
Opleggen aanslag tijdens boekenonderzoek en ambtelijk verzuim
- Publicatiedatum 14 jun 2025
- Aanpassingsdatum 14 jun 2025
- Leestijd 4 min
De Belastingdienst legt vaak tijdens een boekenonderzoek al navorderingsaanslagen op. Dat doet hij meestal om te voorkomen dat termijnoverschrijdingen plaatsvinden. Dit gebeurt als er al een eerdere aanslag is opgelegd die men wil corrigeren, maar ook als de belastingplichtige nog geen aangifte heeft ingediend. De Hoge Raad heeft zich in 2022 uitgesproken over dit onderwerp. Het gaat om een zaak waarin de belastingplichtige de aangifte niet heeft gedaan. De vraag is of de Belastingdienst terecht de aanslagtermijn van drie jaar heeft laten verlopen. Dit artikel behandelt het arrest van de Hoge Raad en gaat in op de regels over het opleggen van een aanslag tijdens een boekenonderzoek.
Belastingdienst legt tijdens boekenonderzoek een navorderingsaanslag op
De belastingplichtige in deze zaak is voor de jaren 2009 tot en met 2011 niet uitgenodigd om aangifte inkomstenbelasting te doen. Hij heeft ook geen aangifte ingediend. In 2014 betrapt de Belastingdienst de belastingplichtige in een dure auto. De Belastingdienst vraagt diverse malen informatie op en ontvangt dit gedeeltelijk. Er volgt een boekenonderzoek naar de inkomstenbelasting over 2009 tot en met 2013. De wettelijke termijn om een aanslag inkomstenbelasting 2011 op te leggen verstrijkt eind van 2014. De Belastingdienst legt na het verstrijken van deze termijn een navorderingsaanslag op. Volgens de belastingplichtige is dat niet mogelijk. Hij meent dat de Belastingdienst voor het verstrijken van de termijn al over voldoende informatie beschikte om tijdig een aanslag op te leggen. Dat dit niet is gebeurd, is een ambtelijk verzuim.
Hoge Raad (2022): Regels over navorderingstermijn en aanslag tijdens boekenonderzoek
De Hoge Raad zet eerst de juridische kaders uiteen. Als hoofdregel geldt dat de inspecteur die een boekenonderzoek instelt, met het opleggen van een aanslag moet wachten tot het onderzoek is afgerond. Doet hij dat niet, dan is sprake van een ambtelijk verzuim. Een ambtelijk verzuim staat aan navordering in de weg. Deze hoofdregel geldt ook als er geen aangifte is gedaan en de inspecteur een onderzoek instelt naar een mogelijke aangifteplicht. Wel geldt er een uitzondering als er gegronde redenen zijn om toch een aanslag op te leggen voordat de onderzoeksresultaten duidelijk zijn. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als tijdens het boekenonderzoek de termijn om een aanslag op te mogen leggen, dreigt te verstrijken. Het uitvoeren van een boekenonderzoek verlengt namelijk niet de aanslagtermijn. Aan het einde van de aanslagtermijn moet de inspecteur dan een aanslag opleggen als hij op basis van de beschikbare gegevens in redelijkheid moet menen dat er belasting is verschuldigd.
Hoge Raad (2022): Verstrijken aanslagtermijn kan verplichten tot opleggen navorderingsaanslag
De inspecteur moet bij het verstrijken van de aanslagtermijn beoordelen of hij tijdens het boekenonderzoek al een aanslag moet opleggen. Dat beoordeelt hij op basis van de beschikbare informatie. Daartoe behoort ook de informatie waarover hij niet beschikt, maar in redelijkheid wel had moeten beschikken. Tot de informatie waarover de inspecteur wordt geacht te beschikken behoort alle informatie waarover hij bij een behoorlijke en voldoende voortvarende taakuitoefening zou hebben beschikt. De kans is groot dat de inspecteur de exacte omvang van de belastingschuld op dat moment nog niet kent. Hij mag de aanslag daarom baseren op een redelijke schatting. Het gaat daarbij om de omvang van de belastingschuld waar de inspecteur op dat moment in redelijkheid rekening mee moet houden. Blijkt later dat de belastingschuld hoger is, dan kan daarvoor sprake zijn van nieuwe feiten die navordering mogelijk maken.
Hoge aanslag tijdens boekenonderzoek door Belastingdienst
De Belastingdienst legt in de praktijk vaak aanslagen ‘ter behoud van rechten’ op. Daarbij maakt de inspecteur doorgaans gebruik van forse schattingen. Gezien de bovenstaande rechtsregels valt daar wel iets voor de te zeggen. Als de inspecteur de belastingschuld te laag inschat, kan een discussie ontstaan over de vraag of voor het meerdere wel sprake is van een ‘nieuw feit’. De inspecteur dient echter wel te zorgen dat de schatting redelijk blijft. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:638 (Het opleggen van een aanslag tijdens een boekenonderzoek).
- Gerechtshof Den Haag 22 september 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2021 (Geen sprake van ambtelijk verzuim, aanslag blijft in stand).
- Rechtbank Den Haag 24 december 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13671 (Inspecteur beschikt over nieuw feit, aanslag blijft in stand).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan