Stel een vraag
Kennisgroepstandpunt over vaststellen definitieve aanslag inkomstenbelasting in jaar van overlijden
ArtikelenFormeel belastingrecht en procederen kopieer en deel Naar kennisbank

Kennisgroepstandpunt over vaststellen definitieve aanslag inkomstenbelasting in jaar van overlijden

  • Publicatiedatum 11 feb 2025
  • Aanpassingsdatum 11 feb 2025
  • Leestijd 3 min

Als een belastingplichtige in de loop van het jaar overlijdt, dan eindigt op dat moment de belastingplicht voor de inkomstenbelasting. Omdat de overledene zelf de aangifte niet kan indienen, benadert de Belastingdienst daarvoor de erfgenamen. Dat doet hij door het uitreiken van een F-biljet. Het F-biljet is bedoeld om de aangifte inkomstenbelasting van de overledene over het jaar van overlijden in te dienen. Deze aangifte moet voor 1 mei volgend op het jaar van overlijden bij de Belastingdienst binnen zijn. In 2022 heeft de Kennisgroep formeel recht zich gebogen over de vraag of de aanslag inkomstenbelasting over het jaar van overlijden al in het jaar van overlijden zelf kan worden vastgesteld. Hij concludeert dat dit mogelijk is. Dit artikel behandelt dat kennisgroepstandpunt. 

Voorbeeldsituatie overlijden en aangifte inkomstenbelasting

Het kennisgroepstandpunt is gebaseerd op de volgende situatie. Een belastingplichtige overlijdt op 1 maart 2021. De Belastingdienst reikt dan een zogeheten F-biljet uit aan de erfgenamen. Met dit F-biljet dienen zij de aangifte inkomstenbelasting over 2021 van de overledene in te dienen. Het biljet is op 1 juli 2021 naar de Belastingdienst gestuurd. De erfgenamen verzoeken om zo snel als mogelijk een definitieve aanslag inkomstenbelasting 2021 op te leggen. De vraag is of het mogelijk is om in het jaar van overlijden die aanslag al lopende 2021 vast te stellen. Volgens de kennisgroep is dat het geval, maar is dat niet verplicht.

Kennisgroep over het ontstaan van de belastingschuld en het opleggen van de aanslag

De kennisgroep behandelt de materie uitgebreid in zijn beschouwing. Hij geeft aan dat tijdens het tijdvak de materiële belastingschuld ontstaat. De wettelijke bepaling dat de belastingschuld wordt geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het tijdvak eindigt, doet daaraan niet af. Die regel ziet namelijk alleen op het aanvangsmoment van de termijn waarbinnen een aanslag moet worden opgelegd. Dat is ook het geval als de binnenlandse belastingplicht maar een deel van het jaar duurt (bijvoorbeeld door emigratie of overlijden). Het overlijden van de belastingplichtige leidt ertoe dat de materiële belastingschuld niet meer zal wijzigen in de restant van het tijdvak. Er is een aanslag nodig om die belastingschuld te formaliseren. Dat formaliseren kan volgens de kennisgroep plaatsvinden voor het einde van het tijdvak. Dat een eventuele fiscale partner ervoor kan kiezen het gehele jaar partner te zijn en inkomen onderling te verdelen, doet daaraan niet af.

Aanslag inkomstenbelasting kan in jaar van overlijden worden opgelegd

De kennisgroep is duidelijk en geeft aan dat de aanslag in het jaar van overlijden kan worden opgelegd. De inspecteur is daartoe echter niet verplicht. Hij heeft, net als in andere situaties, een termijn van drie jaar die ingaat na afloop van het tijdvak. Ook kan hij ervoor kiezen om een voorlopige aanslag op te leggen. Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op.

Civra-Hoge-resolutie-voor-afdruk-zonder-logo-in-Adobe-93-scaled-aspect-ratio-200-200

Fiscale vraag?

Hebt u een fiscale vraag of deskundig fiscaal advies nodig? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kennisbank. Lees ook artikelen over: