
Bonus voor werknemer bij verkoop deelneming kan aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting
- Publicatiedatum 11 dec 2024
- Aanpassingsdatum 14 dec 2024
- Leestijd 3 min
De Hoge Raad heeft op 22 december 2023 verduidelijkt hoe de aftrekbaarheid van aan- en verkoopkosten van een deelneming voor de vennootschapsbelasting beoordeeld moet worden. Dat deed hij in een zaak die ging over de aftrekbaarheid van de kosten van een bonus voor werknemer(s) als gevolg van de verkoop van een deelneming. De rechtbank oordeelde dat deze kosten niet zouden zijn gemaakt zonder de verkoop en dat die daarom niet aftrekbaar zijn onder de deelnemingsvrijstelling. De Hoge Raad oordeelt dat dit een onjuiste uitleg van de regels is. Hij komt met een verduidelijking en oordeelt vervolgens dat de kosten van de bonussen wel degelijk aftrekbaar zijn. In dit artikel behandel ik deze zaak.
Rechtbank oordeelt dat bonus werknemer onder de deelnemingsvrijstelling valt
Het gaat in deze zaak om een belastingplichtige die na de verkoop van een deelneming een afscheidsbonus aan het personeel uitkeert. De Belastingdienst is van mening dat dit verkoopkosten van een deelneming betreft. Dergelijke verkoopkosten zijn niet aftrekbaar in de sfeer van de vennootschapsbelasting. Dit standpunt is gebaseerd op de regel van de Hoge Raad dat kosten die een rechtstreeks oorzakelijk verband met de verkoop houden, niet aftrekbaar zijn. De rechtbank Gelderland gaat in dit betoog mee. Zij merkt in het bijzonder op dat de bonussen niet zouden zijn uitgekeerd zonder de verkoop van de deelneming. Daarom is er een voldoende verband tussen de kosten enerzijds en de verkoop anderzijds. Deze zaak komt vervolgens bij de Hoge Raad te liggen.
Hoge Raad (2023) verduidelijkt criterium van een rechtstreeks oorzakelijk verband
De Hoge Raad verduidelijkt eerst zijn eigen rechtsregel over wat aankoopkosten en verkoopkosten van een deelneming zijn. In 2018 oordeelde hij dat sprake is van niet aftrekbare kosten als er een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de gemaakte kosten en de (ver)koop van de deelneming. Het gaat erom – volgens de Hoge Raad – dat de kosten zijn opgeroepen door de transactie in die zin dat de kosten zonder de transactie niet zouden zijn gemaakt. Dit laatste is echter niet bedoeld als voorwaarde, maar als verduidelijking. Om van een voldoende rechtstreeks en oorzakelijk verband te kunnen spreken, gaat het erom of de specifieke kosten nuttig en nodig zijn om de transactie tot stand te laten komen. Op basis van dat toetsingskader buigt de Hoge Raad zich vervolgens over de afscheidsbonussen.
Hoge Raad (2023): kosten van bonus voor werknemer bij verkoop zijn aftrekbaar
De Hoge Raad herhaalt eerst een vaststelling van de rechtbank: de afscheidsbonussen zijn niet uitgekeerd om de verkoop van de deelneming mogelijk te maken. Dat feit maakt het voor de Hoge Raad tot een eenvoudige zaak. De kosten van de bonussen waren niet nuttig of nodig voor de verkoop. Tussen de kosten en de verkoop is daarom geen sprake van een rechtstreeks en oorzakelijk verband. De kosten vallen niet onder de kosten voor het aankopen of verkopen van een deelneming en zijn daarom aftrekbaar.
Afscheidsbonussen werknemers bij verkoop deelneming zijn in principe aftrekbaar
Dit arrest maakt duidelijk dat de kosten van een bonus die een werknemer ontvangt bij de verkoop van een deelneming aftrekbaar zijn. Dat is slechts anders als die kosten nuttig en nodig zijn voor de deal. Een dergelijke situatie zal in de praktijk niet snel aan de orde zijn. Naast dat deze uitkomst rechtvaardig aanvoelt, verschaft het ook de broodnodige duidelijkheid over een situatie die in de praktijk regelmatig voorkomt. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan