Stel een vraag
Hoge Raad: betalingsuitstel voor aansprakelijkstelling stuit verjaring van de belastingschuld niet
Formeel belastingrecht en procederenJurisprudentie kopieer en deel Naar kennisbank

Hoge Raad: betalingsuitstel voor aansprakelijkstelling stuit verjaring van de belastingschuld niet

  • Publicatiedatum 25 jan 2025
  • Aanpassingsdatum 25 jan 2025
  • Leestijd 4 min

Het komt regelmatig voor dat een belastingschuldige ophoudt te bestaan terwijl er nog belastingschulden openstaan. Als voor die belastingschulden een aansprakelijkstelling heeft plaatsgevonden, dan treedt de aansprakelijkgestelde voor de stuiting en verlenging van de verjaringstermijn in de plaats van de belastingschuldige zelf. De aansprakelijkgestelde kan voor de aansprakelijkstelling zelf uitstel van betaling krijgen. Dat uitstel van betaling kan ook worden verlengd. De vraag die dan op kan komen is of het verlenen van (nader) uitstel van betaling automatisch leidt tot stuiting of verlenging van de verjaringstermijn en de rechtsvordering tot betaling van de onderliggende belastingschuld. Over deze vraag heeft de Hoge Raad zich op 24 januari 2025 uitgelaten. Hij oordeelt dat dat niet het geval is. Dit artikel behandelt het arrest van de Hoge Raad over het verlenen van betalingsuitstel voor een aansprakelijkstelling en de gevolgen voor de verjaring van de belastingschuld.

Aansprakelijkstelling voor bestuurder en verjaring belastingschuld

De belanghebbende in deze zaak is als bestuurder aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van twee vennootschappen. Het gaat om naheffingsaanslagen loonheffingen uit 2013. De vennootschappen gaan in 2013 failliet en houden in 2016 op te bestaan. De aansprakelijkstelling vindt plaats in 2017. In 2018 wordt uitstel van betaling verleend en vindt de eerste stuiting van de verjaringstermijn van de belastingschulden plaats. In 2020 loopt het hoger beroep nog. Daarom krijgt de belanghebbende nogmaals uitstel van betaling. Het gerechtshof vernietigt de aansprakelijkstelling (2020), maar Hoge Raad vernietigt vervolgens die uitspraak van het hof (2023). Op 1 mei 2023 stuurt de Ontvanger wederom een brief om de verjaring te stuiten. Er ontstaat een geschil over de vraag of deze brief tijdig is. De Ontvanger meent dan wel, omdat het verlenen van het uitstel van betaling leidt tot verlenging van de verjaringstermijn van de onderliggende belastingschuld. De belanghebbende is het daarmee oneens.

Gerechtshof (2023): verlenen uitstel van betaling leidt niet tot stuiten verjaringstermijn

Het gerechtshof geeft aan dat de brieven die aan de belanghebbende zijn gestuurd uitsluitend zien op het verlenen van uitstel van betaling. Dat uitstel van betaling ziet op de bedragen van de aansprakelijkstelling. Er is geen uitstel verleend voor de naheffingsaanslagen waarop die aansprakelijkstelling betrekking heeft. Volgens het hof leidt het verlenen van uitstel aan de aansprakelijkgestelde niet tot het stuiten van de verjaring van de vordering tot betaling van de belastingschuld. Dat is ook niet het geval als de belastingschuldige is opgehouden te bestaan. Het Gerechtshof oordeelt daarom dat het recht op dwanginvordering van de belastingschulden is verjaard. Door het verjaren van de belastingschuld waar de aansprakelijkstelling op ziet, vervalt ook het recht van dwanginvordering en verrekening van de aansprakelijkheidsvordering.

Hoge Raad (2025): betalingsuitstel voor aansprakelijkstelling leidt niet tot stuiting van verjaring belastingschuld

De Hoge Raad verwijst voor zijn oordeel eerst naar de conclusie van de A-G. Die geeft aan dat uit de wet volgt dat de aansprakelijkgestelde in de plaats treedt van de belastingschuldige met betrekking tot de stuitende of verlengende handelingen die zijn verricht met betrekking tot de belastingschuld. Volgens de A-G volgt uit die regel niet dat verleend uitstel voor de aansprakelijkstelling automatisch leidt tot verlenging van de verjaringstermijn van de belastingaanslag zelf. Een verder reikende bedoeling dan dat de Ontvanger via de aansprakelijkgestelde over kan gaan tot stuiting kan de A-G in de wetsgeschiedenis niet vinden. De Hoge Raad sluit bij dit oordeel aan. Hij komt tot de slotsom dat het aan de aansprakelijkgestelde verleende uitstel van betaling geen betrekking heeft op de belastingschuld maar op de aansprakelijkheidsschuld. Daarom is het uitstel niet van invloed op de verjaringstermijn van de belastingschuld. Het oordeel van het hof is correct.

Adviseur formeel belastingrecht en invordering

De regels rondom bestuurdersaansprakelijkheid zijn streng en vereisen een tijdig en correct handelen van het bestuur van de vennootschap. Gebeurt dat niet, dan bestaat de kans dat de bestuurders aansprakelijk worden gesteld voor bepaalde belastingschulden van de vennootschap. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: