Stel een vraag
De fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon
ArtikelenFormeel belastingrecht en procederenInternationaal belastingrecht kopieer en deel Naar kennisbank

De fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon

  • Publicatiedatum 31 dec 2024
  • Aanpassingsdatum 31 dec 2024
  • Leestijd 7 min

Waar iemand woont is voor de belastingheffing van groot belang. Het is dan ook niet zo vreemd dat dit in de praktijk nog wel eens tot discussies met de Belastingdienst leidt. Bij zulke discussies moet eerst worden gekeken wat de nationale belastingwetgeving over de fiscale woonplaats bepaalt. De vervolgstap is om het van toepassing zijnde belastingverdrag open te slaan. Belastingverdragen bevatten altijd bepalingen die regels geven voor de situatie waarin twee staten een natuurlijk persoon als fiscaal inwoner aanmerken. Dit artikel behandelt de fiscale woonplaats van natuurlijke personen. Aan de orde komt het nationale toetsingskader en het toetsingskader onder de belastingverdragen. De inhoud van het artikel is voor wat betreft de internationale aspecten gebaseerd op het OESO-modelverdrag. Het is steeds van belang om het geldende belastingverdrag erbij te pakken als er in de praktijk een woonplaatsdiscussie speelt.

Fiscale woonplaats natuurlijk persoon naar nationaal recht

Naar nationaal recht geldt dat de fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon wordt bepaald met inachtneming van alle feiten en omstandigheden. Deze open norm is door de rechtspraak in de loop der jaren nader ingevuld. De Hoge Raad oordeelde in 1996 dat de fiscale woonplaats ligt op de plaats waarmee een duurzame band van persoonlijke aard bestaat. In 2011 is dit oordeel herhaald. Deze persoonlijke band hoeft niet sterker te zijn dan de band met enig ander land. Bij het beoordelen van de band met Nederland zijn alle feiten en omstandigheden van belang. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • Het beschikken over woonruimte;
  • De verblijfplaats van het gezin;
  • Het aanhouden van bankrekeningen en abonnementen;
  • Het lidmaatschap van een (sport)vereniging of kerk;
  • Het gebruik van gas, water en licht.

In feite zijn alle activiteiten/transacties die duiden op een band met Nederland (of juist niet) van belang om in de beoordeling mee te nemen.

Gevolgen van het fiscaal inwoner zijn van Nederland

Het is van belang om te weten of Nederland onder de nationale belastingwetgeving iemand ziet als fiscaal inwoner. Het heffen van belasting vindt in veel situaties plaats met inachtneming van het inwonerschap. Een goed voorbeeld is de inkomstenbelasting. Fiscaal inwoners van Nederland zijn binnenlands belastingplichtig en dienen hun wereldinkomen hier aan te geven. Niet-inwoners zijn buitenlandse belastingplichtig en worden alleen in de heffing betrokken voor zover zij Nederlands inkomen genieten. Ook als een belastingverdrag van toepassing is, is het nog steeds van belang om te weten hoe Nederland vanuit nationaal oogpunt naar het inwonerschap van een belastingplichtige kijkt. Een goed voorbeeld van dit belang staat in de volgende paragraaf over de beperkte binnenlandse belastingplicht. Hieruit komt naar voren dat het van groot belang is om duidelijkheid te hebben over de fiscale woonplaats van een belastingplichtige.

De beperkte binnenlandse belastingplicht en de fiscale woonplaats

De situatie kan zich voordoen dat Nederland iemand op grond van de nationale belastingwetgeving ziet als fiscaal inwoner. Tegelijkertijd kan het van toepassing zijnde belastingverdrag bepalen dat deze persoon voor de verdragstoepassing geen fiscaal inwoner van Nederland is. Voor nationale belastingdoeleinden blijft deze persoon echter zijn fiscale woonplaats in Nederland houden. In de sfeer van de inkomstenbelasting betekent dit dat nog altijd het wereldinkomen moet worden aangegeven. Daarna kan, als gevolg van het belastingverdrag, vaak een flinke voorkoming van dubbele belastingheffing worden geclaimd. Aangezien het verdrag daarmee de heffingsmogelijkheden van Nederland stevig beperkt, wordt wel gesproken van een beperkte binnenlandse belastingplicht.

Woonplaatsficties natuurlijke personen in Nederlandse belastingwetgeving

In de Nederlandse belastingwetgeving zijn op diverse plaatsen woonplaatsficties opgenomen. Deze ficties leiden ertoe dat iemand die op grond van de hoofdregel geen fiscaal inwoner is, toch als fiscaal inwoner wordt behandeld. Twee voorbeelden van fictiebepalingen zijn:

  • De regel dat iemand die Nederland verlaat en binnen een jaar terugkeert, wordt geacht in Nederland zijn fiscale woonplaats te hebben gehouden. Hierbij geldt een tegenbewijsregeling voor wat betreft de belastingheffing;
  • De regel dat iemand met de Nederlandse nationaliteit die Nederland heeft verlaten en binnen tien jaar daarna een schenking doet of overlijdt, geacht wordt ten tijde van het overlijden/schenken in Nederland te hebben gewoond.

Fiscale woonplaats natuurlijke personen en belastingverdragen

Belastingverdragen regelen de toewijzing van heffingsrechten in internationale situaties. Daarbij is het belangrijk om te weten welk land wordt gezien als woonland en welk land niet. In de praktijk komt het voor dat beide betrokken landen iemand als fiscaal inwoner zien. Voor die situaties bevat ieder belastingverdrag regels. In het OESO-modelverdrag van 2017 is de volgende afpelregeling opgenomen:

  • De plaats waar een duurzaam tehuis ter beschikking staat;
  • Het middelpunt van levensbelangen (mits in beide landen een duurzaam tehuis ter beschikking staat);
  • De staat van gewoonlijk verblijf;
  • De staat waarvan de belastingplichtige onderdaan is;
  • Onderlinge overlegprocedure.

Fiscale woonplaats onder belastingverdragen en duurzaam tehuis

De eerste vraag is waar de belastingplichtige een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft. Duurzaam wil in dit verband zeggen dat de wijze waarop de huisvesting is geregeld meer omvat dan kortdurend verblijf (zoals een Airbnb). Het maakt daarbij niet uit of het een huur- of koopwoning betreft. Er is geen sprake van een ter beschikking staan als de woning is verhuurd aan derden. In situaties waarin in beide landen sprake is van een dergelijk duurzaam tehuis, moet worden gekeken naar het zogenaamde middelpunt van levensbelangen. Als er in beide landen geen duurzaam tehuis is, moet gelijk worden doorgeschakeld naar het criterium van gewoonlijk verblijf.

Fiscale woonplaats en middelpunt van levensbelangen

Zoals eerder aangegeven kent Nederland naar nationaal recht niet het criterium van het middelpunt van levensbelangen. Dat criterium bestaat onder belastingverdragen wel. Gekeken moet worden naar de persoonlijke en economische betrekkingen van de belastingplichtige met de beide betrokken landen. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • De plaats waar (arbeids)inkomen wordt verdiend;
  • Daar waar politieke en culturele activiteiten worden verricht;
  • De plaats waar de familie zich bevindt en waar sociale contacten worden aangehouden.

Mocht deze toetsing geen uitkomst bieden, dan moet worden gekeken naar de plaats van gewoonlijk verblijf. In de belastingverdragen wordt dit aangehaald als de ‘habitual abode’.

Gewoonlijk verblijf en de fiscale woonplaats

De vraag waar een belastingplichtige zijn gewoonlijk verblijf heeft, komt neer op het beoordelen van het daadwerkelijk verblijf in beide landen. Het gaat dan niet alleen om het verblijf in de aangehouden woning (als die er is), maar om al het verblijf. Dat kunnen dus ook hotelovernachtingen zijn. De redenen van het verblijf zijn hierbij geen doorslaggevende factor. Er is ook geen precieze tijdsaanduiding beschikbaar voor wat betreft de vraag wanneer een verblijf ‘gewoonlijk’ wordt. Uit het OESO-commentaar kan worden afgeleid dat het erom gaat dat het verblijf in de dagelijkse routine/leefstijl van de belastingplichtige is opgenomen. Daarbij wordt als voorbeeld aangehaald dat een eenmalig verblijf van 190 dagen wegens werkzaamheden, niet direct al leidt tot een gewoonlijk verblijf in het werkland.

Onderdaan en onderling overleg bij de fiscale woonplaats

Als bovenstaande aspecten niet tot uitsluitsel leiden, dan is doorslaggevend van welk land de belastingplichtige onderdaan is. Overigens komt het in de praktijk niet vaak tot dit criterium, omdat de voorgaande criteria voldoende helder zijn. Mocht het een belastingplichtige betreffen die van geen van beide landen onderdaan is, dan bepalen de betrokken landen in onderling overleg wat voor de toepassing van het belastingverdrag, de fiscale woonplaats van de natuurlijke persoon is.

Woonplaatsonderzoek door de Belastingdienst

In de praktijk komen woonplaatsonderzoeken door de Belastingdienst regelmatig voor. Zoals de term al doet vermoeden, beoordeelt de Belastingdienst dan of iemand fiscaal inwoner is van Nederland of niet. Dit komt bijvoorbeeld voor als een belastingplichtige van mening is dat hij niet langer fiscaal inwoner is van Nederland, omdat hij zijn fiscale woonplaats heeft verplaatst. Het is in principe aan de Belastingdienst (de inspecteur) om te bewijzen dat iemand fiscaal inwoner is van Nederland. In de praktijk komt het vaak voor dat (te) snel het oordeel wordt geveld dat iemand nog altijd zijn fiscale woonplaats in Nederland heeft. Het is daarom verstandig om bij woonplaatsonderzoeken een deskundige in te schakelen die hierbij kan helpen.

Advisering en ondersteuning in discussies fiscale woonplaats

Belastingverdragen verdelen de heffingsrechten over inkomen en vermogen tussen de betrokken landen. Daarbij is het van cruciaal belang om te weten wat iemands fiscale woonplaats is. Zowel het Nederlandse recht als het belastingverdrag is daarbij van belang. De gevolgen van een onjuiste woonplaatsbepaling kunnen groot zijn. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: