Stel een vraag
Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting
ArtikelenVennootschapsbelasting kopieer en deel Naar kennisbank

Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting

  • Publicatiedatum 17 dec 2024
  • Aanpassingsdatum 17 dec 2024
  • Leestijd 6 min

De meeste ondernemers streven naar winst. Toch komt het voor dat een onderneming fiscaal verliezen lijdt. De wet bevat regels met betrekking tot het verrekenen van verliezen met vroegere en toekomstige winsten. Deze regels zijn in de loop der jaren regelmatig veranderd. Het gaat dan bijvoorbeeld om wijzigingen in het aantal jaren waarin verliesverrekening mag plaatsvinden. Verder bevat de wet specifieke bepalingen over het vaststellen van een verlies en de wijze waarop de verrekening moet plaatsvinden. Tot slot gelden bijzondere regels om de handel in verlieslichamen tegen te gaan. Op dit laatste onderwerp gaan wij in een afzonderlijk artikel nader in. Dit artikel behandelt de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.

Hoofdlijnen verliesverrekening in de vennootschapsbelasting

Als de fiscale winstberekening tot een negatief bedrag leidt, is er sprake van een verlies. Een verlies wordt als eerste verrekend met de eventuele winst over het vorige jaar. Dit is de achterwaartse verliesverrekening (carry-back). Als er daarna nog een restant is, dan kan dat in de toekomst worden verrekend. Daarbij bestaat er geen beperking in de tijd, maar wel in de omvang van het te verrekenen verlies. De verrekening in opvolgende jaren, wordt de voorwaartse verliesverrekening (carry-forward) genoemd. Het verlies mag alleen worden verrekend, als de Belastingdienst de aanwezigheid van het verlies heeft vastgesteld.

Omvang van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting

De voorwaartse verliesverrekening is onbeperkt in de tijd. Dat verkleint het risico op verliesverdamping in de vennootschapsbelasting. Echter, waar er geen beperking geldt in de tijd, geldt er wel een beperking in de omvang. Tot € 1.000.000 mag een verlies volledig worden verrekend. Als echter het verlies meer bedraagt dan € 1.000.000, dan mag het meerdere slechts worden verrekend met 50% van het restant aan belastbare winst in het betreffende jaar. De achterwaartse verliesverrekening is beperkt in de tijd (één jaar) en kent dezelfde beperking in omvang als de voorwaartse verliesverrekening. De voorwaartse verliesverrekening kan het eenvoudigst worden geïllustreerd met een voorbeeld.

Voorbeeld verliesverrekening in de vennootschapsbelasting

Een bv lijdt in 2020 een verlies van € 2.000.000. Vervolgens gaat het in 2021 niet bepaald beter en volgt een verlies van € 3.000.000. Echter, 2022 blijkt voor deze onderneming een kantelpunt te zijn. De winst over dat jaar bedraagt € 4.000.000. Nu komt verliesverrekening in beeld. Op grond van de nieuwe regels verloopt de verrekening als volgt:

  1. Eerst vindt verrekening plaats voor een bedrag van € 1.000.000. Hieraan zijn geen nadere voorwaarden verbonden. Er resteert dan nog een belastbaar bedrag van € 3.000.000;
  2. Daarna mag over het meerdere nog verliesverrekening plaatsvinden tot 50% van dit belastbaar bedrag, oftewel € 1.500.000.

De totale verliesverrekening bedraagt dan € 2.500.000 en over een bedrag van € 1.500.000 dient nog vennootschapsbelasting te worden voldaan. Het nog niet verrekende verlies (€ 2.500.000) kan in volgende jaren worden verrekend.

Het vaststellen van het verlies door de Belastingdienst

De Belastingdienst stelt een verlies in de vennootschapsbelasting vast. Dat doet hij bij voor bezwaar vatbare beschikking. Dit moet in principe gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag gebeuren. Dit staat wel bekend als de (jaar)verliesbeschikking. Zonder zo’n beschikking, mag de belastingplichtige het verlies niet verrekenen. Dit is meermaals bevestigd door de Hoge Raad. Het idee hierachter is dat zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst hierdoor meer rechtszekerheid hebben. Als de Belastingdienst ten onrechte geen verliesbeschikking afgeeft, dient de belastingplichtige dat via een tijdig ingestelde bezwaarprocedure alsnog te regelen.

Herziening van een vastgesteld verlies in de vennootschapsbelasting

De wet biedt de Belastingdienst de mogelijkheid om een vastgesteld verlies te herzien. Dat is echter niet zonder meer mogelijk. Een verliesherzieningsbeschikking kent voor een groot deel dezelfde voorwaarden als een navorderingsaanslag. De Belastingdienst moet daarom in de meeste gevallen beschikken over een nieuw feit. Verder geldt de vijfjaarstermijn, het leerstuk van de kenbare fout en de kwade trouw. Zolang een verlies niet is herzien, blijft het verrekenbaar. Verder zal een verliesherzieningsbeschikking in vrijwel alle gevallen leiden tot een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting.

Achterwaartse verliesverrekening vennootschapsbelasting in de praktijk

De eerste stap als er een verlies ontstaat, is om dit – indien mogelijk – te verrekenen met de winst uit het vorige jaar. Dit is de achterwaartse verliesverrekening (carry-back). Het effectueren van de verliesverrekening gebeurt door de belastbare winst van het vorige jaar te verminderen bij voor bezwaar vatbare beschikking. De zogenaamde carry-backbeschikking. Deze beschikking wordt afgegeven op het moment dat de aanslag over het verliesjaar wordt vastgesteld. Als de Belastingdienst de beschikking niet afgeeft, dan kan de belastingplichtige hiertegen op komen. Ook kennen we de voorlopige verliesverrekening. Het voorlopig verrekenen van verliezen is mogelijk tot maximaal 80% van het vermoedelijke verlies.

Bezwaar maken tegen een carry-backbeschikking

Belastingplichtigen kunnen tegen de carry-backbeschikking in bezwaar gaan. Dat bezwaar moet gericht zijn op de wijze en/of volgorde van de verliesverrekening. Het is dus niet mogelijk om via deze beschikking (nogmaals) de hoogte van het verlies in de vennootschapsbelasting aan te vechten. Dat kan alleen door het aanvechten van de beschikkingen die daar direct op zien.

Voorwaartse verliesverrekening vennootschapsbelasting in de praktijk

Als een verlies voorwaarts wordt verrekend (carry-forward), dan wordt dat bij beschikking vastgesteld. Deze beschikking staat wel bekend als de verliesverrekeningsbeschikking of de carry-forwardbeschikking. Deze beschikking wordt afgegeven bij het vaststellen van de aanslag over het jaar waarmee het verlies wordt verrekend. De Hoge Raad oordeelde in 2006 echter dat een aanslag niet per se nodig is. Ondanks de vernietiging van de aanslag over het winstjaar, werd de bijbehorende verliesverrekeningsbeschikking niet vernietigd. Het voordeel van de vernietiging van de aanslag over het winstjaar, valt daarmee (deels) weg en voor belastingplichtigen zal dit aanvoelen als een soort verliesverdamping. Net als bij de carry-backbeschikking kan de belastingplichtige in bezwaar gaan. Ook hier geldt dat het bezwaar moet zien op de wijze en/of volgorde van de verliesverrekening.

Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting en advisering

De hoofdlijnen bij verliesverrekening in de vennootschapsbelasting zijn betrekkelijk eenvoudig. Toch bevat de wet een aantal regels die de uitvoering complex kunnen maken. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als het verlies onjuist is vastgesteld of als op een later moment herziening plaatsvindt. Een andere bijzonderheid is de situatie waarin over een jaar waarin verrekening plaats heeft gevonden, navordering plaatsvindt. Tot slot is ook het weigeren van voorlopige verliesverrekening iets dat in de praktijk voorkomt. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: