Kennisgroepstandpunt over het omzetten van een box 2-verlies in een belastingkorting en de wachttijd na echtscheiding

De Belastingdienst heeft een standpunt bekendgemaakt over het omzetten van een verlies uit aanmerkelijk belang (box 2, inkomstenbelasting) in een belastingkorting. Het kennisgroepstandpunt ziet specifiek op echtscheidingssituaties en de uitwerking daarvan op de wachttijd. In de specifieke casus waar de kennisgroep naar keek was er sprake van een samenloop met de mogelijkheid om in het jaar van echtscheiding nog aangifte te doen als fiscaal partners. Dit artikel behandelt het kennisgroepstandpunt over het omzetten van een box 2-verlies in een belastingkorting, de relevante wachttijd en de invloed van een echtscheiding daarop.

Aanleiding voor kennisgroepstandpunt belastingkorting box 2

De kennisgroep schetst het volgende voorbeeld, waarbij de namen omwille van de leesbaarheid zijn veranderd.

Ruud en Maaike zijn buiten gemeenschap van goederen getrouwd. Allebei hebben ze 100% van de aandelen in een eigen holding. Ruud ontbindt zijn holding in 2021. Hierdoor heeft hij niet langer een aanmerkelijk belang. Dit leidt tot een negatief vervreemdingsvoordeel dat helemaal aan Ruud wordt toegerekend. Er is bij hem daardoor sprake van een nog niet verrekend box 2-verlies.

In 2022 gaan Ruud en Maaike scheiden. Zij doen dat jaar nog aangifte inkomstenbelasting alsof zij het hele jaar fiscaal partner zijn geweest. Dat is toegestaan.

In 2023 zijn Ruud en Maaike geen fiscaal partners meer. Ruud wil graag zijn niet verrekende box 2-verlies omzetten in een belastingkorting voor box 1. Volgens de Belastingdienst is dit niet mogelijk.

Regels bij het omzetten van een box 2-verlies in een belastingkorting

Voor een goed begrip van het standpunt van de Belastingdienst is het belangrijk om bekend te zijn met de regel over de wachttijd bij de belastingkorting. Een niet-verrekend box 2-verlies kan worden omgezet als de belastingplichtige en zijn partner in het kalenderjaar (hier: 2023) en het jaar ervoor (hier: 2022) geen aanmerkelijk belang meer hebben. Deze wachttijd is bedoeld om misbruik tegen te gaan. Daarnaast moet de belastingplichtige om gebruik te kunnen maken van de regeling een verzoek doen.

Belastingdienst oordeelt dat belastingkorting niet mogelijk is door fiscaal partnerschap

De Belastingdienst haalt uit de wettekst twee voorwaarden. Ten eerste moet de belastingplichtige geen aanmerkelijk belang meer hebben in het jaar zelf en het jaar ervoor. Aan die voorwaarde is voldaan, want Ruud ontbond zijn bv al in 2021. De tweede voorwaarde is dat de fiscaal partner geen aanmerkelijk belang heeft in het kalenderjaar en het jaar ervoor. Aan die voorwaarde is niet voldaan. In 2022 hebben Ruud en Maaike er namelijk voor gekozen om nog aangifte te doen als fiscaal partners. Maaike had toen nog een aanmerkelijk belang in haar holding. Er is daarom niet aan allebei de voorwaarden voldaan. De wachttijd is voor Ruud daarom een jaar langer dan verwacht.

Gevolgen fiscaal partnerschap voor aanmerkelijk belang

Het zijn van fiscaal partners leidt ertoe dat het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel wordt. Dat kan voor- en nadelen hebben. Zo geldt sinds 2024 dat in verlaagde box 2-tarief van toepassing is op box 2-inkomen tot € 67.000. Bij fiscaal partners is dat echter € 134.000, omdat ieder van de fiscaal partners dan gebruik kan maken van de portie van € 67.000. Hebt u vragen over aanmerkelijkbelangheffing, bijvoorbeeld over de wachttijd voor het omzetten van het verlies in box 2 in een belastingkorting na een echtscheiding? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.