Sinds het Kerstarrest van de Hoge Raad in 2021, is box 3 onophoudelijk in het nieuws. Waar de Hoge Raad tot het oordeel kwam dat rechtsherstel plaats dient te vinden op basis van het werkelijk behaalde rendement, kwam de wetgever met de Wet rechtsherstel box 3. In die wet draait het nog altijd om forfaits. Sindsdien hebben rechtbanken en gerechtshoven regelmatig aanslagen inkomstenbelasting vermindert tot een heffing over het werkelijke rendement in box 3. De meest recente ontwikkeling is dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een rentevergoeding heeft toegekend aan een belastingplichtige wegens onterecht betaalde box 3 belasting. In dit artikel ga ik daarop in.
Belastingplichtige wil belastingrente wegens onterechte box 3 heffing
In deze zaak gaat het om een belastingplichtige die de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting met box 3 inkomen, heeft betaald. Later wordt een deel van die aanslagen vermindert tot nihil, namelijk als gevolg van het Kerstarrest. De belastingplichtige richt zich vervolgens weer tot de Belastingdienst. Hij meent recht te hebben op een rentevergoeding over de periode tussen de betaling van de voorlopige aanslagen en de uiteindelijke terugbetaling. De Belastingdienst is het daarmee oneens. Hij meent namelijk dat uit de wet niet volgt dat in deze situatie belastingrente aan de belastingplichtige is verschuldigd. De zaak komt uiteindelijk voor het gerechtshof.
Schending EVRM leidt tot billijke genoegdoening
Het gerechtshof is het met de Belastingdienst eens dat er geen belastingrente vergoed hoeft te worden op basis van de nationale wet en de box 3 regels. Echter, het betreft hier een schending van het EVRM. Vervolgens leidt het gerechtshof uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens af dat, als de nationale wet geen ruimte biedt, er toch een rentevergoeding moet worden toegekend. Die rentevergoeding moet dan zoveel als mogelijk aansluiten bij bestaande nationale regelingen. Het gerechtshof is daarom van mening dat de belastingplichtige tóch aanspraak kan maken op een rentevergoeding.
Rentevergoeding voor belastingplichtige wegens box 3 heffing
Het gerechtshof kent een rentevergoeding toe die grotendeels is gebaseerd op de regeling voor de belastingrente. Dat betekent dat het rentepercentage 4% bedraagt. De periode waarover de vergoeding moet worden berekend, stelt het gerechtshof ook vast. Het gaat dan om de periode tussen de dag volgend op de dag van de betaling door de belastingplichtige en de dag voorafgaand aan die van de terugbetaling door de Belastingdienst. Dit leidt voor deze belastingplichtige uiteindelijk tot een rentevergoeding van € 881.
Advies bij box 3 procedures
Het toekennen van een rentevergoeding wegens de (achteraf gezien) onverschuldigde betaling van belasting over inkomen in box 3, kwam voor velen als een grote verrassing. De vraag is overigens nog of deze uitspraak ook standhoudt bij de Hoge Raad. Juridisch zijn er namelijk wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Toch is het zo dat het voor belastingplichtigen die nu in bezwaar gaan tegen de box 3 heffing, verstandig is om te verzoeken om een rentevergoeding op grond van deze uitspraak. Mocht achteraf blijken dat er inderdaad recht bestaat op een rentevergoeding, dan zijn er in ieder geval geen kansen verspeeld. Hebt u vragen over het voeren van een procedure tegen de box 3 heffing of wenst u daarbij ondersteuning? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Bronnen:
Lees ook onze artikelen over:
Box 3 rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers: massaal bezwaar plus als zoethoudertje?
Hoge Raad zet streep door box 3