
Hoge Raad houdt vast aan strenge regels over herstel van onjuiste uitspraak op bezwaar
- Publicatiedatum 20 jul 2025
- Aanpassingsdatum 20 jul 2025
- Leestijd 4 min
Als de Belastingdienst en de belastingplichtige het eens zijn over de onjuistheid van een uitspraak op bezwaar, dan lijkt de conclusie eenvoudig. De uitspraak moet worden aangepast. Zo eenvoudig is het echter niet. De inspecteur heeft namelijk niet de mogelijkheid om opnieuw te beslissen op een bezwaar. Dat is een bijzonderheid in het fiscale recht, want in de rest van het bestuursrecht bestaat die mogelijkheid wel. In een arrest van 11 juli 2025 heeft de Hoge Raad deze strenge lijn over het herstel van een onjuiste uitspraak op bezwaar bevestigd. Een versoepeling van de regels komt er vooralsnog niet. In dit artikel behandel ik dat arrest.
Onjuiste uitspraak op bezwaar leidt tot discussie over herstelmogelijkheid
De belastingplichtige in deze zaak is in bezwaar gegaan tegen een aantal afgewezen verzoeken tot teruggaaf van btw. De afwijzing heeft plaatsgevonden zonder de belastingplichtige te horen. Daarvoor is gekozen omdat de bezwaren niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De belastingplichtige gaat tegen deze afwijzingen in beroep. Tijdens het beroep geeft de inspecteur aan dat hij ten onrechte de belastingplichtige niet heeft gehoord. Partijen verzoeken de rechter om de zaak terug te verwijzen naar de inspecteur. De inspecteur zegt toe het griffierecht te vergoeden. De rechter verklaart het beroep echter niet-ontvankelijk, omdat de belastingplichtige het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Het verzet dat de belastingplichtige indient wijst de rechtbank af, omdat de belastingplichtige er geen belang bij zou hebben. Dat komt omdat de inspecteur heeft toegezegd opnieuw op het bezwaar te beslissen.
Inspecteur beroept zich op onmogelijkheid om op bezwaar te beslissen
De inspecteur geeft aan de belastingplichtige aan dat hij niet opnieuw op het bezwaar kan beslissen, ondanks zijn belofte. Nu de rechter de uitspraak op het bezwaar niet heeft vernietigd, meent de inspecteur dat hij niet in staat is om een nieuwe uitspraak te doen. De bestaande uitspraak is namelijk intact gebleven. Het doen van een tweede uitspraak op het bezwaar is niet mogelijk. Dit is in lijn met vaste jurisprudentie van de Hoge Raad. Ondanks dat er op deze lijn veel kritiek bestaat, is het wel de geldende lijn.
Hoge Raad (2025): Herstel van onjuiste uitspraak op bezwaar niet mogelijk
De Hoge Raad bevestigt dat de inspecteur terecht aangeeft dat hij niet opnieuw kan beslissen op het bezwaar. Hij kan alleen opnieuw een uitspraak doen als hij daartoe wordt verplicht door een rechterlijke uitspraak waarbij zijn beslissing is vernietigd. Neemt hij toch een nieuwe beslissing, dan leidt dat niet tot een beslissing waartegen beroep bij de belastingrechter mogelijk is. Dat neemt echter niet weg, zo geeft de Hoge Raad aan, dat het de inspecteur vrijstaat om de aanslag of zijn beslissing ambtshalve te heroverwegen. In deze situatie kon de rechter echter niet oordelen dat de belastingplichtige bij het verzet geen belang heeft. Een gegrondverklaring van het verzet zou namelijk tot de gewenste terugverwijzing kunnen leiden.
Hoge Raad (2025): Verschoonbaar te laat betalen van griffierecht
De Hoge Raad geeft nog een overweging mee over de tijdigheid van het betalen van het griffierecht. Dat is de grond geweest waarop de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. De Hoge Raad geeft aan dat bij het beoordelen of een te late betaling verschoonbaar is, aansluiting moet worden gezocht bij de jurisprudentie over de verschoonbare termijnoverschrijding. De meeste van die zaken gaan over het te laat indienen van een bezwaarschrift. In 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er meer ruimte moet zijn voor maatwerk bij het beoordelen van de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding. Mogelijk biedt deze verruiming de belastingplichtige in deze zaak soelaas.
Complexiteit herstelmogelijkheid uitspraak op bezwaar blijft bestaan
De Hoge Raad had hier een kans om de regels over het herstellen van een fout in een uitspraak op bezwaar te versoepelen. Dat zou een versoepeling zijn waar al lange tijd om wordt gevraagd. Het komt in de praktijk voor dat zowel de Belastingdienst als de belastingplichtige van mening zijn dat een uitspraak onjuist is. Nu is er een rechterlijke vernietiging vereist voor een nieuwe uitspraak. Dit leidt tot onnodige belasting van de rechtspraak. Nu de Hoge Raad niet heeft ingegrepen, ligt de bal bij de wetgever. Het lijkt niet heel ingewikkeld om in de wet op te nemen dat de inspecteur de mogelijkheid heeft om een gebleken fout in een uitspraak op bezwaar te herstellen, mits partijen het daarover eens zijn. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
- Hoge Raad 11 juli 2025, ECLI:NL:HR:2025:1132 (Hoge Raad houdt vast aan strenge lijn over herstel van onjuiste uitspraak op bezwaar).
- Parket bij de Hoge Raad 20 december 2024, ECLI:NL:PHR:2024:1397 (Conclusie A-G over regels rondom het herstel van een onjuiste uitspraak bezwaar).
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan