Stel een vraag
Hoge Raad over toetsingstijdstip en onbenutte ‘enigerlei tegemoetkoming’ bij de liquidatieverliesregeling
Internationaal belastingrechtJurisprudentieVennootschapsbelasting kopieer en deel Naar kennisbank

Hoge Raad over toetsingstijdstip en onbenutte ‘enigerlei tegemoetkoming’ bij de liquidatieverliesregeling

  • Publicatiedatum 16 mei 2025
  • Aanpassingsdatum 16 mei 2025
  • Leestijd 4 min

De liquidatieverliesregeling heeft tot doel om te voorkomen dat verliezen die verband houden met de liquidatie van een deelneming definitief niet verrekend blijven. Aan de toepassing van de liquidatieverliesregeling zijn strenge voorwaarden verbonden. Een van deze voorwaarden is de ‘enigerlei tegemoetkoming-eis’. Deze eis houdt in dat er geen liquidatieverlies kan worden genomen als er recht bestaat op een andere tegemoetkoming voor de verliezen. Op 21 maart 2025 heeft de Hoge Raad zich op twee punten uitgesproken over de enigerlei tegemoetkoming-eis in de liquidatieverliesregeling. Het eerste punt betreft het tijdstip van de toetsing. Het tweede punt betreft de relevantie van niet-benutte mogelijkheden om een tegemoetkoming te claimen. In dit artikel behandel ik de enigerlei tegemoetkoming-eis en het arrest van de Hoge Raad.

De enigerlei tegemoetkoming-eis in de liquidatieverliesregeling

De belastingplichtige moet overtuigend aantonen dat de enigerlei tegemoetkoming-eis niet aan het nemen van het liquidatieverlies in de weg staat. Met deze eis wil de wetgever voorkomen dat de moedermaatschappij verliezen neemt die nog benut kunnen worden. Het gaat dan om (meestal buitenlandse) regelingen die het mogelijk maken om het verlies te gebruiken. Een voorbeeld is het kunnen overdragen van verliezen aan groepsvennootschappen. De wetgever heeft bij de totstandkoming van de wetgeving aangegeven dat het niet mogelijk is om een liquidatieverlies te claimen als afstand is gedaan van tegemoetkomingsmogelijkheden.

Ierse group-reliefregeling leidt tot geschil over enigerlei tegemoetkoming-eis in de liquidatieverliesregeling

Deze zaak draait om een in Nederland gevestigde vennootschap. Deze vennootschap houdt middellijk alle aandelen in twee Ierse vennootschappen. Een van de vennootschappen wordt geliquideerd. Tijdens de levensduur van de vennootschap zijn verliezen geleden en deels overgedragen binnen de Ierse groep. Er zijn ook niet verrekende verliezen. Volgens de belastingplichtige zijn dat liquidatieverliezen die onder de liquidatieverliesregeling vallen. De Belastingdienst kijkt daar anders tegenaan. Hij meent dat de liquidatieverliesregeling:

  • Niet van toepassing is als er enigerlei tegemoetkoming is geweest. Daaronder valt ook een verliesoverdrachtsregeling binnen een groep. De Ierse group-reliefregeling is een dergelijke regeling. Het enkele bestaan van de regeling is al voldoende.
  • Niet van toepassing is omdat de enigerlei tegemoetkoming-eis getoetst moet worden over de gehele bestaansduur van de vennootschap en niet uitsluitend op het liquidatietijdstip.
  • Niet van toepassing is als er mogelijkheden tot tegemoetkomingen zijn die onbenut zijn gebleven.

Hoge Raad (2025): toetsing enigerlei tegemoetkoming-eis op moment van voltooiing vereffening

De Hoge Raad beantwoordt eerst de vraag op welk tijdstip de enigerlei tegemoetkoming-eis moet worden beoordeeld. Volgens hem is dat uit de wettekst onvoldoende af te leiden. Hij zoekt aansluiting bij het misbruik dat de wetgever wenst te bestrijden. Het doel is om geen liquidatieverlies toe te kennen als de dochtervennootschap het verlies nog op enige wijze kan verrekenen. Een weigering is alleen aan de orde als binnen de groep nog recht bestaat op enige fiscale tegemoetkoming voor onverrekend gebleven verliezen. Daarom vindt toetsing van de enigerlei tegemoetkoming-eis plaats naar de feiten en omstandigheden op het moment waarop het liquidatieverlies op zijn vroegst in aanmerking komt. Dat is het moment van voltooiing van de vereffening van het ontbonden lichaam. De toetsing hoeft niet over de gehele bestaansduur van de vennootschap plaats te vinden.

Hoge Raad (2025): in het verleden onbenutte tegemoetkomingen belemmeren liquidatieverlies niet

De volgende vraag is of de Belastingdienst gelijk heeft met de stelling dat er geen liquidatieverlies kan worden genomen als er mogelijkheden tot een tegemoetkoming waren die onbenut zijn gebleven. Dat is volgens de Hoge Raad niet het geval. Het is alleen relevant of er bij de vereffening nog een fiscale compensatie mogelijk is. Een in het verleden onbenut gebleven mogelijkheid om verliezen over te dragen vormt geen belemmering voor het nemen van een liquidatieverlies. Een ruimere opvatting zou in strijd komen met doel en strekking van de liquidatieverliesregeling. Die luidt namelijk dat er een faciliteit moet zijn om te voorkomen dat verliezen permanent onverrekend blijven. Met dit oordeel gaat de Hoge Raad in tegen de conclusie van zijn A-G, die betoogde dat ook onbenutte mogelijkheden uit het verleden het nemen van een liquidatieverlies belemmeren.

Meer duidelijkheid over de enigerlei tegemoetkoming-eis in de liquidatieverliesregeling

Dit arrest zorgt voor meer duidelijkheid over de enigerlei tegemoetkoming-eis in de liquidatieverliesregeling. Duidelijk is dat de Hoge Raad het niet eens is met de door de Belastingdienst en de staatssecretaris ingenomen standpunten. Een wijziging van onder andere het Besluit Deelnemingsvrijstelling ligt daarom voor de hand. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: