Stel een vraag
De wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Herstructurering en overnameNieuws kopieer en deel Naar kennisbank

De wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

  • Publicatiedatum 10 dec 2024
  • Aanpassingsdatum 14 dec 2024
  • Leestijd 8 min

De bedrijfsopvolgingsregeling is een van de bekendste fiscale regelingen in Nederland. Het doel van de regeling is ervoor te zorgen dat belastingheffing niet aan het voortbestaan van een onderneming in de weg staat. Dit doet zich met name voor als er schenk- of erfbelasting en inkomstenbelasting is verschuldigd door de opvolgers. De belangrijkste bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (inkomstenbelasting) en de bedrijfsopvolgingsregeling (erf- en schenkbelasting). Na de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 is nu de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 ingediend. Dit artikel behandelt de maatregelen die in dit wetsvoorstel zijn opgenomen. Over deze maatregelen valt heel veel te schrijven en er zijn vele nuances en uitzonderingen opgenomen. Het is vrijwel onmogelijk om alles in één artikel te vangen. Dit artikel moet daarom worden beschouwd als een hoofdlijnenartikel.

Maatregelen in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

De Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 bevat zes maatregelen:

  • Beperking reikwijdte bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab) tot gewone aandelen die een belang van minimaal 5% in het geplaatst kapitaal vertegenwoordigen per 1 januari 2026.
  • Versoepelingen in de bezits- en voortzettingseis in de BOR per 1 januari 2026.
  • Aanpak onbedoeld gebruik BOR op hoge leeftijd per 1 januari 2026.
  • Aanpak bedrijfsopvolgingscarrousel per 1 januari 2026.
  • Inwerkingtreding verruiming verwateringsregeling en kleine familiebelangen.
  • Salderen schulden bij ter beschikking gestelde zaken en diverse wetstechnische verbeteringen per 1 januari 2026.

De genoemde maatregelen komen hierna allemaal aan bod.

Beperken toegang tot bedrijfsopvolgingsregeling tot gewone aandelen met 5%-belang

Om van de BOR of de DSR ab gebruik te maken, moet de schenker/erflater een aanmerkelijk belang hebben. De wetgever maakt deze eis strenger, door voortaan een minimaal belang van 5% in het geplaatst kapitaal te vereisen. Hierdoor komen bijvoorbeeld winstbewijzen en aandelenopties niet langer voor de regeling in aanmerking. Volgens de wetgever is er bij kleinere belangen geen aanleiding om de overdracht fiscaal te faciliteren. Deze maatregel geldt ook voor indirect gehouden aandelen. Voor preferente aandelen geldt het volgende. Deze aandelen zijn uitgesloten van de regeling, tenzij ze ‘voortkomen’ uit gewone aandelen met een belang van ten minste 5% en zijn ontstaan in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging. De voorwaarden of er sprake is van zo’n bedrijfsopvolging zijn in de wet opgenomen. Voor bestaande structuren komt er overgangsrecht (tot 31 december 2027) om in herstructureringen te kunnen voorzien zonder nadelige gevolgen. Deze maatregel gaat in per 1 januari 2026.

Versoepelingen in de bezitseis en voortzettingseis in de BOR

De bezitseis en de voortzettingseis in de bedrijfsopvolgingsregeling worden als ingewikkeld en knellend ervaren. De eerste stap is het codificeren van rechtspraak van de Hoge Raad over het uitbreiden van een onderneming tijdens de bezitstermijn. Daarbij gaat het in de kern steeds om de vraag of er sprake is van de uitbreiding van een bestaande onderneming, of het plaatsen van een nieuwe onderneming naast de bestaande onderneming. Het gaat om de volgende regels van de Hoge Raad:

  • Bij uitbreiding van een bestaande onderneming die al aan de bezitseis voldoet, gaat geen nieuwe bezitstermijn lopen voor de uitbreiding.
  • Bij uitbreiding met een onderneming die als afzonderlijke onderneming blijft bestaan, gaat wel een nieuwe bezitstermijn lopen voor de uitbreiding.

De tweede stap is het creëren van meer flexibiliteit voor herstructureringen tijdens de bezits- en voortzettingstermijn. Dit komt in de volgende paragraaf aan de orde en daarna komt de verkorting van de voortzettingsperiode aan bod.

Versoepelingen voor herstructureren tijdens de bezitstermijn en voortzettingsperiode

Zowel tijdens de bezitstermijn als tijdens de voortzettingsperiode willen belastingplichtigen vaak de juridische structuur van de onderneming aanpassen. De geldende regels belemmeren de mogelijkheden daartoe. Daarom komt de wetgever met versoepelingen. In de kern komen deze versoepelingen erop neer dat het veranderen van de juridische structuur mogelijk is, mits de gerechtigdheid/het belang van de aandeelhouder tot de onderneming niet wijzigt. Bij de bezitstermijn moet dan worden gekeken:

  • Of de subjectieve gerechtigdheid tot de onderneming is toegenomen.
  • Of de (objectieve) onderneming in de bezitstermijn is uitgebreid of dat een nieuwe onderneming is gestart.

Bij de voortzettingsperiode moet tevens worden gekeken:

  • Of de subjectieve gerechtigdheid van de verkrijger tot de overgedragen onderneming niet wijzigt.
  • Of de herstructurering op holdingniveau plaatsvindt tegen aandelen.

Deze maatregel gaat per 1 januari 2026 in.

Verkorting voortzettingstermijn BOR van vijf jaar naar drie jaar

De voortzettingseis houdt in dat de verkrijger (opvolger) de onderneming vijf jaar moet voortzetten. Deze voortzettingsperiode wordt als een knelpunt gezien. Al eerder heeft de wetgever aangegeven de periode te willen verkorten naar drie jaar. Dit moet onder andere de flexibiliteit in de bedrijfsvoering vergroten. Deze maatregel gaat per 1 januari 2025 in en geldt voor verkrijgingen die zich voordoen vanaf 1 januari 2025. Een verkorting van de bezitstermijn is op dit moment niet aan de orde.

Aanpak onbedoeld gebruik BOR op hoge leeftijd (rollatorinvesteringen)

Het komt voor dat er op hoge leeftijd een onderneming wordt gestart. Het doel is om via de BOR vermogen onbelast over te dragen. De wetgever wil dit tegengaan. Dit gebeurt door de bezitstermijn te verlengen. Dat gaat als volgt:

  • Voor erflaters wordt de bezitstermijn van één jaar verlengd met zes maanden per jaar dat de erflater op het moment van overlijden twee jaar ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd op het overlijdensmoment.
  • Voor schenkers wordt de bezitstermijn van vijf jaar verlengd met zes maanden per jaar dat de schenker op het moment van schenken zes jaar ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd op het schenkingsmoment.

Deze maatregel heeft duidelijk een antimisbruikkarakter en moet het ontwijken van erf- en schenkbelasting tegengaan. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de wetgever niet helder op het netvlies heeft hoe vaak deze vorm van oneigenlijk gebruik voorkomt. Deze maatregel gaat per 1 januari 2026 in.

Aanpak bedrijfsopvolgingscarrousel (dubbel-BOR)

Het is mogelijk om met betrekking tot hetzelfde ondernemingsvermogen, meerdere keren de BOR toe te passen. In de praktijk gebeurt dit ook. Op deze wijze wordt een (vrijwel) onbelaste vermogensoverdracht binnen families gerealiseerd. De wetgever ziet dat als ongewenst. De BOR kan straks niet meer worden toegepast voor zover de onderneming eerder in bezit is geweest van de verkrijger. Het gaat specifiek om situaties waarin iemand een onderneming verkoopt en later door erven of schenken weer terugkrijgt. De beperking in de BOR geldt tot het bedrag van de eerdere verkoopprijs. Deze maatregel is gericht op situaties waarin een combinatie van verkoop van de onderneming gevolgd door schenking of vererving van de onderneming, zich voordoet. Deze bepaling gaat door de (zeer) ruime reikwijdte in de praktijk vermoedelijk tot veel discussie leiden. Deze maatregel gaat per 1 januari 2026 in. De eerdere verkoop door de verkrijger kan voor die datum hebben plaatsgevonden. Ook dan is de maatregel van toepassing.

Voorbeeld dubbel-BOR (gebaseerd op parlementaire stukken)

Een kind verkoopt zijn aanmerkelijk belang in een onderneming aan de ouders. De verkoop vindt plaats tegen de goingconcernwaarde van 1 miljoen. De ouders houden de onderneming vijf jaar en schenken die dan aan het kind. De waarde is op dat moment 1,5 miljoen. Zonder de voorgestelde dubbel-BOR-maatregel zou de BOR van toepassing zijn op de schenking van 1,5 miljoen. Na invoering van de hiervoor beschreven maatregel is de BOR niet van toepassing op de schenking van 1 miljoen (van de 1,5 miljoen). Dat is namelijk de eerdere verkoopprijs. De BOR is slechts van toepassing op de verkrijging van 0,5 miljoen.

Verwateringsregeling en kleine familiebelangen

Het vorige kabinet heeft twee uitzonderingsregelingen voorgesteld. Die komen op het volgende neer:

  • Ook belangen die geen aanmerkelijk belang vormen kunnen onder de BOR vallen, mits erflater/schenker, al dan niet tezamen met een kwalificerende kring van familie, een belang van ten minste 25% houdt.
  • Een verruiming van de verwateringsregeling. Indirecte belangen van minder dan 0,5% kunnen kwalificeren, mits de verkrijger een bloedverwant in de neerwaartse lijn is van de rechtsvoorganger krachtens erfrecht, huwelijksvermogensrecht of schenking, waarbij het belang een indirect aanmerkelijk belang vormde.

Deze beide maatregelen zijn aan de Europese Commissie voorgelegd voor een staatssteuntoetsing. Invoering vindt plaats als deze beoordeling is afgerond.

Saldering van de schulden bij terbeschikkingstelling zaken bij bedrijfsopvolging

Als de erflater/schenker een pand ter beschikking stelt aan de onderneming, wordt dit pand voor de BOR als ondernemingsvermogen beschouwd. De verkrijger moet dan wel tegelijkertijd het pand en de aandelen verkrijgen. Veel panden zijn gefinancierd. Meestal wordt de schuld dan ook overgedragen aan de verkrijger. Voor het bepalen van de vrijstelling in de BOR telt op dit moment de schuld niet mee. Het gevolg is dat een te hoge vrijstelling wordt verleend. Als een ter beschikking gesteld pand overgaat naar de verkrijger, wordt de bijbehorende schuld voortaan ook meegerekend. Voor de BOR wordt dan gekeken naar het saldo van de waarde van het ter beschikking gestelde pand en de daarop betrekking hebbende schulden. Deze maatregel gaat per 1 januari 2026 in.

Advisering bedrijfsopvolging en herstructurering

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn complex. De afgelopen jaren is er veel veranderd aan de regeling. Ook de aanpassingen die zijn opgenomen in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 gaan een behoorlijke impact hebben. Het is daarom verstandig om bij een bedrijfsopvolgingstraject altijd een deskundige fiscalist te betrekken. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: