Terechte naheffing van bijtelling: achteraf opgemaakte rittenregistratie onderuit door verkeersboete
- Publicatiedatum 14 nov 2024
- Aanpassingsdatum 14 dec 2024
- Leestijd 5 min
De Belastingdienst controleert in de praktijk veel op het privégebruik van auto’s door werknemers. Dit kan leiden tot forse naheffingsaanslagen als de bijtelling ten onrechte achterwege is gelaten. In beginsel rust op de belastingplichtige de bewijslast dat de auto op kalenderjaarbasis minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Hierbij geldt een verzwaarde bewijslast. Een rittenregistratie is niet verplicht, maar wel de meest gangbare vorm van bewijslevering. In een zaak die recent voor de rechter kwam, heeft de belastingplichtige de rittenregistratie achteraf opgemaakt. Onder andere door een verkeersovertreding op een andere locatie dan uit de registratie volgt, heeft de Belastingdienst de rittenregistratie onbetrouwbaar verklaard. Een naheffingsaanslag met verzuimboete volgt. De rechtbank is het met de Belastingdienst eens. Dit artikel behandelt deze uitspraak van de rechtbank over de naheffing van bijtelling en de rittenregistratie die mede is geveld door een verkeersboete.
Controle leidt tot naheffingsaanslag loonheffingen wegens privégebruik auto
Deze zaak gaat om een naheffingsaanslag loonheffingen en een verzuimboete. De belastingplichtige is een holding die alle aandelen heeft in een groothandel. De DGA is de enige werknemer. Bij de groothandel is de fiscaal partner van de DGA werkzaam. Aan de DGA is een auto ter beschikking gesteld. Voor deze terbeschikkingstelling heeft geen bijtelling plaatsgevonden. De Belastingdienst acht de rittenregistraties onvoldoende en legt een naheffingsaanslag op met een verzuimboete. De rechtbank moet de vraag beoordelen of de belastingplichtige overtuigend heeft aangetoond dat met de auto niet meer dan 500 kilometer privé is gereden in het controlejaar. Daarnaast doet de belastingplichtige een beroep op het vertrouwensbeginsel.
Bijtelling, rittenregistratie en opgelegde verkeersboete
De rechtbank formuleert eerst de hoofdregel. Er moet bijtelling plaatsvinden, tenzij overtuigend wordt aangetoond (‘doen blijken’) dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt. Het bewijs mag in iedere vorm worden geleverd. Een rittenregistratie is het meest gangbaar. De Belastingdienst voert de volgende argumenten aan om de aangeleverde rittenregistratie te verwerpen:
- Voor woon-werkverkeer zit er een verschil tussen de gereden kilometers volgens de registratie en Google Maps.
- Er is een snelheidsovertreding geconstateerd (en verkeersboete opgelegd) op een plaats waar de auto volgens de registratie niet kan zijn geweest.
- Voor een aantal ritten, hoofdzakelijk naar horecagelegenheden en hotels, is de zakelijkheid niet aangetoond.
De belastingplichtige is een andere mening toegedaan. Hij overlegt tankbonnen en onderbouwt een aantal ritten. Ook meent hij dat de Belastingdienst de toezegging heeft gedaan dat niet wordt nageheven.
Rechtbank over privégebruik auto en correctie voor bijtelling
De rechtbank stelt de Belastingdienst in het gelijk. De auto is ter beschikking gesteld en dan ontstaat het vermoeden van privégebruik. Het is aan de belastingplichtige om overtuigend het tegendeel te bewijzen. Daarbij overweegt de rechtbank in de kern het volgende:
- Het is opvallend dat over de eerste helft van het jaar twee verschillende rittenregistraties zijn aangeleverd met verschillende begin- en eindstanden;
- Er zit een verschil van ongeveer 250 kilometer in het woon-werkverkeer volgens de rittenregistratie en Google Maps/ANWB-routeplanner.
- Er is een verkeersovertreding begaan op een dag en tijd waarop volgens de registratie de auto op een andere plek was.
Het is de belastingplichtige volgens de rechtbank niet gelukt een verklaring hiervoor te geven. De rittenregistratie is geen betrouwbare weergave van het werkelijk gebruik en wordt verworpen. Ook het andere bewijs overtuigt niet. De correctie voor de bijtelling is terecht gemaakt.
Rechtbank verwerpt ook beroep op het vertrouwensbeginsel
De belastingplichtige meent dat de Belastingdienst heeft toegezegd dat geen naheffingsaanslag zou volgen. De rechtbank komt de belastingplichtige enigszins tegemoet door te erkennen dat de communicatiewijze van de Belastingdienst als verwarrend kan zijn ervaren. Eerst wordt slechts gevraagd naar enkele ritten en dan ineens naar de gehele rittenregistratie. Dat is echter geen toezegging of standpuntbepaling. Er is volgens de rechtbank door de Belastingdienst niet de indruk gewekt dat de zakelijkheid van andere ritten vaststond. Ook is niet de indruk gewekt dat de rittenregistratie sluitend was. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.
Verzuimboete wegens achterwege laten bijtelling terecht opgelegd
Tot slot gaat het over de verzuimboete. Die is vastgesteld op 10% van de naheffingsaanslag. Volgens de rechtbank is deze boete terecht. De loonheffingen zijn namelijk niet binnen de in de wet gestelde termijn betaald. Van afwezigheid van alle schuld is geen sprake. Daarnaast is de boete passend en geboden. Ook de boete blijft dus overeind.
Bijstand in boekenonderzoek auto van de zaak
Controles naar het privégebruik van een auto van de zaak kunnen forse financiële gevolgen hebben. In deze zaak lijkt het vooral te zijn misgegaan omdat de belastingplichtige achteraf de registratie opmaakt. Als bepaalde ritten in de rittenregistratie dan weerlegd worden, bijvoorbeeld door een verkeersboete, dan is er al snel ruimte voor een naheffing van de bijtelling. Zit u in een dergelijk onderzoek of wenst u een controle vooraf op de wijze waarop u omgaat met de auto van de zaak? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met een van onze fiscalisten.
Bronnen:
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan