Artiesten hebben verschillende mogelijkheden om internationale activiteiten vorm te geven. Een van deze mogelijkheden is om te werken met een bv-structuur. In de belastingverdragen die het heffingsrecht over inkomen verdelen, zijn vaak afwijkende regels voor artiesten opgenomen. Dat betekent vaak dat het land waar het evenement plaatsvindt, belasting mag heffen. Het woonland van de artiest moet voor voorkoming van dubbele belastingheffing zorgen. Dat kan door een vrijstelling te verlenen of een verrekening van de buitenlandse belasting te bieden. Nederland biedt meestal een verrekeningsmogelijkheid. Door diverse omstandigheden is er echter niet altijd voldoende ruimte om die verrekening ook plaats te laten vinden. In 2021 deed de Hoge Raad een uitspraak in een zaak hierover. Een DJ met een bv-structuur besloot de in de bv niet verrekenbare buitenlandse belasting, in de inkomstenbelasting te verrekenen. De Hoge Raad staat dat niet toe. Dit artikel behandelt die uitspraak van de Hoge Raad.
DJ treedt internationaal op en heeft een bv-structuur
De belanghebbende in deze zaak is een artiest (DJ). Hij heeft een eigen holdingmaatschappij met daaronder een werkmaatschappij. De bv’s zijn fiscaal in Nederland gevestigd en de DJ is fiscaal inwoner van Nederland. Voor optredens sluit de werkmaatschappij een overeenkomst met de organisatoren van evenementen. De werkmaatschappij ontvangt de gages en betaalt de kosten. Daarnaast betaalt de werkmaatschappij een managementvergoeding aan de holding. Tot het inkomen van de holding behoren die managementvergoeding, alsmede royalty’s en sponsorgelden. De holding betaalt loon aan de DJ. Bij buitenlandse optredens wordt bronbelasting ingehouden in het land van het optreden. De ingehouden bronbelasting is veel hoger dan de uiteindelijke belastbare winst van de werkmaatschappij waarmee deze kan worden verrekend. Daarom verrekent de DJ een deel van de bronbelasting in zijn aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst gaat daar niet mee akkoord.
Gerechtshof sluit aan bij oordeel Belastingdienst over verrekenen belasting door DJ
Het gerechtshof oordeelde dat Nederland voorkoming van dubbele belasting moet verlenen. De voorkoming van dubbele belasting moet worden geboden aan degene die het inkomen ontvangt. Dat is in de door de DJ gekozen structuur de werkmaatschappij en niet de DJ in privé. Het overhevelen van de buitenlandse belasting van de werkmaatschappij naar de DJ in privé (de inkomstenbelasting) is niet mogelijk. Nederland hoeft daarom niet toe te staan dat de DJ de buitenlandse bronbelasting in de sfeer van de inkomstenbelasting verrekent.
Hoge Raad over verrekenen buitenlandse belasting door DJ
De DJ brengt diverse argumenten op tafel, waar de Hoge Raad niet in meegaat:
- Er is geen sprake van een vereenzelviging tussen de DJ en zijn bv. De bepalingen in het belastingverdrag strekken daar niet toe. De belasting is slechts geheven van de bv en niet van de DJ zelf.
- Nederland is niet verplicht om verrekening toe te staan bij de bv en bij de DJ in privé. Ook hier is het zo dat het belastingverdrag die verplichting niet oplegt.
- De andere arresten waar de DJ naar verwijst, zien op andere situaties, zoals de situatie waarin niet een belastingverrekening geldt, maar een belastingvrijstelling.
- Ook als er geen belastingverdrag is, is er geen mogelijkheid om de door de bv verschuldigde belasting in de inkomstenbelasting te verrekenen.
De DJ trekt daarmee dus ook bij de Hoge Raad aan het kortste eind.
Verrekenen buitenlandse belasting voor artiesten en sporters kan lastig zijn
Deze zaak staat niet op zichzelf. Artiesten (en ook sporters) die werken met een bv-structuur lopen vaak tegen deze problematiek aan. Het probleem is dat er onvoldoende ‘ruimte’ in de werkmaatschappij aanwezig is om alle buitenlandse belasting te verrekenen. Dat komt meestal omdat er in de werkmaatschappij allerlei kostenposten zijn die de belastbare winst drukken. Nu is het zo dat niet-verrekenbare buitenlandse belasting naar latere jaren doorgeschoven kan worden, maar daar schiet de belastingplichtige weinig mee op als er ook in die jaren onvoldoende beschikbare ruimte is. Het is belangrijk om in voorkomende situaties voldoende aandacht te hebben voor dit element.
Logische uitspraak Hoge Raad met een onbevredigende uitkomst
De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak is naar mijn mening een logische. De artiest (maar dit geldt ook voor sporters) hoopte een deel van de niet-verrekenbare belasting uit zijn bv-structuur naar zijn inkomstenbelasting over te hevelen. De Hoge Raad staat dat niet toe. Naar Nederlands recht is dat logisch. De bv is een zelfstandige drager van rechten en plichten (een rechtspersoon) en is daarmee volledig zelfstandig ten opzichte van de natuurlijk persoon (de artiest of sporter). Er is eenvoudigweg sprake van verschillende personen en het overhevelen van niet-verrekende bronbelasting komt dan niet aan de orde. Dat doet echter niet af aan het (ook logische) gevoel van de artiest dat het ‘niet eerlijk’ is dat een deel van de ingehouden bronbelasting niet te verrekenen valt.
Advisering artiesten en sporters met buitenlandse activiteiten
De belastingheffing van artiesten en sporters kan een complexe aangelegenheid zijn. Dat komt onder andere omdat zij zich voortdurend over de wereld bewegen, zodat het niet altijd duidelijk is waar zij wonen. Daarnaast doet de in dit artikel beschreven problematiek van de DJ met betrekking tot het verrekenen van buitenlandse belasting zich regelmatig voor. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
Lees ook onze artikelen over:
- De behandeling van sporters en artiesten in belastingverdragen.
- De fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon.
- De fiscale vestigingsplaats van een vennootschap.
- De salary split bij internationaal werken.
- De 183-dagenregeling in belastingverdragen.
- De belastingheffing van sporters in Nederland.