Het afschaffen van het LIV per 2025 en het LKV oudere werknemer per 2026

In 2017 werd de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) ingevoerd. Het doel van deze wet is om arbeidsparticipatie van lagere en middeninkomens te bevorderen. In het kader van de Wtl kennen we op dit moment de loonkostenvoordelen (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) en de tegemoetkoming in de verhoging van het jeugdloon (het zogenaamde jeugd-LIV) ingevoerd. De wetgever heeft besloten het LIV af te schaffen. Ook wordt er een uitbreiding aangebracht in het loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van arbeidsgehandicapte werknemers. Verder wordt het LKV oudere werknemer stapsgewijs afgeschaft. Dit artikel behandelt het afschaffen van het LIV per 2025, het afschaffen van het LKV oudere werknemer per 2026 en enkele wijzigingen in de loonkostenvoordelen (LKV). Het wetsvoorstel is op 16 april 2024 aangenomen.  

Afschaffen lage-inkomensvoordeel (LIV) per 2025

De wetgever schaft het LIV af. Als hoofdreden voert hij aan dat het LIV in te beperkte mate bijdraagt aan het beoogde doel, namelijk het stimuleren om mensen met een laag inkomen in dienst te nemen. Zo oordeelde de Algemene Rekenkamer al in 2019 dat het LIV ondoelmatig is. Het effect op de werkgelegenheid is te beperkt om instandhouding te rechtvaardigen. Ondanks eerdere toezeggingen, leidt het afschaffen van het LIV, niet tot de invoering van een nieuw loonkostenvoordeel. Dat voordeel zou moeten gaan gelden voor jongeren met een potentieel kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, maar daar ziet het kabinet nu van af. Dat de afschaffing per 2025 plaatsvindt, betekent dat er in 2025 nog LIV-betalingen over 2024 zullen plaatsvinden. 

Afschaffen LKV oudere werknemer per 2026 en afbouwregeling

Het ingediende wetsvoorstel is later uitgebreid met de afschaffing van het LKV oudere werknemer per 2026. Dit is het gevolg van het negatief evalueren van de regeling in 2022. Daarom zal een stapsgewijze afschaffing plaatsvinden. In de tabel hieronder is de afschaffing uitgewerkt. 

De wetgever heeft aangegeven om werkgevers op andere manieren te willen stimuleren om oudere werknemers in dienst te nemen. De verlaging van de bedragen van het loonkostenvoordeel oudere werknemer vindt plaats per 1 januari 2025. De afschaffing treedt echter pas per 1 januari 2026 in werking. In de wet valt te lezen dat het LKV oudere werknemer niet wordt verstrekt over periodes gelegen na 31 december 2025. Het hiervoor opgenomen overgangsrecht vormt daarop de uitzondering.

Afschaffen LIV leidt tot structureel LKV doelgroep banenafspraak per 2026

Het voorstel is om de middelen die met het afschaffen van het LIV vrijkomen, aan te wenden om het LKV voor de doelgroep banenafspraak structureel te maken. Dit LKV is van toepassing als de werkgever een werknemer in dienst neemt die in de maand voorafgaand aan de dienstbetrekking behoorde tot de doelgroep banenafspraak. Op dit moment kan dit LKV maximaal drie jaar worden toegepast. Het wordt echter mogelijk om het LKV toe te passen voor zolang de dienstbetrekking loopt. Dat geldt ook voor werknemers die bij invoering van deze uitbreiding al in dienst zijn. Tot slot wordt de zogenaamde doelgroepverklaring afgeschaft. De werkgever kan zelf in het register opzoeken of de werknemer in aanmerking komt voor het LKV. Het wetsvoorstel hieromtrent moet nog worden ingediend. Voor beschut werk en de Wsw wordt de afschaffing van het LIV gecompenseerd via het gemeentefonds. Naar verwachting gaat deze maatregel per 2026 in. 

Uitbreiding loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer (LKV) per 2026

Het LKV voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer is bedoeld voor werkgevers die  een werknemer met een WIA-, WAO-, of WAZ-uitkering laten terugkeren in de eigen functie, of in een andere functie in hetzelfde bedrijf laten werken. Het doel is om werkgevers te stimuleren om werknemers met een beperking in dienst te houden. Op dit moment bestaat alleen recht op het LKV, als de werknemer recht heeft op een WIA-uitkering en daarna start met passend werk. In de praktijk gaat het vaak anders. Tijdens de wachttijd wordt dan al passend werk verricht. Daardoor wordt niet voldaan aan het vereiste van het WIA-recht. Daarom wordt dit LKV gewijzigd. Er bestaat vanaf 2026 ook recht op het LKV als de werknemer na de wachttijd de arbeid hervat. De werknemer vraagt dan binnen drie maanden na afloop van de 104 weken wachttijd, een doelgroepverklaring aan bij UWV. 

Overgangsrecht uitbreiding LKV arbeidsgehandicapte werknemer per 2026

De wetgever meent dat overgangsrecht bij de uitbreiding van het LKV voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer, op zijn plaats is. Het overgangsrecht voorziet erin dat de verruiming van dit LKV ook geldt als de werknemer voor de inwerkingtreding, maar tijdens de wachttijd, het eigen werk gedeeltelijk of geheel heeft hervat of in een andere functie bij hetzelfde bedrijf werkt. Vereist is dan ook dat het recht op WIA is aangevangen op of na de datum van inwerkingtreding. Bepalend is dus de aanvangsdatum van het recht op een WIA-uitkering. 

Advisering loonheffingen en Wtl

Het afschaffen van het LIV en het LKV oudere werknemer kan voor werkgevers financiële gevolgen hebben. Het is van belang om te zorgen dat u weet waar nu nog recht op heeft en waarop niet. Hebt u vragen over dit onderwerp? Bijvoorbeeld over de gevolgen van het afschaffen van het LIV en het verbeteren van de LKV voor uw organisatie? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met een van onze fiscalisten.