
Kennisgroepstandpunt over middellijk gehouden lucratief belang en forfaitair voordeel in box 2
- Publicatiedatum 14 dec 2024
- Aanpassingsdatum 14 dec 2024
- Leestijd 4 min
De lucratiefbelangregeling is onderdeel van de inkomstenbelasting. De regeling is ooit bedoeld om situaties te treffen waarin bepaalde rechten (zoals aandelen) worden verkregen waarmee in verhouding tot de investering, een onevenredig rendement kan worden behaald. Als uitgangspunt geldt dat de voordelen uit zo’n lucratief belang in box 1 zijn belast. Echter, belastingplichtigen kunnen het lucratief belang onderbrengen in een vennootschap waarin zij een aanmerkelijk belang houden. Er is dan sprake van een middellijk gehouden lucratief belang. Als steeds de netto voordelen uit het lucratief belang, die de vennootschap dan ontvangt, voor ten minste 95% worden doorgestoten naar de belastingplichtige, vindt heffing in box 2 plaats, in plaats van in box 1. Recent is een standpunt van een kennisgroep gepubliceerd over hoe moet worden omgegaan met de regels over het forfaitair voordeel uit aanmerkelijk belang in de situatie dat een lucratief belang is ondergebracht in een buitenlandse vennootschap.
Lucratief belang in private equity-fonds via een buitenlandse vennootschap
Een belastingplichtige woont in Nederland. Hij houdt alle aandelen in een in het buitenlandse gevestigde vennootschap. Vanuit Nederland werkt deze belastingplichtige voor een internationaal private equity-huis. Via zijn vennootschap in het buitenland, houdt deze belastingplichtige een zogenaamd lucratief belang in een aantal fondsen die het private equity-huis beheert. Verder heeft de buitenlandse vennootschap geen bezittingen. De belastingplichtige heeft de vennootschap opgericht om gebruik te kunnen maken van de zogenaamde doorstootregeling. De vennootschap kan onder deze regeling meestal belastingvrij een dividenduitkering ontvangen. Als de vennootschap vervolgens ten minste 95% van deze inkomsten doorstoot naar de belastingplichtige, dan wordt het lucratief belang in box 2 belast. Dit is fiscaal gunstiger dan heffing in box 1. Dit feitencomplex heeft geleid tot de vraag of er sprake is van een forfaitair voordeel voor de aanmerkelijkbelangheffing.
Forfaitair voordeel bij aanmerkelijk belang in buitenlandse beleggingsvennootschap
Het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) bestaat uit reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen. Tot de reguliere voordelen behoort ook een forfaitair voordeel uit aandelen in een niet in Nederland gevestigde vennootschap, indien de bezittingen grotendeels bestaan uit beleggingen. Het bedrag van het fictieve voordeel bedraagt in 2023 6,17% van de grondslag. Doorslaggevend voor de grondslag is de waarde in het economisch verkeer van de aandelen, aan het begin van het kalenderjaar. Een eventueel uitgekeerd dividend mag in mindering worden gebracht op het fictieve voordeel. Het bedrag van een in aanmerking genomen fictief voordeel, leidt tot een verhoging van de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang. Op die manier wordt dubbele belastingheffing voorkomen. De regeling van het forfaitaire voordeel is niet van toepassing als de werkzaamheden van de vennootschap aanmerkelijk verschillen van beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden. Ook geldt de regeling niet als de vennootschap is onderworpen aan een naar Nederlandse maatstaven, redelijke belastingheffing over de winst.
Kennisgroep over lucratief belang en forfaitair voordeel in box 2
De vraag van de belastingplichtige komt in de kern op het volgende neer. Hij heeft een aanmerkelijk belang in een buitenlandse vennootschap. De enige bezitting van de vennootschap is het lucratief belang in diverse fondsen van een private equity-huis. Is dan de regeling over het forfaitaire voordeel van toepassing? Volgens de kennisgroep niet. De voordelen uit het lucratief belang zijn naar hun aard een beloning voor werkzaamheden door de belastingplichtige. Het doel van de vormgeving met een buitenlandse vennootschap, is binnen de kaders van de wet een fiscaal gewenste positie (box 2 in plaats van box 1) te bereiken. Volgens de kennisgroep bestaan de bezittingen van de buitenlandse vennootschap daarom niet grotendeels uit beleggingen. Ook kunnen de feitelijke werkzaamheden niet worden aangeduid als beleggen of iets soortgelijks.
Advies over het lucratief belang
De regeling voor het lucratief belang is ooit geschreven om excessen te raken. In de wetsgeschiedenis is vaak gewezen op de managers van private equity-fondsen, die met behulp van hefboomconstructies, disproportionele rendementen behalen. Ook is opgemerkt dat – bijvoorbeeld – een reguliere werknemersparticipatie, juist niet onder de regeling valt. De praktijk is op dit moment echter anders. Niet zelden wordt bij behaalde successen, ook als sprake lijkt te zijn geweest van een doorsnee werknemersparticipatie, toch de discussie opgestart over de aanwezigheid van een lucratief belang. Dat kan financieel enorme gevolgen hebben. Zit u in een discussie omtrent lucratief belang of lijkt die aanstaande? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan