Stel een vraag
De behandeling van sporters en artiesten in belastingverdragen
ArtikelenInternationaal belastingrecht kopieer en deel Naar kennisbank

De behandeling van sporters en artiesten in belastingverdragen

  • Publicatiedatum 14 nov 2024
  • Aanpassingsdatum 14 dec 2024
  • Leestijd 9 min

Sporters en artiesten die (ook) in het buitenland actief zijn krijgen te maken met internationaal belastingrecht. Belastingverdragen zijn daarbij van groot belang. Deze verdragen verdelen de heffingsrechten over het inkomen tussen de betrokken landen. De meeste belastingverdragen bevatten een bijzondere bepaling voor het inkomen dat sporters en artiesten verdienen in hun hoedanigheid als sporter of artiest. Bijvoorbeeld met het spelen van een voetbalwedstrijd of het geven van een concert. Dit artikel behandelt het bijzondere artikel in belastingverdragen voor sporters en artiesten. De behandeling vindt plaats aan de hand van het OESO-modelverdrag 2017. Het is steeds van belang het tussen landen geldende belastingverdrag erbij te pakken, omdat er regelmatig afwijkende afspraken worden gemaakt. Ook is het van belang om in internationale situatie het Nederlandse (nationale) belastingrecht in acht te nemen. In het nationale recht is uitgewerkt hoe Nederland omgaat met toegekende heffingsrechten.

De opbouw van het sporters- en artiestenartikel in belastingverdragen

Het sporters- en artiestenartikel is in het OESO-modelverdrag opgenomen als het artikel voor ‘entertainers and sportpersons’. Het modelartikel bestaat uit twee leden. Het eerste lid bepaalt dat het inkomen uit persoonlijke werkzaamheden, verricht als sporter of artiest, belast mag worden in het land van de werkzaamheden. In het tweede lid is opgenomen dat als deze inkomsten worden ontvangen door een andere persoon dan de sporter of artiest zelf, de inkomsten ook belast mogen worden in het land van de werkzaamheden. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als wordt gewerkt met een bv-structuur. Het OESO-commentaar op dit artikel vermeldt expliciet dat het artikel ook van toepassing is op sporters en artiesten die niet in dienstbetrekking zijn, maar die hun inkomsten genieten als ondernemer. Landen hebben de vrijheid om de reikwijdte van het artikel te beperken tot uitsluitend inkomsten die niet in dienstbetrekking worden genoten.

Wie kwalificeren als sporter voor het belastingverdrag?

Het modelverdrag geeft geen definitie van het begrip sporter. In het OESO-commentaar is het begrip nader ingekleurd, maar er blijft een grijs gebied over. Het begrip ziet op meer sporters dan de traditionele atleten (zoals zwemmers en hardlopers). Onder het artikel vallen ook racecoureurs, voetballers en tennisspelers. Het commentaar gaat ook in op sporten die in mindere mate een fysieke inspanning vergen, maar die wel een entertainmentkarakter hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om biljart en schaken. Ook deze activiteiten vallen onder het artikel in het belastingverdrag voor sporters en artiesten. Tot slot is het van belang om te weten dat ook een amateursporter die één keer meedoet aan een evenement – en daarmee inkomen genereert – onder de werking van het verdragsartikel kan vallen.

Wie kwalificeren als artiest voor belastingverdragen?

Een exacte definitie van ‘artiesten’ is niet opgenomen in het belastingverdrag. Het begrip is nader ingekleurd in het OESO-commentaar. Daaruit valt af te leiden dat er een bepaald entertainmentkarakter aan de werkzaamheden moet zitten. Een acteur in een film kwalificeert als artiest, maar een voormalig politicus die een praatje houdt niet. Ook kwalificeren cameramannen, regisseurs en impresario’s niet als artiesten. Een verhelderend inkijkje in de complexiteit van deze bepaling ziet op modellen. In het OESO-commentaar is opgenomen dat een model dat kleding presenteert of een fotosessie doet, niet onder het artikel valt. Betreft het een model dat zich meer met entertainment bezighoudt, bijvoorbeeld door in een televisieshow te verschijnen, dan is het artikel wel van toepassing.

Inkomsten van de impresario of manager van de sporter of artiest

In het OESO-commentaar is bijzondere aandacht voor de positie van de manager van de artiest of sporter. Hun inkomen valt in principe buiten de reikwijdte van het sporters- en artiestenartikel. Echter, indien zij namens/voor de artiest of sporter inkomsten ontvangen, dan is dit artikel in het belastingverdrag wel van toepassing. Het betreft door deze spelregels steeds een hele feitelijke toetsing en iedere situatie kan net anders uitwerken.

Inkomen van sporters en artiesten onder belastingverdragen

Niet al het inkomen van een sporter of artiest valt onder het speciale artikel in het belastingverdrag. Het gaat steeds om de vraag of het inkomen voldoende nauw verband houdt met de uitvoering van de werkzaamheden in het land waar de activiteit plaatsvindt. Hierdoor kunnen ook andere activiteiten dan wedstrijden, zoals een trainingskamp, tot heffing leiden. Een handig aanknopingspunt is of het inkomen ook zou zijn gegenereerd zonder het optreden in het andere land. Het OESO-commentaar bevat het voorbeeld van een orkest waarvan de leden een vast salaris ontvangen. Het land waar het optreden wordt verricht mag een deel van het loon in de heffing betrekken, omdat dat voldoende nauw samenhangt met het optreden. Voor royalty’s kennen belastingverdragen een eigen artikel. Echter, als het verband met de werkzaamheden als sporter of artiest voldoende nauw is, geldt toch het sporters- en artiestenartikel. Eenzelfde benadering geldt voor sponsor- en marketingdeals en bonussen.

Voorbeeld 1. Wielrenner

Dit voorbeeld is ontleend aan het OESO-commentaar. Een wielrenner is in dienst van een team. In zijn contract is opgenomen dat hij op moet komen dagen voor activiteiten in verschillende landen, onder andere voor training, persevenementen en races. Hij ontvangt een vast jaarloon, vermeerdert met bonussen op basis van geleverde prestaties. Een juiste uitkomst is nu dat het salaris op basis van als sporter gewerkte dagen wordt verdeeld over de verschillende landen. De bonussen moeten worden verdeeld onder de landen waar de races zijn gereden.

Voorbeeld 2. Zanger

Dit voorbeeld is ontleend aan het OESO-commentaar. Een zanger ontvangt voor een concertreeks in verschillende landen een vaste vergoeding. Ook ontvangt hij een bedrag per verkocht ticket. Een juiste uitkomst is nu dat de vaste vergoeding wordt verdeeld op basis van het aantal concerten per land. Met betrekking tot de vergoeding voor de tickets geldt dat deze worden toegewezen aan het land waar de tickets zijn verkocht.

Belastingheffing van sporters en artiesten in het buitenland

In het OESO-commentaar is niet opgenomen op welke wijze het land waarop het evenement plaatsvindt, moet heffen. Een zogenaamde bruto-heffing komt in de praktijk veel voor. Dat houdt in dat het land waar de werkzaamheden als sporter of artiest zijn verricht, op de vergoeding belasting wil heffen. Het komt ook voor dat de organisatoren van evenementen door het land in de heffing worden betrokken. Ook dat gaat vaak over de bruto-inkomsten. Voor de sporter of artiest is dit niet optimaal. Vaak maakt hij ook kosten om de inkomsten te verwerven. Met die kosten wordt dan alleen rekening gehouden als de sporter of artiest zelf een belastingaangifte indient. Dit brengt niet alleen kosten met zich, maar vergt ook veel tijd en energie. Gezien het aantal landen dat in een concertreeks of voor een internationaal sporttoernooi wordt aangedaan, laat het zich raden hoe administratief bezwaarlijk dit is.

Drempelbedrag voor sporters en artiesten onder belastingverdragen

Het OESO-commentaar biedt landen de mogelijkheid om voor de heffing van sporters en artiesten onder het belastingverdrag, een drempelbedrag op te nemen. Hiermee kunnen landen voorkomen dat sporters en artiesten met weinig opbrengsten, toch in de heffing worden betrokken. Een dergelijke drempelwaarde mag alleen worden ingevoerd voor de sporter of artiest zelf. Als een ander – zoals een vennootschap – de opbrengsten ontvangt, kan het drempelbedrag niet van toepassing zijn. Landen hebben de mogelijkheid om dit zo in te richten dat eerst belastingheffing plaatsvindt en na afloop van het jaar een teruggaaf mogelijk is.

Voorkoming van dubbele belasting bij sporters en artiesten

Het is aan de woonstaat van de sporter of artiest om te voorzien in voorkoming van dubbele belastingheffing. Dit kan middels een vrijstelling of een verrekening. Onder door Nederland gesloten verdragen is in verreweg de meeste gevallen de verrekeningsmethode van toepassing, maar het komt voor dat de vrijstellingsmethode van toepassing is. Het verschil in uitwerking is in potentie groot. De omvang van de voorkoming via de verrekeningsmethode is afhankelijk van de in het andere land geheven belasting. Bij de vrijstellingsmethode is dit anders. De in het buitenland geheven belasting (of het gebrek daaraan) is bij toepassing van de vrijstellingsmethode namelijk niet relevant. Een ander nadeel doet zich voor als de sporter of artiest in het woonland onvoldoende mogelijkheden heeft om de in het buitenland geheven belasting te verrekenen.

De sporter of artiest met een eigen bv onder belastingverdragen

Regelmatig is het niet de sporter/artiest als natuurlijk persoon die de opbrengsten ontvangt, maar zijn vennootschap. Ook dan kan het artikel voor sporters en artiesten in belastingverdragen aan de orde komen. In het OESO-commentaar worden drie situaties beschreven waarop het artikel zich met name richt:

  • Er is een managementbedrijf waarin de opbrengsten van het evenement terechtkomen.
  • Het werken met een rechtspersoon door een team of orkest. De vergoeding wordt aan de rechtspersoon uitbetaald. Het uitgekeerde loon is op grond van het artikel al belastbaar, maar het is het land ook toegestaan om de rechtspersoon in de heffing te betrekken. Er dient zorg te worden gedragen voor het voorkomen van dubbele belastingheffing.
  • Er is een misbruiksituatie met een ‘star company’. Dit is tegenwoordig nauwelijks meer mogelijk door wijzigingen in het belastingverdrag. Het betreft een constructie van vroeger waarmee via een vennootschap – onder leiding van de artiest of sporter – belastingheffing werd vermeden.

Nadelige positie sporter of artiest onder belastingverdragen

Zoals hiervoor beschreven is het vaak zo dat een verrekening van de in het buitenland betaalde belasting mogelijk is. Dat is geen ‘eind goed, al goed’ situatie. Dit komt bijzonder duidelijk naar voren in de zaak van een DJ waar de Hoge Raad in 2021 uitspraak in deed. Deze DJ werkt met een bv-structuur waarin de opbrengsten worden ontvangen. In het buitenland is door de vennootschap belasting voldaan die voor verrekening in aanmerking komt. Echter, als gevolg van de gemaakte kosten is de uiteindelijke winst in Nederland niet hoog genoeg om de volledige buitenlandse belasting te kunnen verrekenen. De DJ verrekent het restant daarom in zijn aangifte inkomstenbelasting. De Hoge Raad staat dit niet toe. Deze situatie, waarin in feite dubbele belastingheffing plaatsvindt omdat volledige verrekening niet mogelijk is, komt in de praktijk bij sporters en artiesten vaker voor.

Advisering sporters en artiesten in internationale situaties

Sporters en artiesten die grensoverschrijdend bezig zijn krijgen te maken met de toepassing van belastingverdragen. Om de fiscale regels op de juiste manier toe te passen, is kennis van het internationale belastingrecht noodzakelijk. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: