Stel een vraag
Kabinet acht verlengen zachte landing handhaving schijnzelfstandigheid in 2026 onverstandig

Kabinet acht verlengen zachte landing handhaving schijnzelfstandigheid in 2026 onverstandig

  • Publicatiedatum 04 okt 2025
  • Aanpassingsdatum 04 okt 2025
  • Leestijd 3 min

Sinds 1 januari 2025 is het zogeheten handhavingsmoratorium schijnzelfstandigheid vervallen. Dat betekent dat de Belastingdienst de handhaving met betrekking tot schijnzelfstandigheid voor de loonheffingen weer heeft opgepakt. Bij het vervallen van het handhavingsmoratorium is aangegeven dat er in 2025 een ‘zachte landing’ geldt. Die zachte landing houdt in dat er tot 2030 een ingroeimodel geldt en er een aantal aanvullende maatregelen, zoals het niet opleggen van boetes, geldt voor het jaar 2025. In een kamerbrief van 2 oktober 2025 geeft de staatssecretaris aan dat een verdere verlenging van de zachte landing niet wenselijk is. In dit artikel behandel ik deze kamerbrief die inzicht biedt in de handhaving bij schijnzelfstandigheid in 2026.

De zachte landing bij de handhaving op schijnzelfstandigheid

De wetgever heeft ervoor gekozen om de opheffing van het handhavingsmoratorium gepaard te laten gaan met een zachte landing. Het uitgangspunt van de zachte landing is dat tot 2030 een ingroeimodel geldt. Dat betekent bijvoorbeeld dat naheffingen niet zien op de periode voor 1 januari 2025, tenzij sprake is van kwaadwillendheid of een niet-opgevolgde aanwijzing. Daarnaast zijn er voor 2025 een aantal aanvullende maatregelen getroffen:

  • Risicogericht toezicht start met een bedrijfsbezoek.
  • De inspecteur kan het boekenonderzoek richten op de meest recente tijdvakken.
  • Over het jaar 2025 worden geen boetes opgelegd.

Over deze drie maatregelen gaat de kamerbrief. Het ingroeimodel richting 2030 blijft ongewijzigd. Meer informatie over dit ingroeimodel en de handhaving op schijnzelfstandigheid in 2025 treft in een afzonderlijk artikel.

Verlenging zachte landing voor handhaving schijnzelfstandigheid in 2026 is onwenselijk

Het vervallen van de hiervoor genoemde maatregelen betekent dat de Belastingdienst in 2026 weer boetes kan opleggen. Ook vervalt het uitgangspunt van een eerste bedrijfsbezoek en het beperken van de controle tot de meest recente tijdvakken. Volgens de staatssecretaris hebben partijen voldoende tijd gehad om zich hierop voor te bereiden. Ook is het richting partijen die de regels naleven een onwenselijk signaal om de zachte landing te verlengen. Goed gedrag wordt dan ontmoedigd. Tot slot wijst de staatssecretaris op het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Daarin is de opheffing van het handhavingsmoratorium als mijlpaal opgenomen. Het verlengen van de zachte landing kan leiden tot een discussie met de Europese Commissie over de aanspraak op HVP-middelen.

Advisering over de handhaving op schijnzelfstandigheid in 2026

De opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 was al langere tijd bekend. Veel bedrijven hebben zich daarop voorbereid. Het blijft echter zo dat het niet altijd direct duidelijk is of iemand werkzaam is als zelfstandige of als schijnzelfstandige. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: