Op 24 oktober 2022 is de Wet implementatie Richtlijn betalingsdienstaanbieders ingediend. Op grond van deze wet krijgt de Belastingdienst toegang tot internationale betalingsgegevens. Het hoofddoel van de wet is om btw-fraude beter te kunnen opsporen en bestrijden. Dat gebeurt in de kern door de informatie-uitwisseling tussen betalingsdienstaanbieders (zoals PayPal en banken) en belastingdiensten te verbeteren. In dit artikel ga ik nader in op het wetsvoorstel.
Aanleiding tot wetgeving voor betalingsdienstaanbieders
De aanleiding voor deze wet, is gelegen in een Europese richtlijn. De afgelopen jaren is het aantal grensoverschrijdende internetverkopen sterk toegenomen. Dit wordt wel de elektronische handel genoemd. Dat maakt de bestrijding van btw-fraude complexer. In de parlementaire geschiedenis is het volgende voorbeeld opgenomen. Een Nederlandse consument koopt online muziek bij een aanbieder in India. Deze digitale dienst is in Nederland met btw-belast. De Indiase verkoper moet die btw hier afdragen. Het is voor de Belastingdienst echter lastig om hiervan überhaupt op de hoogte te zijn. De wetgever merkt op dat het meest concrete aanknopingspunt in deze situatie, de betaling door de Nederlandse consument is. Om goede controle mogelijk te maken, is onder nadere deze richtlijn betalingsdienstaanbieders overeengekomen.
Verbeteren van de mogelijkheden tot bestrijding btw-fraude
Deze wet moet de controlemogelijkheden voor de Belastingdienst verbeteren. Het gaat dan primair om controle op de juiste afdracht van btw. Daarvoor krijgt de Belastingdienst inzicht in de betalingsgegevens bij grensoverschrijdende betalingen. Dat zijn betalingen door een consument aan een verkoper in een andere staat. De richtlijn betalingsdienstaanbieders geeft regels over het verzamelen en gebruiken van deze gegevens. De Europese Commissie heeft een systeem ontwikkeld voor het verzamelen en uitwisselen van deze gegevens, genaamd CESOP. Fraude-experts uit de lidstaten gaan met de gegevens aan de slag. In Nederland is dat een taak voor de FIOD. Met de implementatie van de richtlijn betalingsaanbieders krijgt de FIOD dus meer controlemogelijkheden.
Registratieplicht voor betalingsdienstaanbieders
Bij grensoverschrijdende betalingen waarbij de consument zich in de Europese Unie bevindt en de betalingsdienstaanbieder in een andere staat, ontstaat een registratieplicht. Binnenlandse betalingen vallen dus buiten deze wetgeving, net als situaties waarin de consument buiten de EU woont. Op grond van de registratieverplichting moeten betalingsdienstaanbieders voldoende nauwkeurige registers bijhouden van de grensoverschrijdende betalingen per kalenderkwartaal. Die registers verstrekken zij vervolgens aan de Belastingdiensten en deze zorgen ervoor dat de informatie in CESOP terecht komt. De bewaarplicht voor de betalingsdienstaanbieders bedraagt drie jaar. Betalingsdienstaanbieders zijn bijvoorbeeld banken en kredietinstellingen. Betalingsdiensten zijn bijvoorbeeld automatische afschrijvingen, betalingen met een betaalkaart en overmakingen.
Een voorbeeld ontleend aan de parlementaire geschiedenis
Een ondernemer is gevestigd in Frankrijk. Hij verkoopt goederen via zijn website aan consumenten die wonen in Frankrijk, Nederland en Duitsland. De betalingsdienstaanbieder is in dit geval de Franse bank van de verkoper. Deze heeft een registratieplicht voor de verkopen richting Nederland en Duitsland.
Welke betalingsdienstaanbieder moet zich registeren?
Over het algemeen zullen bij een transactie meerdere betalingsdienstaanbieders betrokken zijn. Immers: verkoper en koper hebben niet altijd dezelfde bank. In deze wet is daarom opgenomen welke partij gehouden is aan de registratieverplichting te voldoen. Er wordt een onderscheid gemaakt naar drie situaties, waarbij ik omwille van de leesbaarheid spraak van koper en verkoper:
- De betalingsdienstaanbieder van de koper en de verkoper zitten in een verschillende EU-lidstaten. In dat geval moet de betalingsdienstaanbieder van de verkoper aan de verplichtingen voldoen.
- Aan de zijde van de koper zit de betalingsdienstaanbieder in de EU, die van de verkoper zit buiten de EU. De betalingsdienstaanbieder van de koper moet dan aan de verplichtingen voldoen.
- De betalingsdienstaanbieder van de koper zit in de EU, net als die van de verkoper, maar de verkoper zit zelf buiten de EU. In dat geval moet de betalingsdienstaanbieder van de verkoper zich aan de verplichtingen houden.
Welke informatie registreren betalingsdienstaanbieders?
Het gaat om informatie die het voor de Belastingdienst mogelijk moet maken om te controleren of is voldaan aan de btw-verplichtingen. In de wetsgeschiedenis is aangegeven dat het gaat over onder meer de volgende informatie:
- Identificatie van de betalingsdienstaanbieder die de gegevens bewaart;
- Identificatie van de ontvanger (begunstigde);
- De ontvangen betalingen;
- De transactie (zoals bedrag, valuta, datum, oorsprong en aanwijzingen voor een eventuele terugbetaling).
De goede lezer ziet daarmee dat informatie over de identificatie van de consument niet is opgenomen in bovenstaande opsomming. Van de betaler wordt alleen de locatie op landniveau opgeslagen. Dat doet men om te waarborgen dat niet meer informatie wordt opgeslagen dan voor het bereiken van de doelen van deze wet noodzakelijk is. De vraag is echter of in de toekomst, als systemen aan elkaar gekoppeld worden, die informatie te herleiden is.
Ondergrens aan de registratieverplichting voor betalingsdienstaanbieders
De registratieplicht ontstaat alleen als aan een drempel is voldaan. Die drempel is gesteld op meer dan 25 grensoverschrijdende betalingen per kalenderkwartaal aan dezelfde begunstigde. De begunstigde is daarbij de beoogde ontvanger van de betaling. In onze eerdere voorbeelden zijn dat dus de Indiase en de Franse verkoper. Het idee achter deze drempel is om economische activiteit vast te stellen. Niet-commerciële transacties blijven hiermee zoveel als mogelijk buiten zicht. In het kader van de privacy is overigens ook aangegeven dat de Belastingdienst, voordat de gegevens voor andere handhavingsdoeleinden worden ingezet, een AVG-toets laat uitvoeren.
Aanwenden van gegevens betalingsdienstaanbieders voor andere doeleinden
Het wetsvoorstel is gericht op het beter kunnen opsporen en bestrijden van btw-fraude. Echter, de Belastingdienst mag deze gegevens ook voor andere doeleinden aanwenden. In de memorie van toelichting is dat te lezen. De betalingsgegevens in CESOP kan de Belastingdienst dus gebruiken voor de controle naar andere heffingen, rechten en belastingen. Ongetwijfeld een leuke bijkomstigheid in het geheel van controlemiddelen dat de Belastingdienst tot zijn beschikking heeft. Er is geen aanvullende wetgeving nodig om deze gegevens (ook) te gebruiken voor handhaving bij andere belastingen.
Sancties bij de Wet implementatie richtlijn betalingsdienstaanbieders
In de wet wordt opgenomen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Dat zal het geval zijn als het aan opzet of grove schuld van de betalingsdienstaanbieder is te wijten dat niet is voldaan aan de verplichtingen. Echter, er komt ook een boetebepaling voor de situatie waarin het aan de opzet of grove schuld van de betalingsdienstaanbieder te wijten is, dat gegevens zijn verstrekt die zien op minder dan 26 betalingen aan dezelfde begunstigde. Daarmee wil de wetgever voorkomen dat er vervuilde en/of onnodige input in het systeem komt en wil hij bereiken dat de privacy beter is gewaarborgd.
Belastingdienst over deze wetgeving voor betalingsdienstaanbieders
Zoals bij iedere wet heeft de Belastingdienst een uitvoeringstoets uitgevoerd. De uitkomsten zijn niet mals. Zo geeft de Belastingdienst ondubbelzinnig aan dat een toekomstbestendige implementatie per 1 januari 2024, niet haalbaar is. Daarom wordt gewerkt met plateau’s. Er komt eerst een robuuste, tijdelijke voorziening en daarna een toekomstbestendige oplossing. We zagen een dergelijke onmogelijkheid tot tijdige invoering eerder ook al bij btw-wetgeving. Het lijkt er vooralsnog op dat de Belastingdienst de betalingsgegevens pas na invoering van de structurele voorziening, voor andere heffingen gaat gebruiken. Tot slot valt te lezen dat er een reëel risico is op procesverstoringen.
Grensoverschrijdende btw-activiteiten en advisering
De wetgeving inzake grensoverschrijdende btw-activiteiten was altijd al belangrijk, maar wordt steeds belangrijker. Door alle digitale mogelijkheden vervagen landsgrenzen en daarmee neemt de elektronische handel in omvang sterk toe. Ondernemers moeten goed op de hoogte zijn van hun btw-verplichtingen, want de Belastingdienst kijkt mee en controleert actief. Foutieve btw-aangiften hebben financieel verstrekkende gevolgen en herstel achteraf eist veel tijd en middelen. Bespreek uw btw-positie daarom regelmatig met uw accountant en/of overweeg uw btw-positie vooraf door een fiscaal-jurist te laten beoordelen. Vragen? Neem dan gerust eens contact met ons op.
Bronnen:
Wet implementatie Richtlijn betalingsdienstaanbieders (Memorie van Toelichting)
Lees ook onze artikelen over:
De suppletieverplichting in de omzetbelasting
Herziening biedt geen foutherstel voor gemiste btw-aftrek