Terechte informatiebeschikking wegens niet verstrekken privéagenda door belastingplichtige

De Belastingdienst vraagt aan een belastingplichtige om inzage in zijn privéagenda. In deze agenda’s staat informatie over de onderneming die de belastingplichtige drijft. De belastingplichtige weigert deze inzage te verlenen. Hij merkt op dat het gaat om een privéagenda met daarin informatie over zijn privéafspraken. Ook is de gevraagde agenda niet meer in zijn bezit, omdat hij deze niet heeft bewaard. De inspecteur legt uiteindelijk een informatiebeschikking op, waarmee hij aangeeft dat niet is voldaan aan de inlichtingenverplichting en de administratie- en bewaarverplichting. Uiteindelijk komt deze zaak bij de Hoge Raad terecht, die moet beoordelen of de informatiebeschikking wegens het niet verstrekken van de privéagenda terecht is afgegeven. Dit artikel behandelt die zaak.

Achtergrond bij arrest over informatiebeschikking en privéagenda

De belastingplichtige in deze zaak heeft een eenmanszaak. Hij houdt zich bezig met administratie en belastingadvies. In 2018 vindt een boekenonderzoek plaats. De belastingplichtige verklaart onder andere dat hij omzet behaalt met het doen van aangiften voor bekenden tegen een vaste vergoeding. De afspraken met deze particulieren staan in een privéagenda. Daarin houdt hij ook het aantal ingediende aangiften bij. De Belastingdienst wil graag inzage in deze agenda. Die inzage kan de belastingplichtige niet geven. Hij zegt er niet langer over te beschikken. Ook is hij van mening dat het gaat om een privéagenda en privéafspraken en dat inzage niet verleend hoeft te worden. De Belastingdienst kijkt daar anders tegenaan en geeft een informatiebeschikking af. Daarmee geeft de Belastingdienst aan van mening te zijn dat de belastingplichtige de inlichtingenverplichting en de administratie- en bewaarverplichting onvoldoende is nagekomen. Dit leidt in beginsel tot toepassing van de maatregel van omkering en verzwaring van de bewijslast.

Privéagenda behoort tot de administratie van de belastingplichtige

Het hof heeft geoordeeld dat de privéagenda tot de administratie van de belastingplichtige behoort. De Belastingdienst heeft het standpunt ingenomen dat, nu de belastingplichtige in de agenda bijhield voor wie hij een aangifte maakte en voor welke vergoeding, dat sprake is van een agenda die niet uitsluitend voor privédoeleinden werd gebruikt. De Hoge Raad laat dit oordeel intact. Belastingplichtigen die een privéagenda gebruiken voor zowel zakelijke als niet-zakelijke doeleinden, doen er dus goed aan zich te beseffen dat deze agenda’s bewaard moeten worden als onderdeel van de administratie.

Niet verstrekken privéagenda is niet altijd schending van de inlichtingenverplichting

Op grond van de inlichtingenverplichting is iedere belastingplichtige gehouden om op verzoek van de Belastingdienst de informatie te verstrekken die voor de heffing van zijn belasting relevant kan zijn. Dat geldt ook voor een verzoek tot het raadplegen van bijvoorbeeld een (privé)agenda. Als de belastingplichtige de informatie niet verstrekt, omdat hij hier niet over beschikt en niet over kan beschikken, dan is geen sprake van een schending van de inlichtingenverplichting. Dat geldt ook als de niet-verstrekking het gevolg is van het feit dat de belastingplichtige de gevraagde informatie niet heeft bewaard. Echter, zoals hierna duidelijk wordt geldt een uitzondering voor belastingplichtigen die tevens administratieplichtig zijn.

Administratieplichtigen en het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting

Belastingplichtigen die een onderneming – zoals een eenmanszaak – drijven, zijn voor de wet administratieplichtig. Onderdeel van de administratieplicht is de zogenaamde bewaarplicht. Daarnaast is in de wet opgenomen dat het door een administratieplichtige niet voldoen aan de inlichtingenverplichting, wordt aangemerkt als het niet hebben voldaan aan de administratie- en bewaarverplichting. Dit is alleen anders als het niet kunnen voldoen aan de inlichtingenverplichting het gevolg is van overmacht. Kortom: de belastingplichtige schendt door het niet verstrekken van de privéagenda de inlichtingenverplichting. Van overmacht is in deze zaak niet gebleken.

Terechte informatiebeschikking wegens niet-verstrekken privéagenda

De belastingplichtige trekt in deze zaak aan het kortste eind. De informatiebeschikking is terecht afgegeven. Het gevolg hiervan is dat de maatregel van omkering en verzwaring van de bewijslast in principe aan de orde is, tenzij deze maatregel disproportioneel uitpakt. Als u te maken hebt met een moeilijk verlopend boekenonderzoek of (de dreiging van) een informatiebeschikking, dan is het verstandig om deskundig advies in te winnen. Neem daarvoor gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

 

Bronnen:

  1. HR 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:528 (terechte informatiebeschikking wegens niet verstrekken privéagenda).

 

Lees ook onze artikelen over:

  1. Belastingdienst en informatiebeschikking.
  2. Het boekenonderzoek van de Belastingdienst.
  3. Nieuwe informatiebeschikking na eerdere intrekking soms mogelijk.

 

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.