Verbetering rechtsbescherming bij belastingrente op voorlopige aanslag

Ook bij een voorlopige aanslag kan belastingrente in rekening worden gebracht. Nu is een voorlopige aanslag niet voor bezwaar vatbaar, maar belastingplichtigen kunnen vragen om een herziening van de voorlopige aanslag inclusief het deel belastingrente. Het besluit op zo’n herzieningsverzoek is voor bezwaar vatbaar. De wetgever signaleert hier echter een mogelijk gebrek in de rechtsbescherming, omdat in voorkomende gevallen de bezwaartermijn zeer kort kan zijn. In de Fiscale Verzamelwet 2024 is daarom opgenomen dat er altijd een bezwaartermijn van ten minste zes weken moet zijn als het gaat om de afwijzing van een herzieningsverzoek met betrekking tot belastingrente op de voorlopige aanslag. In dit artikel licht ik het achterliggende probleem en de voorgestelde wetswijziging nader toe.

Gebrekkige rechtsbescherming bij belastingrente op voorlopige aanslag

Op een voorlopige aanslag kan belastingrente zijn opgenomen. De belastingplichtige die het daarmee oneens is, moet een herzieningsverzoek doen. Immers: tegen een voorlopige aanslag is geen bezwaar mogelijk. Tegen het besluit op het herzieningsverzoek staat vervolgens wel bezwaar open. Die bezwaartermijn bedraagt echter niet zes weken (zoals gebruikelijk is), maar loopt tot de dag waarop de definitieve aanslag gedagtekend is. Stel dat de definitieve aanslag snel volgt op de voorlopige aanslag, dan is de bezwaartermijn dus (heel) kort. Voor de belastingschuld is dat nog niet zozeer een probleem: daarvoor kan ook bezwaar tegen de definitieve aanslag worden gemaakt. Dat geldt echter niet voor de belastingrente. Op de definitieve aanslag staat slechts belastingrente over het belastingbedrag dat overblijft na verrekening met het belastingbedrag van de voorlopige aanslag. In dat geval kan een belastingplichtige hard worden geraakt door een heel korte bezwaartermijn.

Ambtshalve vermindering biedt niet altijd uitkomst voor belastingrente voorlopige aanslag

Veel belastingplichtigen denken in bovenstaande situaties gelijk aan het middel van ambtshalve vermindering. Dat is deels terecht. Een verzoek om ambtshalve vermindering kan altijd worden ingediend, ook als er geen bezwaarmogelijkheid is. Echter, het besluit op zo’n verzoek is alleen in de sfeer van de inkomstenbelasting voor bezwaar vatbaar. Als het gaat om de vennootschapsbelasting is de uitspraak op een verzoek om ambtshalve vermindering definitief.

Nieuwe regels geven meer rechtsbescherming bij belastingrente op voorlopige aanslag

De wetgever is op grond van het voorgaande van mening dat er momenteel onvoldoende rechtsbescherming is. Daarom is in de Fiscale Verzamelwet 2024 een maatregel opgenomen die dit gebrek moet verhelpen. In de wet wordt opgenomen dat de termijn voor het instellen van bezwaar tegen de uitspraak op een herzieningsverzoek met betrekking tot de belastingrente, ten minste zes weken moet bedragen. Een herzieningsverzoek kan worden gedaan tot zes weken na de dagtekening op de definitieve aanslag. Dit geldt zowel in de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting.

Advies over belastingrente en voorlopige aanslagen

De belastingrenteregeling is een complexe regeling, met zeer veel voorwaarden en uitzonderingen. Niet zelden wordt de regeling onjuist toegepast of is het nog maar de vraag of belastingrente wel gepast is. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.