Stel een vraag
Kennisgroepstandpunt over aanvang redelijke termijn bij aangifteverzuimboete (67a)
ArtikelenFormeel belastingrecht en procederen kopieer en deel Naar kennisbank

Kennisgroepstandpunt over aanvang redelijke termijn bij aangifteverzuimboete (67a)

  • Publicatiedatum 08 apr 2025
  • Aanpassingsdatum 08 apr 2025
  • Leestijd 3 min

De Belastingdienst kan het niet of niet-tijdig doen van een aangifte voor een aanslagbelasting bestraffen met een verzuimboete. Tot de aanslagbelastingen behoren bijvoorbeeld de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Om die verzuimboete op te kunnen leggen, moet de Belastingdienst de belastingplichtige in elk geval hebben aangemaand om de aangifte in te dienen. Als er dan een verzuimboete wordt opgelegd, dan is dat een zogeheten ‘criminal charge’. Dat leidt er onder andere toe dat de beslechting van het geschil over de verzuimboete binnen een redelijke termijn moet plaatsvinden. Als de redelijke termijn in een fiscale boetezaak is overschreden, dan kan dat matiging van de boete tot gevolg hebben. Om dit te kunnen beoordelen is het van belang om duidelijk te hebben wanneer de redelijke termijn aanvangt bij het opleggen van een aangifteverzuimboete. Daarover heeft de kennisgroep formeel recht op 4 april 2025 het standpunt gepubliceerd dat ik in dit artikel behandel.

Aanleiding kennisgroepstandpunt over de redelijke termijn bij een aangifteverzuimboete

De kennisgroep gebruikt een concrete casus om het standpunt aan op te hangen. Het betreft de volgende casus. Een belastingplichtige is in februari 2024 uitgenodigd om aangifte te doen voor 1 mei 2024. Er is geen aangifte ingediend. Op 26 juni 2024 stuurt de inspecteur een herinnering, maar dat leidt nergens toe. Op 7 augustus 2024 volgt de aanmaning en krijgt de belastingplichtige een laatste termijn. In de brief wijst de inspecteur ook op de mogelijkheid om een boete op te leggen. De laatste termijn voor de belastingplichtige loopt op 21 augustus 2024 af. Ook deze blijft ongebruikt. De inspecteur legt daarom op 20 september 2024 zelf een aanslag op en legt ook een verzuimboete op wegens het niet op tijd doen van de aangifte (de aangifteverzuimboete). De belastingplichtige gaat in bezwaar en daarna in beroep tegen de verzuimboete. De vraag is wanneer de redelijke termijn aanvangt bij deze aangifteverzuimboete.

Aanvangsmoment redelijke termijn volgens de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft zich in 2005 uitgesproken over het moment waarop de redelijke termijn aanvangt. De kennisgroep verwijst ook naar dat arrest. Volgens de Hoge Raad vangt de redelijke termijn aan op het moment dat de Belastingdienst een handeling verricht waaruit de belastingplichtige in redelijkheid de verwachting mag ontlenen dat een boete wordt opgelegd. De vraag waar de kennisgroep zich vervolgens over buigt is op welk moment de belastingplichtige in deze specifieke casus over een aangifteverzuimboete die verwachting mag hebben.

Kennisgroep: dagtekening verzuimboetebeschikking vormt aanvangsmoment redelijke termijn

De kennisgroep ziet drie momenten die als aanvangsmoment van de redelijke termijn kunnen gelden:

  • De dagtekening op de herinnering.
  • De dagtekening op de aanmaning.
  • De dagtekening op de verzuimboetebeschikking.

Rechtbanken oordelen hierover verschillend. Zo wijst de kennisgroep op uitspraken die aansluiten bij de herinnering en uitspraken die aansluiten bij de verzuimboetebeschikking. Volgens de kennisgroep is dit laatste de juiste zienswijze. Hij onderbouwt dat onder andere met de volgende argumenten:

  • Op de herinnering en de aanmaning staat alleen dat er een mogelijkheid is om een boete op te leggen.
  • Op het moment van de herinnering en de aanmaning heeft zich nog geen beboetbaar feit voorgedaan.
  • De inspecteur kan pas een boete opleggen nadat de termijn van de aanmaning ongebruikt is gebleven.

De kennisgroep meent daarom dat als aanvangsmoment van de redelijke termijn bij een aangifteverzuimboete de dagtekening op de verzuimboetebeschikking geldt.

Redelijke termijn in fiscale boetezaken

De redelijke termijn houdt in dat de belastingplichtige niet onredelijk lang in onzekerheid mag zitten over zijn rechtspositie. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een fiscale procedure, bijvoorbeeld over een verzuimboete, langer duurt dan de redelijke termijn. Onder voorwaarden is dat een aanleiding om de verzuimboete te matigen. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: