Kritische evaluatie van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting gepubliceerd (2024)
- Publicatiedatum 20 dec 2024
- Aanpassingsdatum 20 dec 2024
- Leestijd 4 min
In december 2024 is de evaluatie naar het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting gepubliceerd. Het CPB concludeert dat het verlaagde tarief slechts een deel van de MKB-ondernemers bereikt. Ook slaat het voordeel voor een aanzienlijk deel neer bij bedrijven waarvoor het niet bedoeld is. In onderzoekstermen is daarom sprake van een beperkt doeltreffende en niet-doelmatige regeling. Dat zijn scherpe conclusies waar de wetgever de komende tijd mee aan de slag moet. Daarmee staat de toekomst van het tariefopstapje in de vennootschapsbelasting op het spel. Dit artikel behandelt de uitkomsten van de evaluatie naar het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting uit december 2024. Het onderzoek is gebaseerd op data uit de periode 2007 tot en met 2021.
Waarom een verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting?
De eerste vraag voor de onderzoekers is of de door de wetgever neergelegde probleemstelling helder is. Het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting kent een lange historie. Uit de wetsgeschiedenis leiden de onderzoekers af dat het ondersteunen van het MKB het voornaamste doel van het lage tarief is. Ook is door de wetgever gewezen op het vestigingsklimaat. Een van de problemen is echter dat onduidelijk is welk probleem de wetgever wenst te verhelpen. Verder is uit ander onderzoek naar voren gekomen dat het bieden van een belastingvoordeel niet leidt tot het aannemen van meer personeel of het doen van investeringen. Dat is van belang, omdat onduidelijk is hoe de wetgever nu precies het MKB wenste te ondersteunen. Kortom: een kostbare maatregel met een gebrekkige motivatie en een onduidelijke doelstelling. Van alle vennootschappen die winst maken, blijft ruim 80% volledig onder de schijfgrens in de vennootschapsbelasting.
Het verlaagde tarief in de Vpb: beperkt doeltreffend en niet doelmatig
Uit een uitgebreide analyse en onderzoek komt naar voren dat er geen duidelijk geformuleerde probleemstelling aanwezig is. De in de wetsgeschiedenis aangehaalde argumenten voldoen niet of nauwelijks en hebben vaak geen relatie met het winstniveau van een onderneming. Dit leidt tot het oordeel dat de regeling onvoldoende gelegitimeerd is. Ook is het verlaagde vpb-tarief niet doelmatig. Dat komt omdat een groot deel van het voordeel dat het lage tarief biedt, niet terechtkomt bij het mkb en bedrijven zonder reële economische activiteit. Het CPB geeft aan dat deze conclusies pleiten voor het laten vervallen van het verlaagde vpb-tarief. Het stimuleren van ondernemerschap kan op meer gerichtere manieren.
Alternatieven voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting
Het oordeel van het CPB over het verlaagde vpb-tarief is duidelijk. Het laten vervallen van het tarief heeft echter gevolgen. Zo kunnen de verschillen in de belastingdruk tussen IB-ondernemers en Vpb-ondernemers toenemen. Het rapport impliceert dat het verstandig is om bij het zoeken naar een alternatief rekening te houden met dit ‘globale evenwicht’. Dat kan onder andere door ook in te grijpen in de fiscale ondernemersfaciliteiten (zoals de zelfstandigenaftrek). Daarnaast zijn er andere vormen denkbaar om het mkb te ondersteunen, mits hieraan een duidelijke doelstelling ten grondslag ligt. Het rapport wijst ter illustratie op:
- Verlaag de werkgeverslasten voor kleine werkgevers;
- Stimuleer innovatie door kleinere ondernemers;
- Verbeter de toegang tot financiering voor kleine bedrijven;
- Het in stand houden van het verlaagde vpb-tarief, mits dit gepaard gaat met aanvullende voorwaarden. Gedacht kan worden aan een loongrens voor de dga of een bepaald aantal werknemers.
Gevolgen evaluatie voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting
De wetgever krijgt van het CPB een duidelijke opdracht mee. In de huidige vorm is het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting beperkt doeltreffend en niet doelmatig. De wetgever moet daarmee aan de slag. Negatief geëvalueerde fiscale regelingen moeten worden aangepast of afgeschaft. Dat is althans het uitgangspunt. Het afschaffen van het verlaagde tarief zal politiek echter gevoelig liggen. De vraag is dan ook op welke wijze de wetgever met dit kritische rapport aan de slag zal gaan. De wetgever heeft in een kamerbrief aangegeven in de eerste helft van 2025 hierop terug te komen. Hebt u vragen over dit onderwerp of over andere zaken met betrekking tot de vennootschapsbelasting? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan