Stel een vraag
Kamerbrief over alternatieven voor de lucratiefbelangregeling
InkomstenbelastingNieuws kopieer en deel Naar kennisbank

Kamerbrief over alternatieven voor de lucratiefbelangregeling

  • Publicatiedatum 03 jul 2025
  • Aanpassingsdatum 03 jul 2025
  • Leestijd 4 min

Op 1 juli 2025 heeft de Staatssecretaris een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze brief gaat over mogelijke alternatieven voor de lucratiefbelangregeling in de inkomstenbelasting. De aanleiding voor deze brief is een onderzoek dat is gedaan naar de regeling en een daaropvolgende internetconsultatie. In dit artikel ga ik in op deze kamerbrief over alternatieven voor de lucratiefbelangregeling. De staatssecretaris beschrijft twee alternatieven. Hij komt tot de conclusie dat de internetconsultatie geen aanleiding geeft tot een wijziging van de regeling. Dit in weerwil van een recent ingediende (en aangehouden) Kamermotie waarin is opgeroepen om lucratiefbelangvoordelen in box 2 zwaarder te belasten. Het laatste woord is hier vermoedelijk nog niet over gezegd. Dit artikel behandelt deze Kamerbrief over alternatieven voor de lucratiefbelangregeling in de inkomstenbelasting.

De lucratiefbelangregeling in de inkomstenbelasting

De lucratiefbelangregeling is in 2009 ingevoerd. De regeling is gericht op vermogensbestanddelen (zoals aandelen en vorderingen) die aan werknemers/managers rendementen bieden die niet in verhouding staan tot de gedane investering of het gelopen risico. Deze vermogensbestanddelen zijn toegekend als beloning voor (te verrichten) arbeid. Bij de invoering van de regeling is gewezen op fondsmanagers in de private-equitysector. Ondertussen is duidelijk dat de regeling een grotere reikwijdte kent. Als hoofdregel geldt dat de heffing over deze vermogensbestanddelen in box 1 plaatsvindt. Door het belang te houden in een vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, kan de belastingheffing in box 2 plaatsvinden. De belastingplichtige moet dan wel voldoen aan de ‘doorstootverplichting’. Het onderzoek en de internetconsultatie hebben zich gericht op alternatieven voor de lucratiefbelangregeling. Voor meer achtergronden bij de regeling verwijs ik naar onze artikelen daarover.

Alternatief 1. Heffing via de loonbelasting of als resultaat

Het eerste alternatief is dat de mogelijkheid om de heffing naar box 2 te verplaatsen, vervalt. De belastingheffing over een lucratief belang vindt dan altijd in box 1 plaats. Indien het belang geen lucratief belang vormt en ook anderszins niet in box 1 valt, dan vindt de heffing plaats in box 2 of in box 3. Box 2 is van toepassing als het belang in een vennootschap is gebracht waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft. De staatssecretaris verwacht dat het aantal discussies over de vraag of iets een lucratief belang is als gevolg hiervan zal toenemen. Ook geeft hij aan dat een dergelijke wijziging een ingrijpende herziening van de regeling inhoudt. Een goede uitvoering vereist dat dit alternatief pas wordt ingevoerd bij de invoering van het nieuwe box 3-stelsel.

Alternatief 2. Heffing in box 2 met een multiplier

Het tweede alternatief is het verhogen van de effectieve belastingdruk voor de belastingplichtige die een lucratief belang in box 2 houdt. Bij wijze van voorbeeld geeft de staatssecretaris aan dat via een multiplierbenadering een effectieve belastingdruk van 36% kan worden gerealiseerd. Voor het overige blijft de regeling dan ongewijzigd. De staatssecretaris verwacht dat de hiervoor beschreven problemen die alternatief 1 met zich brengen zich dan minder voordoen. De vraag is of dit een juiste aanname is. Het belang van de kwalificatie van een vermogensbestanddeel als lucratief belang is immers nog steeds aanwezig. Een niet-lucratief belang is namelijk lager belast dan een lucratief belang. De eventuele budgettaire opbrengsten wil de staatssecretaris inzetten in het winstdomein. Het invoeren van deze maatregel is mogelijk per 1 januari 2026, maar voor een goede uitvoering moet eigenlijk worden gewacht tot 1 januari 2029.

Meer behoefte aan duidelijkheid en eenvoud dan aan alternatieven voor de lucratiefbelangregeling

De staatssecretaris heeft de acht reacties beoordeeld die zijn binnengekomen naar aanleiding van de internetconsultatie. Hieruit komt volgens hem naar voren dat er geen behoefte bestaat aan alternatieven voor de lucratiefbelangregeling. Wel komt hieruit naar voren dat er behoefte is aan meer duidelijkheid en eenvoud. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag wanneer sprake is van een lucratief belang en wanneer niet.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: