Supermarktmanager bewijst niet dat auto van de zaak minder dan 500 kilometer privé is gebruikt

De auto van de zaak is voor veel werknemers een mooie arbeidsvoorwaarde. Indien de auto ook voor privédoeleinden ter beschikking staat, moet bijtelling plaatsvinden. Die bijtelling mag achterwege blijven als de auto minder dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden wordt gebruikt. Het leveren van het benodigde bewijs kan aan de hand van een rittenregistratie, maar mag ook op een andere manier. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 10 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de auto van de zaak. Volgens de Belastingdienst heeft de werknemer (supermarktmanager) niet bewezen dat de auto niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt. De werknemer meent dat hij voldoende bewijs heeft geleverd. In dit artikel behandel ik deze zaak over het berekenen van de bijtelling bij de auto van de zaak van deze supermarktmanager.

Supermarktmanager telt niet bij over auto van de zaak

Deze zaak gaat over een werknemer die werkzaam is als supermarktmanager. Hij krijgt een auto van de zaak met een cataloguswaarde van € 106.483 ter beschikking gesteld. Aan de werknemer is een verklaring geen privégebruik auto afgegeven. Er vindt geen bijtelling plaats. De inspecteur vraagt in 2022 aan de werknemer om te bewijzen dat hij de auto in 2019 en 2020 niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt. De werknemer reageert en wijst daarbij onder andere dat privégebruik niet was toegestaan en dat hij in privé over meerdere auto’s beschikt. Hij stuurt ook een rittenregistratie mee. De inspecteur gaat hiermee niet akkoord en wijst op inconsistenties in de rittenregistratie en verzoekt om een verklaring voor de verschillen met de Nationale Autopas. De inspecteur acht de verklaring onvoldoende en legt naheffingsaanslagen op.

Rechtbank toetst aan strenge bewijsregels auto van de zaak

Het is aan de werknemer om te doen blijken (overtuigend aan te tonen) dat de auto niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt. Dit is een zware bewijslast. De werknemer wijst erop dat hij een rittenregistratie heeft bijgehouden. Die kan hij niet overleggen, omdat deze op een zakelijke computer staan en het bedrijf is verkocht. Daarom is achteraf een registratie geconstrueerd. De rechtbank overweegt dat aan een achteraf geconstrueerde rittenregistratie minder bewijskracht toekomt. Aangezien er ook hiaten in de registratie zitten is met de registratie niet overtuigend aangetoond dat de auto niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt. Ook het verbod op privégebruik doet dat niet, omdat uit niets blijkt dat toezicht en handhaving hebben plaatsgevonden. Nu de belastingplichtige het vereiste bewijs niet heeft geleverd, zijn de naheffingsaanslagen terecht opgelegd.

Matiging van de verzuimboetes als doekje voor het bloeden

Volgens de rechtbank zijn de verzuimboetes wegens het niet voldoen van de loonheffingen terecht opgelegd. Er is geen sprake van afwezigheid van alle schuld en er is ook geen pleitbaar standpunt. De redelijke termijn is echter wel overschreden. Het gaat om een overschrijding van afgerond één maand. Daarom worden de verzuimboeten verminderd met 5%.

Supermarktmanager trekt aan korte eind in zaak over bijtelling auto

De uitspraak van de rechtbank is helder. De werknemer heeft onvoldoende bewezen dat de auto niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt. Het totaal aan naheffing, boeten en rente bedraagt circa € 33.000. Een serieus bedrag dus. Dit onderstreept nog maar eens het belang van goed fiscaal advies over de auto van de zaak. Hebt u vragen over dit onderwerp of hebt u een geschil hierover met de Belastingdienst? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.