Stel een vraag
Geen schending una via-beginsel omdat beoordeling per aangifte moet plaatsvinden
Formeel belastingrecht en procederenJurisprudentie kopieer en deel Naar kennisbank

Geen schending una via-beginsel omdat beoordeling per aangifte moet plaatsvinden

  • Publicatiedatum 12 apr 2025
  • Aanpassingsdatum 12 apr 2025
  • Leestijd 4 min

Het opzettelijk indienen van te lage btw-aangiften kan zowel via het strafrecht als via het bestuursrecht worden aangepakt. Op grond van het una via-beginsel moet de Belastingdienst samen met het OM een keuze maken voor één van deze twee routes. Kortom: het strafrecht óf het bestuursrecht. In een zaak die eind 2021 diende, waren naheffingsaanslagen opgelegd voor hetzelfde feitencomplex over de periode 2014 tot en met 2018. Een van de vennoten van de vof was voor de gedragingen in de periode 2014 tot en met 2017 al aangepakt via het strafrecht. De Belastingdienst legt over 2018 een vergrijpboete op. Hiertegen komt de vof in bezwaar en daarna beroep. Zij meent dat, nu voor dezelfde feiten eerder het strafrecht is aangewend, afdoening met een vergrijpboete niet aan de orde kan zijn. In dit artikel behandel ik de uitspraak van de rechtbank, die aangeeft dat de toetsing aan het una via-beginsel per aangifte plaatsvindt.

Vergrijpboete en strafrecht wegens het niet tijdig betalen omzetbelasting

Het gaat in deze zaak om een vergrijpboete die is opgelegd wegens het niet of niet tijdig betalen van omzetbelasting. Niet in geschil is dat de belastingplichtige de omzetbelasting niet tijdig heeft betaald en dat dit met (voorwaardelijk) opzet heeft plaatsgevonden. De boetegrondslag is gelegen in artikel 67f AWR. Echter, omdat een van de vennoten van de vof al strafrechtelijk is vervolgd voor dezelfde gedragingen in eerdere jaren, meent de vof dat deze boete ertoe leidt dat sprake is van dubbele bestraffing. De vof voert onder andere aan dat sprake is van feiten die kwalificeren als een doorlopende gedraging. Als de vof in het gelijk wordt gesteld is sprake van een schending van het una via-beginsel, maar volgens de Belastingdienst moet dit per aangifte worden beoordeeld en niet over de hele periode.

Rechtbank (2021): geen doorlopende gedraging bij onjuiste aangiften omzetbelasting

De rechtbank oordeelt dat van een doorlopende gedraging geen sprake is. In het belastingrecht staat iedere aangifte die moet worden gedaan, op zichzelf. Dat de belastingplichtige in ieder tijdvak opnieuw hetzelfde feit/delict begaat, doet hieraan niet af. Volgens de rechtbank is daarom geen sprake van een gedraging die doorloopt, maar van een gedraging die steeds opnieuw is begaan. Kortom: iedere aangifte omzetbelasting die de vof moest doen, staat op zichzelf. Daarom mag de Belastingdienst per aangifte bepalen of wel of niet een boete wordt opgelegd. Deze beoordeling per aangifte leidt tot de conclusie dat er geen sprake is van een schending van het una via-beginsel.

Rechtbank (2021): geen dubbele bestraffing ondanks gelijk feitencomplex

De vergrijpboete is opgelegd voor aangifte(n) die in het tijdvak 2018 vallen. De strafrechtelijke afdoening heeft plaatsgevonden over tijdvakken in 2014 tot en met 2017. Er zit in deze perioden geen overlap. Daarom meent de rechtbank dat van dubbele bestraffing geen sprake is. Wel is het zo dat de belastingplichtige twee keer is geconfronteerd met een criminal charge. Uit het dossier volgt niet waarom voor eenzelfde feitencomplex langs twee verschillende wegen wordt opgetreden. Daarom ziet de rechtbank aanleiding om de vergrijpboete met 10% te matigen.

Is sprake van dubbele bestraffing van de vof?

Een interessant punt, wat de rechtbank helaas onderbelicht laat, is of hier überhaupt sprake is van een vorm van dubbele bestraffing/tweewegenbestraffing. De vergrijpboete is namelijk opgelegd aan de vof, terwijl de strafrechtelijke afdoening zich tegenover een van de vennoten heeft voorgedaan. Zo bezien kan sprake zijn van een situatie waarin van dubbele bestraffing/tweewegenbestraffing in het geheel geen sprake is geweest. De vergrijpboete en de strafrechtelijke afdoening zien immers op verschillende personen.

Advies in procedures over vergrijpboetes omzetbelasting

Een vergrijpboete is een zware sanctie. De Belastingdienst heeft een zware bewijslast bij het opleggen van een boete en moet aan veel voorwaarden voldoen. Niet zelden grijpt de inspecteur te snel naar het middel van de vergrijpboete om een fout te bestraffen. In dat soort situaties is het nuttig om advies en/of bijstand in te winnen om de boete te bestrijden. Het bijzondere aan een vergrijpboete in de sfeer van de omzetbelasting, is dat ook het unierechtelijk verdedigingsbeginsel een rol kan spelen. Hebt u vragen over vergrijpboeten? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: