
Wetsvoorstel afbouwen en afschaffen inhoudingen voor huisvesting op het minimumloon per 2026
- Publicatiedatum 06 jun 2025
- Aanpassingsdatum 06 jun 2025
- Leestijd 4 min
Als hoofdregel geldt dat het niet is toegestaan om als werkgever inhoudingen op het wettelijk minimumloon te doen. Op deze hoofdregel bestaan enkele uitzonderingen. Zo mogen werkgever bedragen inhouden voor huisvesting en zorg. Op die manier kunnen werkgevers groepen werknemers (meestal arbeidsmigranten) ondersteunen bij het verkrijgen van belangrijke voorzieningen zoals wonen en zorg. Op 9 mei 2025 is een internetconsultatie van start gegaan om de inhoudingen voor huisvesting te beperken. Dat gebeurt door het afbouwen van deze mogelijkheid in vijf jaar, totdat per 2030 volledige afschaffing plaatsvindt. Dit artikel behandelt het voorstel om inhoudingen voor de betaling van huisvesting stapsgewijs af te bouwen per 2026 en af te schaffen per 2030. Naast dit wetsvoorstel zal de wetgever zich in blijven zetten voor de verbetering van de positie van de arbeidsmigrant op het gebied van huisvesting. Het zijn namelijk vaak arbeidsmigranten die van oneigenlijk gebruik van de inhoudingsmogelijkheden de dupe zijn.
Huidige regels rondom inhoudingen op het minimumloon voor huisvesting
Werknemers mogen hun werkgever een schriftelijke volmacht gegeven om uit het minimumloon in hun naam betalingen te verrichten aan de verhuurder van woonruimte. De betaling moet zien op de huurprijs, de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter of de servicekosten. Het maximale bedrag is de laagste van de volgende twee:
- De werkelijke kosten.
- 25% van het door de werknemer verdiende brutominimumloon.
Verder dient de huisvesting via een wooncorporatie te zijn verleend of via een partij die voldoet aan de huisvestigingsnormen uit een cao. De inhoudingen die de werkgever verricht moeten zichtbaar op de loonstrook staan. Bij de volmacht dient een afschrift van de huurovereenkomst en eventuele andere stukken te zijn opgenomen. Dit dient als bewijs dat de verhuurder voldoet aan de aan hem gestelde eisen. De werkgever mag de betalingen pas verrichten als hij aan de hand van deze stukken zelf heeft vastgesteld dat is voldaan aan de vereisten.
Problemen met inhoudingen voor huisvesting leiden tot wetswijziging
In 2023 en 2024 is een verkenning uitgevoerd naar deze inhoudingsregeling. Hieruit zijn een aantal knelpunten naar voren gekomen. Zo komt het voor dat de mogelijkheid om inhoudingen voor huisvesting te verrichten, leidt tot een verdienmodel voor werkgevers. De mogelijkheid om inhoudingen te doen maximaliseert namelijk niet de huurprijs, waardoor via de inhouding kan worden gestreefd naar het verhalen van zoveel als mogelijk kosten op de werknemer. Dit gebeurt meestal bij kwetsbare groepen, zoals arbeidsmigranten. Hierdoor kunnen werkgevers los van de daadwerkelijke kwaliteit van de geboden huisvesting, maximale inhoudingen plegen. Op dit gebied zijn per 1 januari 2025 al diverse maatregelen genomen. Het komt namelijk ook voor dat boven het minimumloon veel hogere inhoudingen plaatsvinden. Tot slot wijst de wetgever op de afhankelijkheidsrelatie die door de inhoudingsmogelijkheid bestaat tussen de werkgever en de werknemer. Ter bescherming van de positie van arbeidsmigranten wil de wetgever deze relatie verbreken.
Afbouw en afschaffen van inhoudingen voor huisvesting op het minimumloon per 2026
De wetgever is van plan om de mogelijkheid om inhoudingen te doen op het minimumloon voor de kosten van huisvesting, af te bouwen en af te schaffen. Op dit moment mag 25% van het verdiende brutominimumloon worden ingehouden. Jaarlijks zal dit percentage met 5%-punt afnemen. Deze afbouw gaat per 1 januari 2026 in. Dat betekent dat het vanaf 2030 niet meer mogelijk is om kosten voor huisvesting in te houden op het minimumloon. Dit gaat voor werkgevers behoorlijke gevolgen hebben. Stel dat een werkgever zelf voorziet in de huisvesting. Door de inhoudingen rechtstreeks op het minimumloon te doen, weet hij zeker dat hij de huur ontvangt (geen incassorisico). Aan die zekerheid komt een einde. De werknemer zal na ontvangst van het loon zelf de verschuldigde huurbedragen moeten overmaken. Het incassorisico voor de werkgever neemt toe.
Gevolgen afschaffing inhoudingen voor huisvesting
De wetgever is zich bewust van de gevolgen. Hij hoopt hiermee een streep te zetten door de mogelijkheid om inhoudingen te gebruiken als een verdienmodel. Door de afbouw komt het incassorisico meer bij de werkgever zelf te liggen. De wetgever erkent dat het risico bestaat dat daardoor minder werkgevers gaan verhuren aan hun arbeidsmigranten. Ook neemt de afhankelijkheid tussen de werkgever en de werknemer af, omdat de geldstromen voor wat betreft de huisvesting los komen te staan van de beloning voor de verrichte arbeid. Tot slot wijst de wetgever erop dat door deze maatregel de werknemer meer dan nu de mogelijkheid heeft om zelf te beslissen hoe hij zijn loon besteedt.
Einde aan inhoudingen voor huisvesting op het minimumloon
Werkgevers die inhoudingen voor de kosten van huisvesting doen op het minimumloon moeten ruim voor 1 januari 2026 met deze aanstaande wetswijziging aan de slag. Naarmate de mogelijkheid om in te houden afneemt, zal het incassorisico toenemen. Zij doen er goed aan om arbeidsmigranten actief te begeleiden bij de gevolgen van deze wijziging. Gedacht kan worden aan het uitleggen van de inhoud van de huurovereenkomst en het ondersteunen bij het doen van de benodigde betalingen.
Bronnen:
- Internetconsultatie 9 mei 2025 inzake de Wijziging van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag inzake het afbouwen en afschaffen van de mogelijkheid tot inhoudingen op het WML voor huisvesting.
- Mededeling RVO inzake wijziging regels met betrekking tot inhoudingen op het minimumloon voor huisvesting per 2026.
Meer over dit thema:
Fiscale vraag?
Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
"*" geeft vereiste velden aan