Lagere proceskostenvergoeding wegens punt van ondergeschikt belang
- Publicatiedatum 27 dec 2024
- Aanpassingsdatum 27 dec 2024
- Leestijd 3 min
De belastingplichtige die in het gelijk wordt gesteld in een fiscale procedure, kan recht hebben op een proceskostenvergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van deze proceskostenvergoeding zijn regels opgesteld. Een van deze regels is dat het de rechter is toegestaan om de berekende proceskostenvergoeding te verminderen als de belastingplichtige gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. In een arrest van 15 november 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak over deze bepaling. In die zaak heeft het gerechtshof de proceskostenvergoeding verminderd, omdat de belastingplichtige slechts op een punt van ondergeschikt belang in het gelijk is gesteld. Volgens de Hoge Raad is dat toegestaan. Dit artikel behandelt deze zaak.
Zaak over watersysteemheffing leidt slechts tot immateriële schadevergoeding
De belastingplichtige in deze zaak gaat in bezwaar tegen een aanslag watersysteemheffing. Deze procedure verloopt niet optimaal en dat leidt tot een aantal geschilpunten. In eerste aanleg oordeelt de rechtbank dat:
- Het beroep tegen de aanslag watersysteemheffing ongegrond is.
- De belastingplichtige recht heeft op een immateriële schadevergoeding.
In hoger beroep wil de belastingplichtige ook nog terugkomen op de dwangsom die hij heeft verzocht omdat het bestuursorgaan te laat met een beslissing zou zijn gekomen. Hij meent dat de dwangsom ten onrechte niet is toegekend. In eerste aanleg (bij de rechtbank) heeft hij dit punt niet op tafel gebracht.
Gerechtshof kent lagere proceskostenvergoeding toe wegens ondergeschikt belang
Het gerechtshof oordeelt in de eerste plaats dat de belastingplichtige recht heeft op vergoeding van de wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding. Dat komt omdat de vergoeding niet is betaald binnen vier weken na de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft hierover ten onrechte geen besluit genomen. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk voor wat betreft de dwangsom. Dit beroep is duidelijk te laat ingediend. Daarnaast is het zo dat als het beroep ontvankelijk zou zijn geweest, het zou zijn afgewezen. Tot slot is het hoger beroep tegen de watersysteemheffing eveneens ongegrond.  Het gerechtshof kent wel een proceskostenvergoeding toe. Deze wordt door het hof gematigd, omdat de belastingplichtige uitsluitend in het gelijk is gesteld op een punt van ondergeschikt belang, namelijk de vergoeding van de wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding. De belastingplichtige stapt vervolgens naar de Hoge Raad.
Hoge Raad over proceskostenvergoeding en punt van ondergeschikt belang
De Hoge Raad beoordeelt de door het gerechtshof toegekende proceskostenvergoeding. Volgens de Hoge Raad is het het gerechtshof toegestaan om de proceskostenvergoeding in dit geval op een lager bedrag vast te stellen. Het past binnen de geldende regels om een dergelijke matiging toe te passen als de belastingplichtige uitsluitend in het gelijk is gesteld op een punt van ondergeschikt belang. Het cassatieberoep van de belastingplichtige wordt daarom ongegrond verklaard. Hebt u zelf vragen over een fiscale procedure? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan