Stel een vraag
Gerechtshof trad buiten de grenzen van de rechtsstrijd in BUA-zaak
Formeel belastingrecht en procederenJurisprudentieOmzetbelasting kopieer en deel Naar kennisbank

Gerechtshof trad buiten de grenzen van de rechtsstrijd in BUA-zaak

  • Publicatiedatum 30 mei 2025
  • Aanpassingsdatum 30 mei 2025
  • Leestijd 5 min

De belastingrechter behoort zich te beperken tot het geven van een beslissing op het geschil dat door de partijen is voorgelegd. Hij mag niet buiten deze ‘grenzen van de rechtsstrijd’ treden. Wel dient de rechter ambtshalve het recht toe te passen en waar nodig de rechtsgronden aan te vullen. Over de grenzen van de rechtsstrijd en de rol van de belastingrechter is in de loop van de jaren veel geschreven en gediscussieerd. De  Hoge Raad heeft hier recent een arrest over gewezen. Het betreft een zaak waarin het gerechtshof uit eigen beweging heeft getoetst of de aftrek van btw is uitgesloten op grond van het BUA, terwijl de Belastingdienst het BUA-argument bij de rechter in eerste aanleg heeft ingetrokken. Door ambtshalve het BUA te toetsen is het gerechtshof volgens de Hoge Raad buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. In dit artikel behandel ik dit arrest van 11 april 2025.

Strafrechtelijk onderzoek leidt tot discussie over btw-aftrek op advocaatkosten bestuurder

De belastingplichtige in deze zaak levert vermogensbeheerdiensten. In 2013 stelt het OM een strafrechtelijke onderzoek in tegen de belastingplichtige en een van de bestuurders. Een advocatenkantoor levert rechtsbijstand aan de bestuurder. Dit gebeurt in opdracht en voor rekening van de belastingplichtige. De facturen zijn door de belastingplichtige betaald. De btw op de facturen is in aftrek gebracht. Volgens de Belastingdienst mag deze btw niet worden afgetrokken.

Geschilpunten over btw-aftrek op advocaatkosten bestuurder

Volgens de belastingplichtige mag de btw in aftrek worden gebracht. De gemaakte kosten zijn algemene kosten van het bedrijf. Het verdedigen van de bestuurder door het advocatenkantoor diende het bedrijfsbelang en was nodig ter bescherming van de continuïteit. Ook was er een duidelijke verwevenheid tussen de strafzaken tegen de bestuurder en het bedrijf. De Belastingdienst kijkt hier anders tegenaan. Hij geeft aan dat de gemaakte kosten zien op privébelangen van de bestuurder. De kosten hebben geen rechtstreeks en onmiddellijk verband met de economische activiteiten van het bedrijf. De eventuele voordelen die het bedrijf van de procedure heeft, zijn van ondergeschikt belang. Als de btw in beginsel wel voor aftrek in aanmerking zou komen, dan is de aftrek volgens de Belastingdienst uitgesloten als gevolg van de toepassing van het BUA. Dit standpunt over het BUA heeft de Belastingdienst op de zitting bij de rechtbank in eerste aanleg ingetrokken.

Gerechtshof (2022): Ambtshalve toepassing van de regels over het BUA

Volgens het hof is een voldoende verband tussen de kosten en de zakelijke belangen ook aanwezig als de kosten noodzakelijk zijn om de economische activiteit te verbeteren of te optimaliseren. Dat is hier het geval. Het verdedigen van de bestuurder is in het bedrijfsbelang om het afkalven van de omzet en de activiteiten te voorkomen. De in rekening gebrachte btw komt daarom voor aftrek in aanmerking. Vervolgens besluit het hof om het BUA toe te passen. Dit ondanks het feit dat de Belastingdienst reeds bij de rechtbank het standpunt over de toepassing van het BUA heeft ingetrokken. Volgens het hof is dit moment, omdat in een procedure geen afstand kan worden gedaan van geldend recht. De rechter dient het recht namelijk ambtshalve toe te passen, aldus het gerechtshof. Zij komt vervolgens tot het oordeel dat het BUA van toepassing is. De door het bedrijf betaalde advocaatkosten kwalificeren volgens het gerechtshof als een relatiegeschenk.

Hoge Raad (2025): Hof trad buiten de grenzen van de rechtsstrijd met oordeel over BUA

Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof terecht tot uitgangspunt genomen dat de rechter het recht ambtshalve toe moet passen, ook als daar geen beroep op wordt gedaan. Hij dient daarbij het recht op de juiste wijze toe te passen, ook als partijen een andere toepassing voorstaan. Deze gehoudenheid is echter beperkt tot situaties waarin de tussen partijen vaststaande feiten daartoe dwingen. Dat is in deze zaak niet aan de orde. In de gedingstukken in hoger beroep zijn geen feiten opgenomen die dwingen tot toepassing van het BUA. De Belastingdienst heeft dit argument namelijk ingetrokken. Het hof heeft zelf de benodigde feiten vastgesteld op basis daarvan geoordeeld dat de aftrek moet worden geweigerd. Daarmee is het hof buiten de rechtsstrijd getreden. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en doet de zaak zelf af. De oplegde naheffingsaanslagen worden vernietigd en de teruggaaf van btw wordt toegewezen.

Het belang van formeel belastingrecht en fiscaal procesrecht

Het voeren van fiscale procedures vereist kennis van het formele belastingrecht en het fiscale procesrecht.  De regels over de grenzen aan de rechtsstrijd zijn daar een onderdeel van. Het is belangrijk goed te letten op de juiste toepassing van deze regels, omdat ze voor de uitkomst van de procedure van grote invloed kunnen zijn. Deze BUA-zaak verduidelijkt dat nog maar eens. Het ingrijpen van de Hoge Raad leidt tot toekenning van een btw-teruggaaf van circa € 115.000. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

 

 

 

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: