Ondanks gestolen rittenadministraties is de naheffing van bijtelling terecht

Het ter beschikking stellen van een auto van de zaak betekent dat belastingplichtigen te maken krijgen met de bijtellingsregels. Het berekenen van bijtelling is niet nodig als overtuigend kan worden aangetoond dat een auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Deze toets vindt op kalenderjaarbasis plaats. Hier geldt voor de belastingplichtige een verzwaarde bewijslast. In de praktijk ontstaan er regelmatig discussies met de Belastingdienst over de vraag of aan deze verzwaarde bewijslast is voldaan. Recent beriep een belastingplichtige zich onder andere op het feit dat de rittenadministraties zijn gestolen. Daardoor is een deel van zijn bewijs weggevallen. Zowel de rechtbank als het gerechtshof gaan in dit verweer niet mee. In dit artikel behandel ik de uitspraak van het gerechtshof van 25 maart 2025 over het naheffen van bijtelling en gestolen rittenadministraties.

Gestolen rittenadministraties zorgen voor bewijsprobleem belastingplichtige

De inspecteur voert een boekenonderzoek uit. Het onderzoek leidt tot naheffingsaanslagen loonheffingen. Volgens de inspecteur heeft de belastingplichtige niet overtuigend aangetoond dat auto’s niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden zijn gebruikt. De belastingplichtige wijst op het volgende:

• Er zijn rittenadministraties, maar die zijn door een werknemer gestolen.
• In de arbeidsovereenkomsten is opgenomen dat alleen zakelijk gebruik is toegestaan.
• De werkgever houdt toezicht en het niet-nakomen van de afspraken kan leiden tot een boete of ontslag.
• Werknemers waren niet verzekerd voor privégebruik.

De Belastingdienst en de rechtbank vinden dit echter onvoldoende. De belastingplichtige stapt naar het gerechtshof.

Gerechtshof (2025): Belastingplichtige bewijst niet dat aan de 500-kilometernorm is voldaan

Het gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hof zoekt aansluiting bij de overwegingen van de rechtbank. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat de auto’s ter beschikking zijn gesteld aan de werknemers. De belastingplichtige moet dan overtuigend aantonen dat de auto’s op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden zijn gebruikt. Het feit dat rittenadministraties zijn gestolen komt voor rekening en risico van de belastingplichtige. Hij had dit eenvoudig kunnen ondervangen door een kopie te maken. Het verbod op privégebruik is ook niet voldoende. Dat komt omdat het niet gaat om de gemaakte afspraken, maar om het daadwerkelijke gebruik. Daarover kan niets worden vastgesteld. De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd.

Advies over (privé)gebruik auto van de zaak

De terbeschikkingstelling van een auto van de zaak is aan strikte voorwaarden gebonden. Om onder de bijtelling uit te kunnen komen, moet de belastingplichtige bewijzen dat de auto niet ter beschikking is gesteld of dat deze voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Wij adviseren dagelijks ondernemers over de problematiek rondom de auto van de zaak en zien het aantal boekenonderzoek over dit onderwerp toenemen. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.