In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad bepaald dat het box 3 stelsel zoals dat per 2017 geldt, in strijd is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ook gaf de Hoge Raad in dat arrest aan hoe rechtsherstel geboden moet worden. Hij verminderde de belastingheffing in box 3 tot een heffing over het werkelijk behaalde rendement. Dit betrof echter een zeer specifieke zaak. Dat heeft de vraag opgeroepen wat nu eigenlijk onder werkelijk rendement moet worden verstaan. Ondanks dat hier nog geen absolute zekerheid over bestaat, is door een aantal uitspraken van gerechtshoven wel wat duidelijker geworden wat werkelijk rendement voor de box 3 heffing is. In dit artikel ga ik daar op in.
Rechtsherstel op basis van werkelijk rendement in box 3
De Hoge Raad was in zijn uitspraak duidelijk: hij bood rechtsherstel op basis van het werkelijk behaalde rendement. Vervolgens kwam de wetgever met de Wet rechtsherstel box 3. Als gevolg daarvan zijn zeer veel verminderingen verleend, maar nog altijd op basis van forfaits. De vraag die nu nog voorligt, is of de Wet rechtsherstel box 3 de toetsing van de Hoge Raad kan doorstaan. Dat is vooralsnog koffiedik kijken. Tot op heden is het in de praktijk zo dat veel rechtbanken en gerechtshoven toch aansluiting zoeken bij het werkelijke rendement, mits de belastingplichtige dat aannemelijk kan maken.
Wat is werkelijk rendement in box 3?
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich uitgelaten over wat nu onder het werkelijk rendement valt. Zij meent dat gekeken moet worden naar het nominaal gerealiseerde rendement. Daaronder valt bijvoorbeeld de ontvangen rente op een bankrekening en ontvangen dividend. Daarbij worden ongerealiseerde verliezen niet in aanmerking genomen, omdat het nog niet zeker is dat die zich daadwerkelijk zullen voordoen. De belastingplichtige in deze zaak mocht een ongerealiseerd koersverlies op beleggingen, daarom niet in aftrek brengen. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch behandelde ook een zaak over werkelijk rendement. Het hof kwam tot eenzelfde soort oordeel. De ontvangen rente op spaartegoeden en de huuropbrengsten uit onroerend goed, telden mee bij het bepalen van het werkelijke rendement. Waardedalingen op de onroerendgoedportefeuille tellen echter niet meet. Dit hof geeft verder nog aan dat gewerkt moet overeenkomstig het kasstelsel. Dat houdt in dat het moment van realisatie van een resultaat het uitgangspunt is.
Werkelijk rendement lager dan het rechtsherstel box 3
Het komt regelmatig voor dat belastingplichtigen in werkelijkheid een lager rendement hebben behaald, dan het rendement dat op grond van het rechtsherstel forfaitair is bepaald. De verwachting is ook dat dit voor het belastingjaar 2022 nog veel meer gaat gelden, omdat dat een bijzonder slecht beleggingsjaar was. De wetgever houdt vooralsnog vast aan de regels van het rechtsherstel en dus aan het gebruiken van een forfait. De Hoge Raad heeft zich nog niet uitgesproken over het rechtsherstel en dus is de toekomst nog ongewis. Het veiligstellen van rechten kan eenvoudig door het tijdig indienen van een bezwaar tegen aanslagen inkomstenbelasting die worden opgelegd.
Ondersteuning bij box 3 procedures over werkelijk rendement en rechtsherstel
Het is belangrijk om tijdig in bezwaar te gaan tegen aanslagen inkomstenbelasting met een box 3 component. Uiteraard is dat alleen nuttig, als het werkelijk behaalde rendement lager is dan het rendement waar de Belastingdienst mee rekent. Wilt u dit vooraf in kaart laten brengen of wenst u ondersteuning bij het voeren van een box 3 procedure? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
Lees ook onze artikelen over:
Hoge Raad zet streep door box 3
Belastingplichtige krijgt rentevergoeding voor box 3