Stel een vraag
Navordering door de Belastingdienst
ArtikelenFormeel belastingrecht en procederen kopieer en deel Naar kennisbank

Navordering door de Belastingdienst

  • Publicatiedatum 22 dec 2024
  • Aanpassingsdatum 09 jan 2025
  • Leestijd 8 min

Als te weinig belasting is geheven, dan kan de Belastingdienst het meerdere alsnog heffen. Afhankelijk van het soort belasting (aanslagbelasting of aangiftebelasting) krijgt de belastingplichtige dan een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag opgelegd. Een navorderingsaanslag is aan de orde bij een aanslagbelasting. Kenmerkend voor een aanslagbelasting is dat de Belastingdienst een aanslag oplegt. Bekende voorbeelden zijn de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Aan het navorderen van belasting door de Belastingdienst zijn voorwaarden verbonden. Dit artikel gaat over de hoofdregels bij navordering door de Belastingdienst.

Hoofdregels bij navordering door de Belastingdienst

Via navordering kan de Belastingdienst terugkomen op een eerdere opgelegde aanslag. Belastingplichtigen moeten echter aan een opgelegde aanslag vertrouwen kunnen ontlenen (rechtszekerheid). Navordering is daarom niet onbeperkt mogelijk. Via de regels die voor navordering gelden heeft de wetgever in feite bepaald in welke situatie de rechtszekerheid moet wijken voor een juiste belastingheffing. De volgende uitgangspunten gelden:

  • Navordering door de Belastingdienst vereist een nieuw feit, tenzij sprake is van kwade trouw bij de belastingplichtige of een specifiek in de wet genoemde omstandigheden.
  • De Belastingdienst kan niet onbeperkt in de tijd navorderen. Er zijn verschillende navorderingstermijnen.
  • Navordering is alleen mogelijk als er ten onrechte geen aanslag is opgelegd, een aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, een wettelijke vermindering of een ontheffing, teruggaaf of heffingskorting ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

Het vereiste van een nieuw feit voor navordering

Als uitgangspunt geldt dat de Belastingdienst een nieuw feit nodig heeft om te mogen navorderen. Het idee achter deze regel heeft te maken met rechtszekerheid. De belastingplichtige verstrekt de inlichtingen op basis waarvan de Belastingdienst de aanslag oplegt. Aan deze aanslag moet de belastingplichtige zekerheid kunnen ontlenen. Als de Belastingdienst niet voldoende zorgvuldig de inlichtingen beoordeelt, dan gaat in principe de rechtszekerheid voor op de juiste heffing. Navorderen is dan niet mogelijk. Een feit is alleen ‘nieuw’ als het de inspecteur niet bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn op het moment van het vaststellen van de aanslag. Een gewijzigd inzicht in de toepassing van wet- en regelgeving leidt niet tot een navorderingsmogelijkheid. Heeft de inspecteur onvoldoende zorgvuldig de aanslag opgelegd, dan is sprake van een ambtelijk verzuim en is navordering alleen mogelijk via de in de wet geregelde middelen die hierna nog aan de orde komen.

Het ambtelijk verzuim bij navordering door de Belastingdienst

Een ambtelijk verzuim staat bij navordering in de weg aan de aanwezigheid van een nieuw feit. De vraag is echter hoe ver de onderzoeksplicht van de inspecteur reikt bij het opleggen van een aanslag. In de rechtspraak zijn hiervoor een aantal kaders gegeven. Als hoofdregel geldt dat de inspecteur mag vertrouwen op de juistheid van de in de aangifte opgenomen gegevens. De inspecteur richt zijn onderzoek op deze gegevens. Hij dient met normale zorgvuldigheid kennis te nemen van de inhoud van de aangifte. Een nadere onderzoeksplicht is niet aanwezig als de niet onwaarschijnlijke mogelijkheid bestaat dat de aangifte juist is. De Hoge Raad schetste deze ietwat complex verwoorde rechtsregel in 2010. Een ambtelijk verzuim kan worden voorkomen als de inspecteur de belastingplichtige voordat deze de aanslag ontvangt, op de hoogte brengt van de onjuistheid.

Navordering bij kwade trouw van de belastingplichtige

Als de belastingplichtige te kwader trouw is, is navordering mogelijk zonder toetsing aan het nieuwfeitvereiste. Van kwade trouw is sprake als de belastingplichtige aan de inspecteur opzettelijk onjuiste inlichtingen heeft verstrekte of juiste inlichtingen heeft achtergehouden. Het gaat erom dat er met betrekking tot het geconstateerde feit, sprake is van kwade trouw. Het niet-geven van de juiste inlichtingen leidt alleen tot kwade trouw, als de belastingplichtige die inlichtingen wettelijk gezien had moeten verstrekken. De inspecteur dient de aanwezigheid van kwade trouw aannemelijk te maken. De aanwezigheid van kwade trouw moet worden beoordeeld op het moment van het doen van de aangifte. Als er geen aanslag is opgelegd, moet worden gekeken naar de gedragingen voorafgaand aan het verstrijken van de aanslagtermijn.

Overige gronden voor navordering door de Belastingdienst

Er zijn in de wet nog drie gronden opgenomen die navordering rechtvaardigen, ook als er geen nieuw feit aanwezig is. Het gaat om de volgende gronden:

  • Een voorlopige aanslag, voorheffing, voorlopige teruggaaf of voorlopige verliesverrekening is ten onrechte of tot een onjuist bedrag verrekend.
  • Het betreft de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen in de inkomstenbelasting tussen de belastingplichtige en zijn partner (de partnerregeling) waarbij over de toerekening geen overeenstemming bestaat.
  • Als gevolg van een kenbare fout is een aanslag ten onrechte achterwege gelaten of te laag vastgesteld. Een fout wordt redelijkerwijs kenbaar geacht als de te weinig geheven belasting ten minste 30% van de verschuldigde belasting bedraagt.

Dat geen nieuw feit is vereist, wil niet zeggen dat navordering grenzeloos mogelijk is. De inspecteur dient zich steeds te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hierna wordt op de verschillende gronden ingegaan.

Navordering bij onjuiste verrekening of voorheffing

Bij deze grond gaat het om een ten onrechte verleende of verrekende voorlopige aanslag, voorheffing, voorlopige teruggaaf of voorlopige verliesverrekening. Deze navorderingsgrond kan bijvoorbeeld aan de orde komen als sprake is van verrekende, maar niet ingehouden of afgedragen bedragen aan loonbelasting of dividendbelasting.

Navordering bij toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen

Deze grond voor navordering komt aan de orde bij de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen tussen partners in de inkomstenbelasting. Het gaat om situaties waarin een gemeenschappelijk bestanddeel niet volledig is toegerekend aan een of beide partners. Via deze navorderingsgrond kan de inspecteur, ook als de aanslag van een van beide partners al definitief is vastgesteld, een onvolledige verdeling herstellen.

Navordering door de Belastingdienst en kenbare fout

De navorderingsmogelijkheid bij een kenbare fout vormt de wettelijke verankering van de oude jurisprudentie over schrijf- en tikfouten. Van een fout is sprake als er een misslag is die bij de Belastingdienst optreedt in verband met de aanslagregeling. Dat is een neutraal en ruim foutbegrip. Het gaat dan bijvoorbeeld om schrijf- en rekenfouten, maar ook om fouten als gevolg van de geautomatiseerde afdoening van aangiften. Beoordelingsfouten kwalificeren niet als fout voor deze navorderingsgrond. Naast dat er een fout moet zijn, moet deze fout ook kenbaar zijn. Daarvan is in elk geval sprake als de te weinig geheven belasting 30% of meer van de verschuldigde belasting bedraagt.

De algemene navorderingstermijnen

Navordering is niet onbeperkt in de tijd mogelijk. In de wet zijn een aantal verschillende navorderingstermijnen opgenomen. Daarbij geldt steeds dat de termijn gaat lopen op het moment dat de materiële belastingschuld ontstaat. Dat is bij een tijdstipbelasting op het moment dat de belaste gebeurtenis zich voordoet en bij een tijdvakbelasting is dat aan het einde van het tijdvak. De wet bevat de volgende navorderingstermijnen:

  • De hoofdregel is een navorderingstermijn van vijf jaar, verlengt met de duur van verleend uitstel voor het doen van de aangifte. Een verlenging van de termijn vindt ook plaats als de aangifte spontaan wordt gedaan binnen zes maanden voor het verstrijken van de termijn.
  • De vijfjaarstermijn geldt niet bij navordering in verband met de partnerregeling.
  • Bij navordering wegens een kenbare fout geldt een termijn van twee jaar vanaf het nemen van het besluit om geen aanslag (of een te lage aanslag) op te leggen. De termijn wordt verlengd met verleend uitstel.
  • Bij navordering in verband met in het buitenland gehouden of opgekomen bestanddelen, geldt een termijn van twaalf jaar (de verlengde navorderingstermijn), verlengd met verleend uitstel.
  • Navorderen bij verliescompensatie is mogelijk zolang navordering over het jaar waaruit het verlies afkomstig is, mogelijk is.
  • Bij het verlenen van een te hoge heffingskorting als gevolg van overschrijding van het maximale bedrag bij de gecombineerde heffingskorting, is navordering mogelijk tot acht weken na het tijdstip waarop de aanslag van de partner onherroepelijk vaststaat.

De navorderingstermijnen voor de erfbelasting en de schenkbelasting

Voor de erfbelasting en de schenkbelasting gelden afwijkende navorderingstermijnen en/of startdatums voor de navorderingstermijnen:

  • De navorderingstermijn voor de erfbelasting loopt vanaf de dag van inschrijving van de akte van overlijden.
  • Voor de schenkbelasting geldt dat als er geen aangifte is gedaan, de termijn start op de dag van inschrijving van de akte van overlijden van de schenker of van de begiftigde dan wel op de dag na de aangifte als de aangifte ten minste vier maanden na afloop van het kalenderjaar van schenken is ingediend.
  • De navorderingstermijn voor de erfbelasting is onbeperkt als de aangifte niet, onjuist of onvolledig is gedaan met betrekking tot buitenlands vermogen.

Op bovenstaande uitgangspunten bestaan nog diverse uitzonderingen.

Advies en bijstand bij navordering door de Belastingdienst

Navorderingsaanslagen zijn in de praktijk aan de orde van de dag. Wij adviseren regelmatig ondernemers die met navordering door de Belastingdienst te maken krijgen. Dat kan zijn door de navordering zelf te beoordelen, maar ook door het bestrijden van de aangebrachte correcties en het eventueel voeren van een procedure. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: