Nadat de Hoge Raad in december 2021 het Kerstarrest wees, is box 3 onophoudelijk een bron voor debat. De staatssecretaris heeft vervolgens alle zeilen bijgezet en in relatief korte tijd een hersteloperatie opgetuigd. Op grond van deze operatie krijgt een deel van de belastingplichtigen (de bezwaarmakers en degene voor wie de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan) rechtsherstel. De wijze waarop het rechtsherstel wordt bepaald, is vastgelegd in het Besluit rechtsherstel box 3. Daarover schreef ik eerder een artikel dat u hier kunt raadplegen. Al snel bleek dat ingeval van buitenlandse bezittingen en schulden, vervolgvragen opkwamen. De staatssecretaris is mede daarom met een nieuw besluit gekomen waarin hij hierop ingaat: het Besluit rechtsherstel box 3, voorkoming dubbele belasting. In dit artikel ga ik op dat besluit in. Het besluit richt zich in het bijzonder op het rechtsherstel in box 3 bij buitenlands vermogen.
Buitenlands vermogen en box 3
Binnenlands belastingplichtigen zijn voor hun wereldinkomen belastingplichtig in Nederland. Een belastingplichtige is binnenlands belastingplichtig indien hij voor fiscale doeleinden in Nederland woont. Het is echter mogelijk dat een binnenlands belastingplichtige, buitenlandse bezittingen en schulden heeft. Denk bijvoorbeeld aan een tweede woning in Spanje. In dat geval zijn er belastingverdragen die bepalen welke staat over deze bezittingen en eventuele schulden mag heffen, zodat dubbele belastingheffing niet of in mindere mate plaatsvindt. Het kan zijn dat de woonstaat (Nederland) mag heffen, maar ook de staat waar de bezittingen en schulden zich bevinden kan heffingsrechten hebben. Is er geen verdrag van toepassing, dan is er ook nog de eenzijdige regeling: het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. Middels deze regeling heeft de belastingplichtige recht op een vermindering van zijn inkomstenbelasting indien sprake is van een buitenlands voordeel uit sparen en beleggen. De regels uit dit Besluit kunnen ook via een verdrag van toepassing zijn.
Rechtsherstel box 3 en voorkoming dubbele belasting
De systematiek die is opgenomen in het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 en waarmee dubbele belastingheffing over buitenlandse bezittingen en schulden (gedeeltelijk) wordt voorkomen, sluit niet aan bij de vormgeving van het rechtsherstel. Momenteel is het namelijk zo dat de tegemoetkoming wegens dubbele belastingheffing is gebaseerd op de verhouding van het buitenlandse vermogen ten opzichte van het gehele vermogen. Dit staat bekend als voorkoming middels de evenredigheidsmethode. Als gevolg hiervan is steeds in feite een gemiddeld rendementspercentage toegerekend aan het buitenlandse vermogen. Dat verhoudt zich niet tot het rechtsherstel, dat juist is gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen en daar vervolgens rendementspercentages aan toerekent. Middels een goedkeuring is dit nu verholpen.
Goedkeuring rechtsherstel box 3 voor buitenlandsituaties
De staatssecretaris komt met een goedkeuring die ertoe leidt dat kan worden afgeweken van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. De goedkeuring ziet uitsluitend op de vermindering van belasting bij een buitenlands voordeel uit sparen en beleggen. Deze afwijking zal alleen worden benut indien dat resulteert in een verlaging van het voordeel uit sparen en beleggen. Kortom: de belastingplichtige moet er wel enig voordeel van hebben. Om dit te bereiken, worden twee bepalingen aangepast met de bedoeling om ook voor buitenlandsituaties passend rechtsherstel te kunnen bieden. Het betreft ten eerste de bepaling over het berekenen van de belastingvermindering en ten tweede de bepaling waarin de begrippen ‘forfaitair rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland’ en ‘noemerinkomen’ zijn uitgelegd.
Wijziging in het berekenen van de vermindering inkomstenbelasting
De berekening van de voorkoming van dubbele belasting geschiedt op grond van het Besluit door middel van het afzetten van de waarde van het buitenlandse vermogen tegen de totale rendementsgrondslag. Vervolgens wordt deze verhouding afgezet tegen de totale box 3-belasting. Als gevolg van deze methode is de tegemoetkoming voor belastingplichtigen gebaseerd op de verhouding tussen het buitenlandse vermogen en het gehele vermogen. Indien het gunstiger uitpakt voor de belastingplichtige, zal de tegemoetkoming niet langer worden bepaald met inachtneming van de verschuldigde belasting op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001, maar op basis van de verschuldigde belasting na toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3.
Forfaitair rendement van de rendementsgrondslag bij buitenlands vermogen
Het forfaitair rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland is het bedrag van het fictief berekende rendement op de buitenlandse grondslag. In die grondslag zijn de bezittingen en de schulden reeds gesaldeerd, dus het berekenen van afzonderlijke rendementen is niet mogelijk. Bij het berekenen van het rechtsherstel zal de Belastingdienst eerst het rendement op de bezittingen en het rendement op de schulden afzonderlijk bepalen en daarna met elkaar salderen. De hoogte van de – fictieve – rendementen volgt uit het Besluit rechtsherstel box 3.
Noemerinkomen bij het bereken van de box 3 voorkoming
Het begrip noemerinkomen behelst het volledige belastbare inkomen uit sparen en beleggen. Bij het toepassen van het rechtsherstel gaat het voortaan om het belastbare inkomen uit sparen en beleggen nadat het Besluit rechtsherstel box 3 is toegepast. Daarmee wordt het rechtsherstel box 3 bij de aanwezigheid van buitenlands vermogen meer passend berekend.
Gebruikmaken van deze goedkeuring
Het is niet nodig om een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst om van deze goedkeuring gebruik te mogen maken. Bij het verwerken van de aanslagen in het kader van het rechtsherstel, zal de Belastingdienst onder andere deze goedkeuring automatisch meenemen. Het is echter wel raadzaam om te controleren of de berekening juist is. Zeker bij de aanwezigheid van buitenlands vermogen is de berekening van het rechtsherstel box 3 meer complex, dus controle kan zeker geen kwaad.
Rechtsherstel box 3 en vervolg
Sinds het Kerstarrest zijn de box 3 discussies zoals gezegd in een stroomversnelling terecht gekomen. Het streven is om in 2023 en 2024 middels overgangsrecht eerst het huidige systeem nog te handhaven in aangepaste vorm. Die aangepaste vorm is gebaseerd op het Besluit rechtsherstel box 3. De vraag is echter of de rekenwijze in dat besluit, die deels is gebaseerd op forfaits, de rechterlijke toets kan doorstaan. Immers: bij het werken met forfaits is nog steeds geen sprake van een heffing over het werkelijke rendement. Vanaf 2025 is het de bedoeling dat in box 3 wordt geheven naar werkelijk rendement, tenzij dit onhaalbaar is. Zoals het er nu naar uitziet, maar zover is het nog niet, zal dan sprake zijn van een vermogensaanwasbelasting. Hebt u vragen of wenst u ondersteuning met betrekking tot uw belasting(druk) in box 3? Neem dan gerust eens contact op via onderstaand formulier of via info@civra.nl.
Bronnen:
Het Besluit rechtsherstel box 3, voorkoming dubbele belasting van 29 juli 2022 (nr. 2022-199150)
Het Besluit rechtsherstel box 3 van 28 juni 2022 (nr. 2022-176296)
Lees ook onze artikelen over:
Rechtsherstel box 3 nader uitgewerkt met besluit
Nieuw box 3 stelsel nader uitgelegd
Tarief en heffingsvrij vermogen box 3 per 2023