
De salary split bij internationaal werken
- Publicatiedatum 31 dec 2024
- Aanpassingsdatum 31 dec 2024
- Leestijd 5 min
Bij grensoverschrijdende arbeid kan zich de situatie voordoen dat zowel het woonland van de werknemer als het land waar gewerkt wordt, het heffingsrecht over een deel van het inkomen hebben. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij bestuurders die ook als werknemer werkzaam zijn of als de 183-dagenregeling niet van toepassing is. De beloning moet dan worden ‘verdeeld’ over de woonstaat en de werkstaat. Dat gebeurt aan de hand van een zogenaamde salary split. Dit artikel behandelt de salary split bij het toepassen van belastingverdragen. Als uitgangspunt wordt het modelverdrag aangehouden. Het is steeds van belang om het verdrag dat van toepassing is, erbij te pakken.
Wanneer komt een salary split aan de orde?
Belastingverdragen regelen onder meer de toewijzing van heffingsrechten aan de betrokken landen bij grensoverschrijdende arbeid. Tenzij een uitzondering van toepassing is, mag het land heffen waar de arbeid fysiek is verricht. In de praktijk komt het daardoor regelmatig voor dat zowel het woonland als het werkland mogen heffen over een deel van het inkomen. In dit soort situaties moet een salary split worden toegepast. Een belangrijke vraag is dan hoe het verdiende loon moet worden toegerekend aan de woonstaat en de werkstaat. Soms volgt dit vrij duidelijk uit de arbeidsovereenkomst, maar dat is lang niet altijd het geval. In dat geval moet worden gewerkt met een zogenaamde ‘dagenbreuk’.
Salary split en dagenbreuk
Bij het toepassen van een salary split moet het arbeidsloon worden toegewezen aan de arbeid in de werkstaat. Zoals aangegeven geldt als uitgangspunt de plaats waar de arbeid fysiek is verricht. De Hoge Raad heeft hier in 2005 een arrest over gewezen. De methode voor het toewijzen van het loon staat bekend als de dagenbreuk. Dit houdt in dat het jaarloon moet worden vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het aantal gewerkte dagen in de werkstaat en de noemer door het aantal kalenderdagen in het jaar, verminderd met: weekenden, vakantie- en feestdagen en soortgelijke dagen waarop niet hoeft te worden gewerkt. Als de werknemer ‘zou hebben’ gewerkt, maar dat door ziekte niet heeft gedaan, is wel sprake van een werkdag.
Salary split bij verblijf in ander land
Uiteraard zijn er bij de salary split allerlei bijzondere situaties denkbaar. Over een van die situaties heeft de Hoge Raad zich in 2006 uitgelaten. In die zaak ging het om een belastingplichtige die woont in Mexico en die zich in Mexico beschikbaar heeft gehouden om arbeid te verrichten voor de in Nederland gevestigde werkgever. Dat het jezelf beschikbaar houden om werkzaamheden te verrichten kwalificeert als arbeid, is niet in geschil. Dit leidde tot de bijzondere uitgangspositie dat er een totaal is van 170 dagen, waarvan de werknemer er 166 in Mexico verbleef (en beschikbaar was) en 4 in Nederland. De Hoge Raad sluit echter aan bij de hoofdregel van fysieke aanwezigheid en dus heeft Nederland slechts het heffingsrecht over 4 dagen.
Salary split en ondersteunende en ondergeschikte werkzaamheden
Een andere situatie die in de praktijk regelmatig voorkomt is die waarin de werknemer bezig is met ondersteunende of ondergeschikte taken die buiten de overeengekomen contracturen worden verricht. Denk bijvoorbeeld aan het bijhouden van vakliteratuur. De Hoge Raad heeft zich hier in 2013 over uitgelaten. Uit dit arrest volgt dat het overeengekomen loon betrekking heeft op alle overeengekomen werkzaamheden. Werkzaamheden die louter ondersteunend of ondergeschikt zijn aan de hoofdtaak en die buiten de contractueel overeengekomen arbeidsuren worden verricht, behoren in beginsel niet tot de werkzaamheden waarvoor het loon is toegekend. Met deze werkzaamheden hoeft dus geen rekening gehouden te worden.
Auto van de zaak en salary split
Een complexe situatie ontstaat als er een auto van de zaak in het spel is. De hoofdregel luidt als volgt. Bij het splitsen van het loon maakt het niet uit of het gaat om loon in geld of loon in natura (zoals privégebruik auto). In 1996 oordeelde de Hoge Raad over de situatie waarin een werknemer in meerdere dienstbetrekkingen werkzaam is en gebruikmaakt van een auto die door de werkgevers (of door een van hen, mede namens de anderen) ter beschikking is gesteld. Hij oordeelt dat het voordeel uit privégebruik moet worden toegerekend aan alle dienstbetrekkingen. Als maatstaf geldt, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn, het brutosalaris dat de werknemer uit die dienstbetrekkingen geniet. In latere jaren is deze rechtspraak bevestigd en verder uitgewerkt. Dit is typisch zo'n situatie waarin het altijd verstandig is om advies in te winnen, omdat de uitwerking sterk afhankelijk is van alle feiten en omstandigheden.
Advisering grensoverschrijdend werken en belastingen
Wonen en werken in verschillende landen heeft vaak een grote fiscale impact. Een salary split kan deze impact sterk beïnvloeden, ook ten gunste van de belastingplichtige. Gezien de vele bijzondere situaties die denkbaar zijn, is het vrijwel onmogelijk om een uitputtend artikel te schrijven. Daarnaast is het, gezien de verschillen in belastingverdragen, altijd nodig om het actuele van toepassing zijnde belastingverdrag mee te nemen in de beoordeling. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 22 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1261 (Salary split bij ondergeschikte en ondersteunende werkzaamheden).
- Hoge Raad 22 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1705 (Dagenbreuk en beschikbaar zijn in het buitenland).
- Hoge Raad 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AP1424 (Dagenbreuk).
- Hoge Raad 25 september 1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1723 (Hoofdregel auto van de zaak en salary split).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan