
Niet aanvullen dossier andere belastingplichtige kan ambtelijk verzuim voor navordering zijn
- Publicatiedatum 04 mei 2025
- Aanpassingsdatum 04 mei 2025
- Leestijd 4 min
De Belastingdienst mag te weinig geheven belasting navorderen, mits aan de voorwaarden voor navordering is voldaan. Zo is navordering in beginsel alleen mogelijk als de Belastingdienst beschikt over een nieuw feit. Van een nieuw feit is geen sprake als het informatie betreft waar de inspecteur over had moeten beschikken. In dat geval is sprake van een ambtelijk verzuim. Navordering is dan niet altijd mogelijk. In 2023 heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of van een ambtelijk verzuim sprake is, als het ‘nieuwe feit’ al langere tijd bekend is in het dossier van een andere belastingplichtige. In dit geval ging het om informatie die in het aangiftedossier van de moeder zit, terwijl de belastingplichtige bij wie wordt nagevorderd de dochter is. Dit artikel behandelt de uitspraak van de Hoge Raad over het aanvullen van het dossier van een andere belastingplichtige en het ambtelijk verzuim als dit niet plaatsvindt.
Transacties met onroerende zaken leiden tot ongebruikelijke terbeschikkingstelling en navordering
In deze zaak hebben diverse transacties in familieverband plaatsgevonden met betrekking tot onroerende zaken. De dochter geeft deze onroerende zaken aan in box 3 en de Belastingdienst volgt de ingediende aangiften. Er volgt een onderzoek naar een aangifte inkomstenbelasting van de moeder. Daarbij wordt geconstateerd dat er aanleiding is om aan te nemen dat er een zogenaamde ongebruikelijke terbeschikkingstelling heeft plaatsgevonden. De dochter had de onroerende zaken dan in box 1 moeten aangeven. Dit leidt tot een navorderingsaanslag voor de dochter. Zij bestrijdt de navorderingsaanslag omdat de inspecteur een ambtelijk verzuim zou hebben begaan. De inspecteur die de aangiften van haar moeder behandelt was volgens haar allang op de hoogte van de omstandigheden en had dit moeten opnemen in de dossiers van de andere betrokken belastingplichtigen. De Hoge Raad moet zich over deze vraag buigen.
Hoofdregel: Geen ambtelijk verzuim bij niet-raadplegen dossiers andere belastingplichtigen
De vraag die centraal staat is of gegevens die relevant kunnen zijn voor de belastingheffing van andere belastingplichtigen moeten worden toegevoegd aan de dossiers van die andere belastingplichtigen. De Hoge Raad formuleert eerst de hoofdregel. De inspecteur kan volstaan met het raadplegen van het (digitale) dossier dat de aangiften en andere gegevens van die belastingplichtige voor de inkomstenbelasting bevat. Er is geen verplichting tot het raadplegen van (digitale) dossiers van andere belastingplichtigen of belastingmiddelen. Een nader onderzoek is slechts nodig als de gegevens uit het (digitale) dossier van de belastingplichtige daartoe redelijkerwijs aanleiding geven. In deze zaak was de inspecteur niet verplicht om ook dossiers van andere belastingplichtigen in de beoordeling te betrekken, omdat de stukken uit het dossier van de dochter daartoe geen aanleiding gaven. Bij bijzondere omstandigheden kan zich echter een uitzondering voordoen.
Hoge Raad (2023): Bijzondere omstandigheden vereisen raadpleging dossier andere belastingplichtigen
De hiervoor geformuleerde hoofdregel is niet absoluut. De Hoge Raad geeft aan dat onder bijzondere omstandigheden het (digitale) dossier van de belastingplichtige onvolledig moet worden geacht. Dat doet zich voor als de ten aanzien van een andere belastingplichtige bevoegde inspecteur, heeft nagelaten het dossier aan te (laten) vullen. Daarbij zijn twee voorwaarden relevant:
- De ten aanzien van de andere belastingplichtige bevoegde inspecteur heeft met het oog op de heffing van inkomstenbelasting bij de andere belastingplichtige een onderzoek ingesteld; en
- Hij heeft naar aanleiding van dat onderzoek een standpunt ingenomen waarvan hij weet dat kennisneming van belang is voor het regelen van de aanslagen inkomstenbelasting van de andere betrokkenen.
Het nalaten van het toevoegen van deze gegevens aan het dossier van de belastingplichtige, is in strijd met een behoorlijke taakvervulling en leidt tot een ambtelijk verzuim dat aan navordering in de weg staat.
Reikwijdte arrest ambtelijk verzuim en dossier andere belastingplichtigen vooralsnog onduidelijk
De Hoge Raad formuleert op een aantal plaatsen in dit arrest overwegingen die enige onduidelijkheid scheppen over de reikwijdte van dit arrest. Het lijkt erop dat deze bijzondere omstandigheden zich alleen voordoen als door het onderwerp van het onderzoek bij de belastingplichtige, duidelijk is wie de andere betrokkenen zijn. Anders gezegd: het moet gaan om een specifiek afgebakende groep van personen. In deze zaak betrof het bloed- en aanverwanten. Jurisprudentie in de komende jaren zal duidelijk(er) moeten maken wat de reikwijdte van deze regel is.
Advies bij nieuw feit discussies met de Belastingdienst
Om te kunnen navorderen moet de Belastingdienst in principe beschikken over een nieuw feit. Niet zelden ontstaat in een navorderingsprocedure de vraag of het feit waar de Belastingdienst mee komt, wel kwalificeert als een nieuw feit. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 27 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1343 (Het bij bijzondere omstandigheden niet aanvullen van het dossier van een andere belastingplichtige kan leiden tot een ambtelijk verzuim).
- Gerechtshof Den Haag 28 april 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:800 (Niet aanvullen dossier andere belastingplichtige vormt ambtelijk verzuim).
- Rechtbank Den Haag 22 april 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4095 (Geen nieuw feit; niet aanvullen van het dossier leidt tot ambtelijk verzuim).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan