Kamerbrief handhavingsplan arbeidsrelaties en schijnzelfstandigheid per 2025 (december 2024)
- Publicatiedatum 26 dec 2024
- Aanpassingsdatum 26 dec 2024
- Leestijd 4 min
Op 18 december 2024 is een Kamerbrief gepubliceerd over de handhaving op schijnzelfstandigheid. Per 1 januari 2025 vervalt het handhavingsmoratorium en gaat de Belastingdienst uitgebreider handhaven. Dit heeft in de praktijk tot onrust geleid onder werkgevenden en werkenden. Die onrust is aanleiding geweest voor een aantal oproepen van Kamerleden om te komen met een ‘zachtere landing’. In de Kamerbrief van 18 december gaat de staatssecretaris in op deze zachtere landing en beschrijft hij hoe dit in de praktijk vorm zal krijgen. Dit artikel behandelt de belangrijkste punten uit deze Kamerbrief over het vervallen van het handhavingsmoratorium per 2025. De Kamerbrief kwam samen met het handhavingsplan arbeidsrelaties 2025. Een link naar dit handhavingsplan treft u onderaan deze pagina onder ‘Bronnen’.
Ingroeimodel voor naheffingen loonheffingen met terugwerkende kracht
De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 uitgebreider handhaven op schijnzelfstandigheid. Daarbij heeft hij de mogelijkheid om naheffingsaanslagen loonheffingen op te leggen. Normaal gesproken kan dat maximaal vijf jaar terugwerkende kracht hebben. De wetgever geeft aan dat als uitgangspunt geldt dat niet zal worden nageheven over perioden gelegen voor 1 januari 2025. Dit wordt gezien als een ingroeimodel voor de volle vijf jaar richting 2030. Over de periode voor 1 januari 2025 wordt alleen nageheven bij kwaadwillendheid of als eerder gegeven aanwijzingen niet zijn opgevolgd. Voor de volledigheid merken wij op dat dit alleen geldt voor handhaving door de Belastingdienst. Pensioenfondsen hebben ook de mogelijkheid om met terugwerkende kracht premies te incasseren en zij zijn niet gebonden aan de datum 1 januari 2025.
Risicogericht handhaven op schijnzelfstandigheid en arbeidsbemiddelaars
De Belastingdienst blijft risicogericht handhaven en streeft naar eenheid van beleid. Dat wil zeggen dat de uitkomst van een beoordeling door inspecteur A zoveel als mogelijk gelijk moet zijn aan de uitkomst van diezelfde beoordeling door inspecteur B. De wetgever wijst in het bijzonder nog op de groep arbeidsbemiddelaars. De Belastingdienst signaleert dat opdrachtgevers zzp’ers vaker inhuren via een tussenpersoon. Zij hopen daarmee het risico van schijnzelfstandigheid te verschuiven naar een arbeidsbemiddelaar. De Belastingdienst spant zich in om inzicht te verkrijgen in hoe dergelijke ketens werken, zodat ook daar gehandhaafd kan worden.
Maatwerk en menselijke maat bij handhaving op schijnzelfstandigheid
De wetgever vraagt van de Belastingdienst om in de handhaving maatwerk te leveren en oog te houden voor de menselijke maat. Dit is een belangrijk onderdeel van de zachte landing. In de praktijk ziet dat er als volgt uit. De Belastingdienst begint met een bedrijfsbezoek en bespreekt arbeidsrelaties. Er is dan nog geen vaststelling van schijnzelfstandigheid geweest. Mocht er uit dit bezoek iets naar voren komen, dan krijgt de ondernemer de kans om zijn bedrijfsvoering te verbeteren. Dat kan door schijnzelfstandigen in dienst te nemen of opdrachten aan te passen. Een boekenonderzoek zal met name worden ingezet bij grote risico’s op schijnzelfstandigheid. De inspecteur kan er dan voor kiezen zich op de meeste recente tijdvakken te richten, zodat het financieel risico beperkt is.
Hoofdregel: geen boetes bij handhaving op schijnzelfstandigheid in 2025
In de Kamerbrief van 18 december 2025 over de handhaving op schijnzelfstandigheid gaat de wetgever ook in op het opleggen van boetes. Uit de wet volgt dat de Belastingdienst verzuimboetes en vergrijpboetes kan opleggen. Dat geldt ook bij het opleggen van naheffingsaanslagen loonheffingen. De wetgever zegt toe dat de Belastingdienst in 2025 nog geen verzuimboetes of vergrijpboetes zal opleggen. Ook blijven alle goedgekeurde modelovereenkomsten van kracht tot eind 2029.
Kamerbrief schijnzelfstandigheid december 2024: normaliseren handhaving 2026
Aan het einde van de Kamerbrief benadrukt de wetgever dat de handhaving verder wordt genormaliseerd per 2026. Het gaat dan bijvoorbeeld om het weer opleggen van boetes en ongetwijfeld het iets minder zacht maken van de controlemethodiek. Veel ondernemers hebben zich de afgelopen maanden voorbereid op het vervallen van het handhavingsmoratorium. 2025 zal in dat kader een (nader) gewenningsjaar worden, nadat de handhaving al acht jaar stilligt. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan