Parkeerterrein is bouwwerk voor btw

Of bij de overdracht van onroerende zaken btw of overdrachtsbelasting is verschuldigd, is een belangrijke vraag. Omdat het vaak om aanzienlijke financiële belangen gaat, is goed advies van groot belang. Toch is het niet in alle gevallen mogelijk om tot een conclusie te komen die zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst zint. In een recente zaak voor de rechtbank Gelderland deed zich dit voor. Partijen waren het over de feiten en omstandigheden eigenlijk wel eens. Zij werden het echter niet eens over de vraag of een parkeerterrein, bestraat met klinkers en voorzien van wat straatmeubilair, voor de heffing van btw een bouwwerk is of niet. De rechtbank moest uitspraak doen en in dit artikel behandel ik die uitspraak.

Verkoop kavels op parkeerterrein leidt tot btw-geschil

Een gemeente verkoopt percelen grond. De koper splitst deze percelen in afzonderlijke kavels. Een deel van deze kavels is nagenoeg geheel gelegen op een parkeerterrein. Het parkeerterrein is bestraat met klinkers en bevat wat meubilair zoals straatlantaarns. Op het moment van deze koop is het parkeerterrein al meer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik genomen. Deze koper besluit de ontstane kavels aan particulieren te verkopen. Hij is van mening dat dit zonder btw mag, omdat sprake is van de verkoop van een gedeelte van een gebouw, dat meer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen. De Belastingdienst meent dat geen sprake is van een gebouw, maar dat de percelen als bouwterrein kwalificeren. Een geschil is ontstaan en de rechter moet zich hierover buigen.

Standpunten over gebouw en bouwterrein voor de btw

De koper is van mening dat het met klinkers bestrate parkeerterrein een gedeelte van een gebouw is in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. Als daarvan sprake is, dan is de levering vrijgesteld van omzetbelasting. De Belastingdienst is de tegengestelde mening toegedaan, namelijk dat geen sprake is van een gebouw. In dat geval is sprake van een levering van onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden gebouwd (ook wel: bouwterrein). Die levering is aan de heffing van btw onderworpen. Wat opvalt is dat de Belastingdienst alle registers opentrekt om aannemelijk te maken dat sprake is van een bouwterrein.

Hoofdregel vastgoed en btw

De rechtbank geeft eerst de hoofdregel weer. De levering van onroerende zaken is vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting. Dat is slechts anders:

  • Indien sprake is van de levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw, voor op of uiterlijk twee jaar na het tijdstip van eerste ingebruikneming; of
  • Als het de levering van een bouwterrein betreft.

Tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst is, zoals eerder aangegeven, niet in geschil dat de tweejaarstermijn allang is verlopen. Centraal staat daarmee de vraag of sprake is van een (gedeelte van een) gebouw of dat sprake is van een bouwterrein.

Rechtbank legt uit wat een gebouw is voor de btw-heffing

Een belangrijke vraag in deze zaak is wat nu eigenlijk een gebouw is voor de heffing van btw. De rechtbank duikt daarvoor de wet en de wetsgeschiedenis in. Een gebouw is een bouwwerk dat vast met de grond is verbonden. Daarbij hoort ook het terrein dat er naar maatschappelijke opvatting bij hoort of dat dienstbaar is aan het bouwwerk. De term bouwwerk moet ruim worden uitgelegd. Onder het begrip vallen bijvoorbeeld ook bruggen en tunnels. Het bewerken van een terrein met natuurlijke materialen kan echter niet leiden tot een bouwwerk. Indien de aard en omvang van de bebouwing zo gering is dat de bebouwing als verwaarloosbaar moet worden beschouwd, is eveneens van een gebouw geen sprake.

Parkeerterrein van klinkers is voor de btw een bouwwerk

De rechtbank meent dat het parkeerterrein dat is vervaardigd met klinkers, een bouwwerk en daarmee een gedeelte van een gebouw is voor de btw. De klinkerbestrating is namelijk een constructie van niet-natuurlijke materialen die vast met de grond is verbonden. Dat maakt dat sprake is van een bouwwerk. Dat de klinkers niet onlosmakelijk met de grond zijn verbonden, doet daaraan niet af. Wel acht de rechtbank het van belang dat de klinkers niet zonder inspanningen en aanzienlijke kosten te verwijderen zijn. Ook is het zo dat het parkeerterrein een duurzame bestemming had op deze specifieke locatie en als zodanig niet verplaatsbaar is.

Levering parkeerterrein vrijgesteld van omzetbelasting 

De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat de belastingplichtige gelijk heeft. De levering van de kavels die nagenoeg geheel zijn gelegen op het parkeerterrein, is vrijgesteld van omzetbelasting. De vraag is nu of de Belastingdienst zich kan vinden in deze, goed onderbouwde, uitspraak van de rechtbank of dat hij meent dat hoger beroep kansrijk is.

Advies vastgoed en btw

Vastgoed gaat gepaard met grote financiële belangen en daarom is goed onderbouwd en deskundig advies belangrijk. Onze fiscaal-juristen en adviseurs zijn goed bekend met de regels op dit gebied en helpen u graag bij het vormgeven van vastgoedtransacties. Hebt u daar vragen over? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

 

Bronnen:

Rechtbank Gelderland 11 januari 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:66

Lees ook onze artikelen over:

Herziening biedt geen foutherstel voor gemiste btw-aftrek

Fiscale eenheid btw vereist geen meerderheid van stemrechten

Geen vrijstelling btw of laag tarief voor hockeytrainer

Zie ook onze btw-overzichtspagina: Omzetbelasting (btw)

 

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.