Stel een vraag
Ondanks werkzaamheden in Brunei is belastingplichtige fiscaal inwoner van Nederland
Formeel belastingrecht en procederenInkomstenbelastingJurisprudentie kopieer en deel Naar kennisbank

Ondanks werkzaamheden in Brunei is belastingplichtige fiscaal inwoner van Nederland

  • Publicatiedatum 14 mei 2025
  • Aanpassingsdatum 14 mei 2025
  • Leestijd 4 min

Of iemand zijn fiscale woonplaats in Nederland heeft is voor de belastingheffing van groot belang. Een fiscaal inwoner van Nederland wordt meestal voor het wereldinkomen in de belastingheffing betrokken en een niet-inwoner van Nederland wordt dat slechts voor het zogeheten Nederlands inkomen. De beoordeling of iemand fiscaal inwoner is van Nederland, vindt plaats met inachtneming van alle feiten en omstandigheden. Het betreft een open norm, waardoor een individuele benadering en toetsing van groot belang is. In de praktijk leidt een woonplaatsonderzoek vaak tot discussies met de Belastingdienst. In dit artikel behandel ik de uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 26 februari 2025. Het betreft een zaak waarin de belastingplichtige vindt dat hij fiscaal inwoner is van Brunei, maar de inspecteur meent dat hij fiscaal inwoner is van Nederland.

Nederlander werkt in 2009 via Cypriotisch bedrijf in Brunei

De belastingplichtige in deze zaak is een Nederlander. Een deel van 2009 staat hij ingeschreven in Nederland en een deel van 2009 in Brunei. In de periode 2008 tot en met 2011 werkt hij via een Cypriotisch bedrijf voor een bedrijf op Brunei. Het Cypriotische bedrijf betaalt de vergoedingen uit op de Nederlandse bankrekening van de belastingplichtige. De belastingplichtige is van mening dat hij in 2009 geen fiscaal inwoner was van Nederland. Hij heeft het ontvangen inkomen daarom opgenomen als ‘niet in Nederland belaste inkomsten’. Nadat de inspecteur in 2019 via een derdenonderzoek informatie verkrijgt waaruit hij het tegendeel afleidt, volgt in 2021 een navorderingsaanslag. Ook legt de inspecteur een vergrijpboete op. De inspecteur is van mening dat de belastingplichtige in 2009 fiscaal inwoner was van Nederland en dat de inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden als onderdeel van het wereldinkomen belast hadden moeten worden.

Rechtbank (2023): belastingplichtige is ondanks werkzaamheden in Brunei fiscaal inwoner van Nederland

De rechtbank buigt zich onder andere over de vraag of de belastingplichtige fiscaal inwoner is van Nederland. De volgende feiten en omstandigheden zijn onbetwist:

  • De belastingplichtige stond een deel van 2009 ingeschreven in het BRP in Nederland.
  • Hij heeft maar kort in Brunei ingeschreven gestaan.
  • Hij heeft de Nederlandse nationaliteit.
  • In Nederland beschikt hij over een woning die als hoofdverblijf ter beschikking staat.
  • Hij is in loondienst werkzaam geweest voor een Nederlandse inhoudingsplichtige.
  • Hij was in Nederland verzekerd voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
  • Tijdens het verblijf in Brunei verbleef hij in een gastenhuis.

Volgens de rechtbank is bovenstaande voldoende om bewezen te achten dat de belastingplichtige fiscaal inwoner van Nederland is in 2009. Nu sprake is van in het buitenland opgekomen inkomen, is de verlengde navorderingstermijn van toepassing. De navorderingsaanslag is daarom terecht opgelegd. De vervolgvraag is of dat ook geldt voor de vergrijpboete.

Rechtbank (2023): inspecteur slaagt niet in bewijslast voor vergrijpboete

De inspecteur heeft een vergrijpboete opgelegd. Hij meent dat sprake is van opzet en dat er een strafverzwarende omstandigheid in de vorm van listigheid aanwezig is. Later neemt de inspecteur het standpunt in dat sprake is van voorwaardelijke opzet en in het tiendagenstuk neemt hij het subsidiaire standpunt in dat sprake is van grove schuld. De inspecteur onderbouwt dit door te wijzen op het feit dat de belastingplichtige heeft gebeld met de Belastingdienst en ondanks de verkregen inlichtingen toch als buitenlands belastingplichtige aangifte heeft gedaan en deze aangifte nooit heeft gecorrigeerd. De rechtbank acht opzet in dit geval niet bewezen. Het is niet buiten redelijke twijfel dat de belastingplichtige bewust het inkomen onjuist heeft aangegeven en willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat te weinig belasting werd geheven. Het beroep op grove schuld is te laat gedaan. De rechtbank vernietigt daarom de vergrijpboete.

Gerechtshof (2025): belastingplichtige is fiscaal inwoner van Nederland

Bij het gerechtshof beperkt het geschil zich tot de vraag of de belastingplichtige fiscaal inwoner van Nederland is. De belastingplichtige meent nog altijd dat hij feitelijk woonachtig was in Brunei en daarom niet belastingplichtig in Nederland is voor de inkomsten. Het hof sluit echter aan bij de uiteenzetting die de rechtbank heeft gemaakt. Verder merkt het hof nog op dat de belastingplichtige geen feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt op basis waarvan geoordeeld kan worden dat hij woonachtig was in Brunei. Daarmee valt het doek voor de belastingplichtige. Hij is fiscaal inwoner van Nederland en belastingplichtig in Nederland voor het inkomen.

Advies en ondersteuning bij woonplaatsonderzoeken door de Belastingdienst

Woonplaatsonderzoeken zijn ingrijpende aangelegenheden. Als u onderwerp bent van een dergelijk onderzoek is het van belang dat u goed op de hoogte bent van uw rechten en plichten. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: