervan. Een belangrijke indicator is dat belangrijke bestuurders zitting hebben in de holding. Er is dan sprake van een wezenlijke economische functie. Voor deze holdings geldt een goedkeuring. Die goedkeuring geldt alleen op verzoek en als aan de verwevenheidsvereisten voor een fiscale eenheid is voldaan. Het gaat dan om financiële, economische en organisatorische verwevenheid.

De verwevenheidsvereisten voor een fiscale eenheid btw en de holding

Naast dat er sprake moet zijn van een sturende en beleidsbepalende holding, dient ook aan de verwevenheidsvereisten te zijn voldaan. Die luiden op hoofdlijnen als volgt:

  • FinanciĂ«le verwevenheid vereist meestal dat er een meerderheidsbelang is, daaronder begrepen de stemrechten. Bijzondere regels gelden voor samenwerkende groepen van aandeelhouders.
  • Organisatorische verwevenheid betreft de aanwezigheid van een als eenheid functionerende leiding. Van organisatorische verwevenheid is ook sprake als de leiding van de ene persoon ten opzichte van de andere feitelijk ondergeschikt is.
  • Economische verwevenheid houdt in dat de activiteiten in hoofdzaak strekken tot verwezenlijking van hetzelfde economische doel.

De verkoop van aandelen door een holding en de btw

Het komt regelmatig voor dat een holding aandelen verkoopt. Er kan dan een discussie ontstaan over het recht op aftrek van btw op de door de holding ingekochte diensten voor deze handeling met aandelen. Dat komt omdat het verkopen van aandelen een btw-vrijgestelde transactie is. Kosten die worden gemaakt voor een btw-vrijgestelde prestatie, geven geen recht op aftrek van btw. Voor de bepaling van het recht op btw-aftrek bij aandelentransacties is een beleidsbesluit uitgevaardigd. Dit besluit bevat als hoofdregel dat een mogelijk recht op aftrek van btw alleen bestaat als de holding kwalificeert als ondernemer. Is dat niet het geval, dan is sprake van handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen. Er is dan geen recht op aftrek van de btw. Is er wel sprake van een btw-ondernemer, dan komt de btw op bepaalde kosten voor aftrek in aanmerking. Daarbij is het onderscheid tussen directe en algemene kosten van groot belang.

De kwalificatie van kosten als direct en algemeen bij aandelentransacties

Het bepalen van het btw-aftrekrecht op ingekochte diensten voor transacties met aandelen begint met de kwalificatie van de kosten die de holding heeft gemaakt. Daarvoor is van belang om te bepalen of de kosten direct toerekenbaar zijn aan een (voorgenomen) handeling. Directe toerekening vereist een rechtstreekse en onmiddellijke samenhang met de aandelentransactie. De objectieve aard en inhoud van de prestatie bepaalt of dit verband bestaat. Gaan deze kosten aan de aandelentransactie vooraf en zijn ze uitsluitend gedaan met het oog op de aandelentransactie, dan is sprake van directe toerekenbaarheid. De btw op de kosten komt dan niet voor aftrek in aanmerking, tenzij de koper buiten de EU is gevestigd. Als het kosten betreft die zijn gemaakt na de transactie en die niet uitsluitend hun oorzaak in de aandelentransactie vinden, dan is sprake van algemene kosten. Deze kosten komen voor aftrek in aanmerking. Volgens de besluitgever hebben deze kosten een samenhang met de gehele economische activiteit van de ondernemer. In hoeverre de btw op deze algemene kosten voor aftrek in aanmerking komt, is afhankelijk van de (pre) pro rata van de holding. Uit deze regels volgt dat het tijdstip van de kosten een belangrijke, maar geen doorslaggevende, omstandigheid is bij het bepalen van het aftrekrecht.

De pro rata van de holding en de aftrek van btw bij transacties met aandelen

De omvang van het recht op aftrek van btw is afhankelijk van de pro rata. De pro rata is de verhouding tussen de btw-belaste en de btw-vrijgestelde omzet. Naarmate de btw-vrijgestelde omzet toeneemt ten opzichte van de btw-belaste omzet, is een kleiner deel van de btw aftrekbaar. Hier doet zich een probleem voor bij aandelentransacties. Die gaan vaak gepaard met aanzienlijke geldsommen. De verkoop van aandelen is echter een btw-vrijgestelde prestatie. De besluitgever heeft echter bepaald dat deze omzet niet meetelt bij het bepalen van de pro rata. Daaraan heeft hij wel als eis verbonden dat de handelingen met betrekking tot de aandelen kwalificeren als bijkomstige financiële handelingen. In dit artikel laat ik de pre pro rata buiten beschouwing.

De verkoopsom van de aandelen en het bepalen van de pro rata

Zoals aangegeven telt bij het bepalen van de pro rata de vergoeding voor de aandelen niet mee. Een uitzondering geldt als er geen sprake is van een bijkomstige financiële handeling. Van een bijkomstige financiële handeling is sprake als de handel in aandelen niet de kernactiviteit van de ondernemer is. Een voorbeeld betreft de incidentele verkoop van aandelen. In het besluit is ook opgenomen wanneer in elk geval geen sprake is van een bijkomstige financiële handeling. Dat is het geval als de ondernemer:

  • Bedrijfsmatig handelt in aandelen.
  • Als participatie- of investeringsmaatschappij, of daaraan gelieerde entiteit, betrokken is bij investeringen met private equity.

Het recht op aftrek van btw bij de aankoop van aandelen

Voor de aankoop van aandelen (zoals een deelneming) zijn de regels minder complex. Uit de jurisprudentie komt naar voren dat als de holding voornemens is zich als btw-ondernemer te gaan gedragen, bijvoorbeeld door zich tegen vergoeding te bemoeien met de aan te kopen deelneming, recht bestaat op btw-aftrek. Er is dan sprake van algemene kosten van de holding. De btw op die kosten is aftrekbaar overeenkomstig de pro rata van de holding. 

De positie van holdings in de btw blijft een complexe aangelegenheid

Met twee nieuwe beleidsbesluiten is geprobeerd om per 1 juli 2025 voor meer duidelijkheid te zorgen. Dat is echter maar deels gelukt. De geschetste kaders bevatten veel ruimte voor discussie en gezien de vaak grote financiële belangen zullen die discussies ook zeker ontstaan. Verder volgt uit Europese jurisprudentie een aantal regels die niet direct terugkomen in deze besluiten. Ondernemers doen er daarom goed aan hun fiscale positie te (laten) doorgronden en bij aandelentransacties deskundig advies in te winnen. Hebt u daar vragen over? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: