Stel een vraag
Hoge Raad: werkelijk rendement op woning in box 3 bepalen met WOZ-waarden
InkomstenbelastingJurisprudentie kopieer en deel Naar kennisbank

Hoge Raad: werkelijk rendement op woning in box 3 bepalen met WOZ-waarden

  • Publicatiedatum 11 dec 2024
  • Aanpassingsdatum 14 dec 2024
  • Leestijd 4 min

Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad dat de Herstelwet box 3 en de Overbruggingswet box 3 onrechtmatig zijn als belastingplichtigen voor een hoger rendement worden aangeslagen dan het werkelijk behaalde rendement. Met betrekking tot vastgoed is lang onduidelijk geweest wat het werkelijk rendement is. In 2023 oordeelde het gerechtshof 's-Hertogenbosch dat ongerealiseerde vermogenswinsten niet tot het werkelijk rendement behoren. Op 14 juni 2024 heeft de Hoge Raad over deze zaak uitsluitsel gegeven en de kaders geformuleerd die gelden bij het bepalen van het werkelijke rendement op een woning in box 3. Ongerealiseerde vermogenswinsten tellen wel mee en om die te bepalen moet aansluiting worden gezocht bij de WOZ-waarden. Dit artikel behandelt deze zaak van de eerste uitspraak van de rechtbank tot en met de uitspraak van de Hoge Raad.

Verhuurde woning valt in box 3

Het gaat in deze zaak om een belastingplichtige die woont in Duitsland. Hij heeft een in Nederland gelegen, tweede woning. De bedoeling is om deze te verhuren, maar in het jaar waar deze zaak over gaat, is dat niet heel erg succesvol geweest. Van enige verhuur is het namelijk niet gekomen. De Belastingdienst heeft het rechtsherstel naar aanleiding van het arrest uit 2021 berekend naar de regels die de wetgever daarvoor heeft opgesteld. Dit leidde niet tot enige teruggaaf. De belastingplichtige is het hiermee oneens, want hij meent dat aansluiting moet worden gezocht bij het werkelijk behaalde rendement. Hij heeft de woning niet verhuurd en alleen maar kosten gemaakt. Kortom: er is geen rendement gemaakt. Het gerechtshof gaat in het standpunt van de belastingplichtige mee en geeft aan dat rechtsherstel in beginsel moet worden geboden door aansluiting te zoeken bij het werkelijk behaalde rendement.

Gerechtshof (2023) oordeelt dat niet-verhuurde woning geen rendement in box 3 biedt

Voor de uitleg van het begrip ‘werkelijk rendement’ sluit het gerechtshof aan bij de directe, gerealiseerde vermogensopbrengsten. Dat zijn zaken als rente, dividend en huur. De vermogensopbrengst van de woning bedraagt volgens het hof nihil. Nu de woning niet is verhuurd en onduidelijk is hoe er op andere wijze een opbrengst uit kan zijn gehaald, is geen sprake van een gerealiseerde vermogensopbrengst. De Belastingdienst meent echter dat ook rekening moet worden gehouden met de waardestijging van de woning. Hier gaat het gerechtshof niet in mee. Zij oordeelt dat geen rekening moet worden gehouden met ongerealiseerde vermogenswinsten. Hiermee gaat het gerechtshof in tegen de uitspraak van de rechtbank die de ongerealiseerde waardestijging wel tot het werkelijke rendement telde. Deze uitspraak is aanleiding geweest om de zaak aan de Hoge Raad voor te leggen, die op 14 juni 2024 uitspraak heeft gedaan.

Hoge Raad (2024) over werkelijk rendement op woning in box 3

De Hoge Raad constateert eerst dat het gerechtshof het bij het verkeerde eind heeft gehad. Ongerealiseerde vermogenswinsten behoren wel degelijk tot het werkelijk rendement. Dit volgt uit de arresten van 6 juni 2024. Een ander gerechtshof moet zich over de vraag buigen wat het werkelijk rendement is geweest op deze woning. De Hoge Raad schetst de spelregels die gelden bij het bepalen van het werkelijke rendement op een woning. Het gaat om het verschil tussen de waarde aan het begin en aan het einde van het jaar op basis van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Op deze manier kan de vaststelling van het werkelijke rendement op woningen zoveel als mogelijk plaatsvinden op basis van de uitgangspunten van de wetgeving.

Tegenbewijsregeling in box 3

De 6 juni-arresten leiden tot een nieuwe hersteloperatie. Hoogstwaarschijnlijk komt er een onlineomgeving waar belastingplichtigen hun werkelijk rendement aannemelijk mogen maken. Zolang dit portaal er nog niet is, is het van belang om tijdig bezwaar te maken tegen opgelegde aanslagen inkomstenbelasting. Dat moet binnen zes weken na de dagtekening op de aanslag. Hebt u vragen over de huidige box 3-problematiek? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: