
Rechtbank acht aan ontbonden bv opgelegde boete niet passend en geboden
- Publicatiedatum 13 aug 2025
- Aanpassingsdatum 13 aug 2025
- Leestijd 3 min
De Belastingdienst legt twee naheffingsaanslagen btw aan een bv op. Bij het opleggen van beide naheffingsaanslagen is een verzuimboete wegens het niet betalen van de btw vastgesteld. De naheffingsaanslagen zijn het gevolg van een boekenonderzoek. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de belastingplichtige bij de aan- en verkoop van onroerend goed te veel btw als voorbelasting heeft afgetrokken. Op 27 maart 2023 levert de inspecteur het rapport boekenonderzoek op. Het bezwaar tegen de eerste naheffingsaanslag verklaart hij ongegrond. Het bezwaar tegen de tweede naheffingsaanslag verklaart hij niet-ontvankelijk. De bv is op 17 maart 2025 ontbonden wegens een gebrek aan baten. Op dat moment is het beroep al wel ingesteld, maar nog niet behandeld. In dit artikel behandel ik de uitspraak van de rechtbank van 7 augustus 2025 over de boete van de ontbonden bv.
Rechtbank vermindert naheffingsaanslag van ontbonden bv
De rechtbank beoordeelt eerst of het beroep van de ontbonden bv ontvankelijk is. Dat is het geval. De ontbinding van de bv heeft plaatsgevonden nadat het beroep is ingesteld. De bv kan bij een heropening van de vereffening worden geconfronteerd met de gevolgen van de naheffingsaanslagen en heeft daarmee een belang bij het beroep. In de beroepsfase is de inspecteur van mening dat het bezwaar tegen de tweede naheffingsaanslag ontvankelijk was en dat de eerste naheffingsaanslag te hoog is vastgesteld. Ook meent hij dat de boete die is vastgesteld bij de tweede naheffingsaanslag moet worden vernietigd. De rechtbank volgt deze zienswijze van de inspecteur. Zij komt verder niet tegemoet aan de vorderingen van de belastingplichtige. Het blijft bij een vermindering van de eerste naheffingsaanslag en bij vernietiging van de boete bij de tweede naheffingsaanslag.
Rechtbank vernietigt boete ontbonden bv wegens financiële omstandigheden
De rechtbank geeft aan dat de boete bij de eerste naheffingsaanslag is opgelegd in overeenstemming met de wet en het beleid. Dat de bv niet meer bestaat is op zichzelf geen reden om een boete te vernietigen. De boete is namelijk al opgelegd voor de ontbinding van de bv. In deze zaak ziet de rechtbank echter aanleiding om de boete toch te vernietigen. De rechter meent dat de boete, gelet op alle omstandigheden van het geval, waaronder de financiële positie van de belastingplichtige, niet passend en geboden is. Het lijkt erop dat het feit dat de redelijke behandeltermijn voor de boetezaak is overschreden ook een rol speelt, maar dat geeft de rechtbank niet expliciet aan. Uit de uitspraak volgt alleen dat de rechtbank ambtshalve vaststelt dat de termijn is overschreden. Dit leidt ertoe dat de boete op de eerste naheffingsaanslag, zijnde € 5.278, wordt vernietigd.
Het bestrijden van een fiscale boete
De Belastingdienst legt in de praktijk regelmatig boetes op. Niet zelden zijn er vraagtekens te plaatsen bij een opgelegde boete. Zo is het altijd relevant om te beoordelen of de Belastingdienst aan de bewijslast heeft voldaan. Ook is het steeds de vraag of de boete voldoende is toegesneden op het specifieke geval. In veel gevallen is het zo dat het bestrijden van een fiscale boete zinvol is. Hebt u daarover vragen? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan