Stel een vraag
De informatiebeschikking van de Belastingdienst
ArtikelenFormeel belastingrecht en procederen kopieer en deel Naar kennisbank

De informatiebeschikking van de Belastingdienst

  • Publicatiedatum 18 nov 2024
  • Aanpassingsdatum 14 dec 2024
  • Leestijd 7 min

De Belastingdienst heeft informatie van belastingplichtigen nodig om zijn werkzaamheden goed te kunnen verrichten. In dat kader zijn in de wet allerlei verplichtingen opgenomen waaraan belastingplichtigen moeten voldoen. De bekendste zijn de inlichtingenverplichting en de administratie- en bewaarverplichting. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een belastingplichtige meent dat een verzoek van de inspecteur te ver gaat. Met de invoering van de informatiebeschikking per 1 juli 2011, bestaat er een rechtsingang om een verzoek van de inspecteur te laten toetsen. Dit artikel behandelt de informatiebeschikking die de Belastingdienst aan de belastingplichtige kan afgeven.

De rol van de informatiebeschikking in het fiscale recht

Met een informatiebeschikking neemt de inspecteur van de Belastingdienst het standpunt in dat de belastingplichtige aan bepaalde verplichtingen niet heeft voldaan. Een onherroepelijke geworden informatiebeschikking leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast, tenzij dat disproportioneel is. Voor de belastingplichtige is dit een zeer onwenselijke positie. De belastingplichtige kan de informatiebeschikking in bezwaar en (hoger) beroep bestrijden. Ook staat de weg naar de Hoge Raad (cassatie) open. Als de rechter oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is afgegeven, dan treedt niet gelijk de hiervoor vermelde sanctie in werking. De belastingplichtige krijgt dan eerst een hersteltermijn (meestal zes weken) om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Een hersteltermijn wordt niet gegeven als herstel onmogelijk is of als sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Herstel wordt vaak onmogelijk geacht bij een schending van de administratieplicht.

Bij welke verplichtingen kan de Belastingdienst een informatiebeschikking afgeven?

In de wet is opgenomen op welke verplichtingen de informatiebeschikking kan zien. Het gaat om de volgende verplichtingen:

  • Vergezelplicht;
  • Inlichtingenverplichting;
  • Inlichtingenverplichting in internationale verhoudingen;
  • Eisen aan te verstrekken gegevens en inlichtingen;
  • Administratie- en bewaarverplichting;
  • Additionele administratie- en bewaarverplichting voor inhoudingsplichtigen.

In principe is het aan de inspecteur van de Belastingdienst om het standpunt in te nemen dat niet is voldaan aan de verplichtingen. Een belastingplichtige kan dus geen informatiebeschikking ‘eisen’. In de wetsgeschiedenis is wel aangegeven dat, bij een verschil van mening, partijen ervoor kunnen kiezen om een informatiebeschikkingsprocedure op te starten. Tegen een afgegeven informatiebeschikking staat namelijk bezwaar en beroep open.

Reikwijdte van een informatiebeschikking van de Belastingdienst

Met een informatiebeschikking geeft de inspecteur van de Belastingdienst aan dat volgens hem niet is voldaan aan een (of meerdere) van de hiervoor genoemde verplichtingen. Bij het opleggen van een informatiebeschikking dient de Belastingdienst zich te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het is mogelijk dat één informatiebeschikking ziet op meerdere belastingmiddelen of belastingtijdvakken. Dat is geen probleem, mits uit de beschikking duidelijk naar voren komt hoe deze is opgebouwd. De Hoge Raad heeft dit in 2015 bevestigd. Daarbij heeft hij wel opgemerkt dat de informatiebeschikking niet kan zien op belastingmiddelen waaraan de belastingplichtige niet is onderworpen.

Informatiebeschikking en omkering en verzwaring van de bewijslast

Indien de informatiebeschikking onherroepelijk vaststaat, wordt de belastingplichtige geconfronteerd met omkering en verzwaring van de bewijslast. Hij zal zijn stellingen dan overtuigend moeten aantonen (‘doen blijken’) en kan niet volstaan met het aannemelijk maken ervan. Een uitzondering geldt als de omkering van de bewijslast disproportioneel is ten opzichte van de schending. De Hoge Raad heeft in 2017 bevestigd dat de vraag of omkering en verzwaring van de bewijslast aan de orde is, al in de informatiebeschikkingsprocedure aan de orde kan komen. Als de rechter dan oordeelt dat een of meer van de informatieverzuimen niet tot omkering en bezwaring van de bewijslast kunnen leiden, kan de informatiebeschikking (in zoverre) niet in stand blijven. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de bewijslast al op de belastingplichtige rust. De vraag naar de proportionaliteit van de omkering van de bewijslast kan (opnieuw) aan de orde worden gesteld in de eventuele vervolgprocedure over de belastingaanslag.

Informatiebeschikking verlengt aanslagtermijn voor Belastingdienst

Een informatiebeschikkingsprocedure kan enkele maanden duren, maar ook meerdere jaren. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat de informatiebeschikkingsprocedure ertoe leidt dat de inspecteur uit zijn termijn loopt om een aanslag op te leggen. In de wet is hiervoor een regel opgenomen. De aanslagtermijn wordt verlengd met de periode tussen de bekendmaking van de informatiebeschikking en het moment waarop deze onherroepelijk vast komt te staan of wordt vernietigd. De Hoge Raad oordeelde in 2022 dat de termijnverlenging ook van toepassing is als de informatiebeschikking niet onherroepelijk vast komt te staan of wordt vernietigd, maar vervalt. Dit staat niet in de wet, maar volgt volgens de Hoge Raad uit een redelijke wetstoepassing.

Vervallen van de informatiebeschikking

Een afgegeven informatiebeschikking kan vervallen. In de wet is opgenomen dat dat gebeurt, als de inspecteur voorafgaand aan het onherroepelijk worden van de informatiebeschikking een aanslag oplegt. De gehele informatiebeschikking komt dan te vervallen. Er is geen ruimte om te onderzoeken of de aanslag of beschikking een andere component van de belastingschuld betreft dan waar de informatiebeschikking op ziet.

Belastingdienst kan kiezen tussen informatiebeschikking en civiele procedure

De wet kent aan de Belastingdienst uitdrukkelijk een keuzerecht toe. De inspecteur heeft de mogelijkheid om in plaats van de informatiebeschikking een procedure bij de burgerlijke rechter aanhangig te maken. In die procedure vraagt de inspecteur dan om een veroordeling tot nakoming van de verplichting(en) op straffe van een dwangsom. De praktijk leert dat de inspecteur met name deze weg kiest in bijzondere situaties.

De informatiebeschikking in de bezwaarfase

In 2015 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag of de Belastingdienst in de bezwaarfase nog een informatiebeschikking kan afgeven. Volgens de Hoge Raad is dit mogelijk. Uit de wetsgeschiedenis volgt volgens hem niet dat de indieners van het wetsvoorstel de onderzoeksbevoegdheden van de inspecteur in de bezwaarfase hebben willen beperken. De inspecteur is het daarom toegestaan om in de bezwaarfase een informatiebeschikking af te geven. Dat is ook mogelijk als bij het opleggen van de aanslag is gewezen op de informatieverplichtingen en de aanslag is opgelegd zonder een informatiebeschikking af te geven.

Inspecteur hoeft reeds bekende informatie bij informatiebeschikking niet te vermelden

In 2020 oordeelde het gerechtshof Den Haag dat een informatiebeschikking vernietigd moest worden. Zij nam het de inspecteur kwalijk dat deze bij het verzoek om informatie niet heeft vermeld over welke gegevens hij reeds beschikte. Het bewust in het ongewisse laten van de belastingplichtige, leidt ertoe dat onvoldoende duidelijk was welke informatie de inspecteur wenste te verkrijgen. De Hoge Raad vernietigt deze uitspraak in 2021. Hij merkt op dat van algemene bekendheid is dat buitenlandse bankrekeningen behoren tot de bezittingen. Een nadere toelichting over het belang voor de belastingheffing hoeft de inspecteur dan niet te geven. Ook was de gestelde vraag voldoende duidelijk. Het niet vermelden van gegevens die al in bezit zijn, leidt niet direct tot het oordeel dat de belastingplichtige wordt beperkt in zijn mogelijkheden het belang van de gestelde vragen te betwisten.

Geen informatiebeschikking voor rechtspersoon die is opgehouden te bestaan

In 2023 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de situatie waarin een informatiebeschikking wordt afgegeven aan een rechtspersoon die is opgehouden te bestaan. Hij geeft aan dat aan deze rechtspersoon geen verplichtingen meer kunnen worden opgelegd. Dat is slechts anders als de vereffening is heropend. Zolang dat niet het geval is, kunnen er dus geen informatieverplichtingen worden opgelegd. Als de inspecteur desondanks om informatie verzoekt bij de niet-bestaande rechtspersoon, kan geen informatiebeschikking worden afgegeven. Dat is niet anders indien de inspecteur de informatie vraagt aan een andere (rechts)persoon die over de informatie beschikt en die de informatie kan verschaffen.

Bijstand in procedures over informatiebeschikking van de Belastingdienst

De Belastingdienst heeft in het kader van haar controletaak verregaande bevoegdheden. De informatiebeschikking is een van de elementen die bij een onderzoek door de Belastingdienst op tafel kan komen. Kennis van het formele belastingrecht is dan van groot belang. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met een van onze fiscaal juristen op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: